10
viel in januari 1879 de opkomst van het
publiek wel eens tegen, maar deze terug
vallende inkomsten werden goedgemaakt
door enkele speciale 'Grand Café Concer
ten' die na afloop van sommige hardrijde
rijen werden gegeven.
Bij de aankondiging van het stuk De
Oude Korporaal eind februari betuigde
Bakker tevens zijn hartelijke dank voor
de grote bijval die zijn optreden in Leeu
warden steeds had gekregen en beval
deze benefietvoorstelling voor hem dan
ook minzaam aan alle vrienden en begun
stigers aan.
Mogelijk liet zijn gezondheid Albert
Bakker toen al in de steek want al op
5 maart overleed hij, vijfenzestig jaar
oud. Een week later vond met de opvoe
ring van Marie Jeanne of De Vrouw uit
de Volksklasse in de Skatingrink een
buitengewone voorstelling door Bakkers
Toneelgezelschap plaats 'ten voordele
van Mej. de Weduwe Bakker-Stips' die na
dit grote verlies de zaak voortzette en nu
alleen de directie op zich moest nemen.
De kinderen, drie zonen en vier dochters,
waarvan Elisabeth afkomstig was uit het
eerste huwelijk van Bakker, waren nog te
jong om haar zakelijk al echt bij te kun
nen staan. Het seizoen werd op 19 maart
besloten met een buitengewone voorstel
ling van het historische drama Maria
Stuart waarin de beide dochters Elisa
beth en Madeleine Bakker de belangrijk
ste rollen vervulden.
Tegenslag en succes
In het najaar van 1879 kwam het Gezel
schap Bakker terug naar de Leeuwarder
Skatingrink voor een nieuw toneelsei
zoen, waarbij een aantal nieuwe krachten
aantrad. In het drama De Wandelende
Jood bleek onder meer de uit Groningen
afkomstige acteur Jacqui een echte aan
winst voor het gezelschap. Deze verzorgde
daarnaast met zijn eigen Noorder Toneel
gezelschap ook enige voorstellingen.
Op 16 maart 1880 brak na één van
deze uitvoeringen in de nacht brand uit
in het al afgesloten, grotendeels uit hout
opgetrokken gebouw dat in korte tijd in
lichterlaaie stond, waardoor naast het
meubilair ook alle decors en kostuums
van dit gezelschap verloren gingen. Voor
de familie Bakker betekende dit dat ze
voortaan in het winterseizoen afhankelijk
zouden zijn van de beschikbaarheid van
de Stadsschouwburg.
De samenwerking die de Weduwe Bak
ker in 1881 aanging met de reeds bejaar
de Groninger volkskomiek Jan Stoete
- hij had al ruim 62 jaar op de planken
gestaan en was eerder eerste komiek
van de Amsterdamsche Stadsschouw
burg geweest - duurde maar kort. Uit
de opkomst van het publiek bij stukken
als Dertig Jaren of Uit het leven van een
Dobbelaar en Inkwartiering bleek dat
men deze acteur die veel in Friesland had
gespeeld, nog niet vergeten was. Op 22
maart 1882 overleed echter deze nestor
onder de toneelspelers en opnieuw stond
Johanna Madeleine Bakker-Stips alleen
voor de taak het gezelschap te leiden en
zakelijk de vergunningen voor de stand
plaatsen van de schouwburgtent of de
speelmogelijkheden in herbergen of thea
ters te regelen. Gelukkig werd zij daarin
steeds meer bijgestaan door haar op 18
mei 1864 in Numansdorp geboren zoon
Albert jr., terwijl ook de andere kinde
ren inmiddels al vaak bij de uitvoeringen
waren betrokken.
Vooral de periode van de kermissen was
bijzonder druk: behalve het reizen en het
op- en afbreken van de tent en het ver
zorgen van voorstellingen moesten soms
nieuwe stukken worden ingestudeerd,
werd er geregeld gerepeteerd en moesten
affiches en strooibiljetten worden rondge
bracht. Bovendien zorgden de muzikale
leden van de familie in de orkestbak ook
voor opgewekte muziek tijdens de pau
zes, begeleidden zij de zang en dans in de
diverse vaudevilles of operettes en speel
den na afloop vaak de balmuziek.
Zondagavond in de Stadsschouwburg
Vanaf 1883 is het Hollandsch Tooneel-
gezelschap Familie Bakker enkele jaren
gedurende het winterseizoen elke zondag
avond in de Leeuwarder Stadsschouwburg
te vinden met drama's als Zwarte Griet
en Fedora of het blijspel Een Bittere Pil
of Een Werkstaking onder de Dienstboden
van de hand van de volksschrijver Justus
Zoals gewoonte was bij veel toneelgezelschappen werden er regelmatig 'ere-avonden'
gehouden. In maart 1913 vormde de 82-jarige mevrouw Bakker-Stips het middelpunt.
We zien haar temidden van een zestal bloemstukken met naast haar de jonge Albert
Gerlach en achter haar zoon Albert en echtgenote Anna Bakker-Blaauw, geflankeerd
door de overige leden van het 'Hollands Toneel'
Collectie A. Toornstra