2 Echter, de verkoop van bouwterreinen liet veel te wensen over en er werd met het idee gespeeld hier een park aan te leggen. De gemeenteraad besloot echter dit gras veld te bestemmen als sportterrein, zodat men hier niet een kostbaar park behoefde aan te leggen. Het terrein besloeg een oppervlakte van 2,5 ha. Hier voetbalden onder andere de clubs Brinio, Vitesse, Quick en U.D.I. Tijdens deze wedstrijden werd er, vooral bij een sterke noordelijke wind, wel eens een bal in het water van het Nieuwe Kanaal geschopt en dan moest een van de spelers te water om die bal eruit te halen, zodat de wedstrijd verder kon gaan. Boze tongen beweerden dat een deel van de toeschouwers speciaal voor deze extra attractie naar de wedstrijden kwam kij ken. Een van de spelers die regelmatig te water ging om de bal op te halen, was Vic de Groote, die daarna door de andere spe lers weer op de wal werd getrokken. Een doel vol supporters Op dit sportterrein werd Quick in 1908 kampioen FVB (Friesche Voetbal Bond). Dat Quick kampioen werd kwam door dat tegenstander Vitesse een strafschop 'miste'. Willem Hoogerbeets van Vitesse nam deze strafschop, maar het doel van Quick stond vol supporters en een daar van keerde de bal. In 1905 gingen er stemmen op om het sportveld te bebouwen. Op 12 decem ber 1905 besloot de gemeente echter het gebied ook in exploitatie te nemen. Het gebied werd in twee bouwblokken ver deeld. De beide bouwblokken werden gescheiden door een straat. Deze straat werd de Alma Tademastraat welke op 15 juni 1912 haar naam kreeg. Tevens werd besloten het bouwblok V, groot 90 are, tot sportterrein te bestemmen. Dit 'nieuwe' sportterrein werd omsloten door de Vre deman de Vriesstraat, de Menno van Coe- hoornstraat, de Claes Bockes Balckstraat en de Pieter Feddesstraat. Dit nieuw aan gewezen sportterrein had een groot voor deel: het kwam minder vaak voor dat de bal in het Nieuwe Kanaal belandde. De door de gemeente gehanteerde term 'sportterrein' was wel zwaar overdreven. Deze grasvelden waren, als er niet gevoet bald werd, niet als zodanig te herkennen. Na de wedstrijd werden de doelpalen (net ten waren er niet) weggehaald en opge slagen op het Molenpad bij de sergeant Nuyen. In die beginjaren van de voetbal wedstrijden had men zelfs geen dwarslat. Een stuk touw verbond de beide doelpa len aan elkaar. Maar ook de krijtstrepen, als die er al waren, waren na een of twee dagen al verdwenen. De leden van de clubs die hier voetbalden, bestonden voor al uit arbeiders, die iedere cent moesten omdraaien voordat ze hem konden uitge ven. Dat was waarschijnlijk ook de reden dat doelnetten ontbraken. Het stuk veld dat voor de keeper bestemd was, werd aangegeven door een paar paaltjes en een stuk touw. Als iemand de bal in de richting van het doel van de tegenstander trapte, moest de kee per die bal zelf goed in de gaten houden. Want als er naast het doel werd getrapt en riep er toch iemand 'doelpunt', dan waren de rapen gaar. Dergelijke spelmomen ten ontaardden dan in een enorm gekra keel. Dan werd er zo hard geschreeuwd dat men het bijna in de binnenstad kon horen. Als dan uiteindelijk het doelpunt was goedgekeurd dan wel was afgekeurd, kon de wedstrijd worden hervat. Een ander probleem bij deze wed strijden was het ontbreken van netten. Het touwtje, dat op ongeveer een meter hoogte, het gebied van de keeper aangaf werd door opdringende enthousiaste toe schouwers meestal al snel kapot geduwd. Daardoor stonden er regelmatig wel toe schouwers in het doel, maar geen keeper. Als het even rustig voor het doel was, was hij in de weer om deze toeschouwer weer naar achteren te duwen. Als dan een van die toeschouwers de bal keerde, begon het gekrakeel weer van voren af aan. Die zelfde toeschouwers liepen ook gewoon het veld over om niks van de wedstrijd te missen. Regelmatig werd een van hen dan ook door een van de spelers omverge lopen. Voor versnaperingen voor spelers en toeschouwers was men aangewezen op mevrouw Zoethout. Zij stond met een tentje bij het veld waar ze flesjes bier ver kocht. Zelfs tijdens de wedstrijd werd er wel aan de spelers een biertje verkocht. Ook stond er tijdens de wedstrijden een man met een kar, die sinaasappels ver kocht. Ook dat gaf aanleiding tot veel gekrakeel op het veld. Want regelmatig kwam deze met zijn kar vol sinaasappels het sportveld overrijden op weg naar een klant aan de andere kant. Tijdens het nemen van een strafschop werd de bal op een kwade dag gestopt door het wiel van de kar die het veld overstak. Spelers van Frisia, Instituut Poutsma en Lycurgus (Sneek) op 28 mei 1905 bijeen op het sportterrein aan de Menno van Coehoornstraat. Op de achtergrond de ambachtsschool LeoVAÏ^£A.k

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2009 | | pagina 4