Leovdï^ 4 jonge vrouw overlijdt binnen 10 maan den na het huwelijk in het kraambed en laat haar echtgenoot met de kleine David achter. In 1898 hertrouwt Sanders met Sara Blok en het paar verhuist in die tijd naar nummer 18 in dezelfde straat schuin tegenover het bekende hotel De Phoenix. De zaken gaan goed, vooral in het voor jaar wanneer veel Friese boeren een nieu we spiegel aanschaffen. In de jaren der tig van de 20e eeuw is Sanders de enige kunsthandel van betekenis in Friesland. Boven de winkel is een kunstzaal waarin regelmatig exposities worden gehouden onder andere van schilders als Germ de Jong, Anton Petrus Schotel en Piet van der Hem. Intussen is het gezin uitgebreid met nog drie zoons, Joseph, Henri en Louis en een dochter, Anna Floretta. Salomon Sanders zal zich in de loop der jaren een vooraanstaande plek in de Leeuwarder joodse gemeente verwerven. Louis Sanders (Leeuwarden 1905-1963). Eigenaar van Lijstenfabriek Kunst handel Sanders in de Sint Jacobsstraat nummer 18 Joods leven in Leeuwarden Naast joodse middenstanders kent de in de volksmond bekende jodenbuurt tussen Eewal en Nieuweburen voor 1940 ook veel sappelende kleine neringdoenden die op de ambulante straathandel en hand- en spandiensten zijn aangewezen voor hun dagelijkse karige bestaan. Ze leven van de hand in de tand en trekken met hun vod- denkarren langs de deuren in de armoe dige Leeuwarder wijken zoals de Land- buurt, Werkmanslust, Achter Tulpenburg en de Boterhoek. In de beide laatste buur ten vestigen zich ook veel joden, wordt kleinhandel gedreven en daar is ook een joods tehuis voor behoeftige oude lieden (op de plaats waar nu Tresoar staat). Via een mooi antiek poortje kreeg je toegang tot dit Hofje Goosen met zestien wonin kjes rond een bleekveldje. Daaraan gren zend lag de oude joodse begraafplaats van weleer. Leeuwarden kent voor de oorlog de specifiek joodse firma Benninga Friesche Margarine Fabriek aan de Harlinger- trekweg en enkele grotere handelaren in lompen, papier, metalen en oud ijzer zoals Jacob Wolf Cohen aan de Breedeplaats. In die jaren dertig speelt het leven zich veel meer dan tegenwoordig op straat af. Mensen zitten zodra het weer dat toelaat na gedane arbeid voor de deur op straat en wisselen de laatste nieuwtjes uit met hun naaste omgeving. Ook het joodse cul turele leven is in Leeuwarden goed ver tegenwoordigd. De progressieve joodse toneelvereniging Leeuwarder Vrienden club (1892-1940) stijgt kwalitatief boven het lokale gebeuren uit en doet mee aan concoursen. Zelfs de sociaal bewogen stukken van Herman Heijermans worden er gespeeld, die ook bij andere gezindten in de smaak vallen. Martha Feitsma, die inmiddels is getrouwd met Joseph San ders, speelt de hoofdrol in sommige blij spelen. Er zijn in het begin van de 20e eeuw vele clubs en overlegverbanden van joodse herkomst, ook omdat joden door hun eigen levensbeschouwelijke grondslag niet echt tot een bepaalde zuil behoren. Religie, sport en gezelligheid zoekt en vindt de hechte joodse gemeenschap in die tijd vooral bij elkaar. De joodse vrouwenclub Leeuwarden, een joodse meisjesgymnas tiekvereniging, een damesgymnastiekver eniging (Dat Nooit), een joodse debating club en een joodse voetbalclub (Achdoeth). En natuurlijk is er de loterij, waarmee een ieder in deze magere jaren probeert te overleven. Het bekende gelukskantoor van Marcus (Max) Cohen zetelt aan de zuidkant op het Gouverneursplein 32. Bij de joodse loterij club De Hoop zit Froukje Polak die op 28 juli 1939 met een andere zoon, Louis Sanders, zal trouwen. Het dagelijks bestuur van de joodse gemeente stelt regels over het interne bestuur en heeft de wind er flink onder. Zo wordt Salomon Sanders in 1902 met enkele anderen gerechtelijk vervolgd wegens herhaalde afwezigheid bij de col lecte en zijn principiële weigering om de opgelegde boete te betalen. Sanders treedt zelfs tijdelijk uit de gemeente, maar de kwestie wordt geschikt met een symboli sche boete van 1 gulden. De ondernemer wordt in 1903 benoemd als lid van de ker kenraad, fungeert later als thesaurier en is 10 jaar lang tevens lid van de overkoe pelende Raad van het Synagogaal Ressort Friesland waarin in die tijd ook afgevaar digden uit Sneek, Harlingen en Gorredijk zitting hebben. De joodse gemeenschap kalft na 1870 qua aandeel in de Nederlandse bevolking steeds meer af door een spectaculaire daling van het geboortecijfer. In de Leeu warder religieuze gemeenschap vormt de opperrabbijn een bindende factor in de geloofsbeleving. Opperrabbijn Abraham Levisson Op 24 november 1935 wordt A.S. Levisson tot opperrabbijn van Friesland en Dren the gekozen. Hij probeert nieuw elan in de joodse gemeenschap te brengen, onder meer door een vereniging van Friese joodse academici in het leven te roepen. De bedoeling is maandelijkse bijeenkom sten te organiseren waarin het gezelschap onderling van gedachten kan wisselen over joodse wetenschap en zaken van algemeen joods belang. Maar niet elke academicus ziet heil in discussies en voordrachten in hotel De Adelaar. Het gezelschap telt maximaal een 10-tal leden. Eind 1936 is bij een deel van de elite het besef doorge broken dat bepaalde politieke tegenstan ders zowel antisemitisch als onverzoenlijk zijn. De joodse psychiater Bramson wijst de gewezen voorzitter van de kerkenraad

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2009 | | pagina 6