9
De parades op het Zaailand, drie maal per
jaar, waren spectaculaire gebeurtenissen,
waar heel Leeuwarden voor uitliep. De
zevenhonderd bewapende stadsgenoten
exerceerden heldhaftig en trots voor de
burgemeester en de wethouders. De offi
cieren met hun pluimen, de soldaten met
de bajonet op het geweer en hun sjako's
getooid met een kokarde, waarop een gele
bal met een klein wit balletje, oneerbie
dig door de Leeuwarders aangeduid als
'sitroen met süker'. Op de hoek van de
Oude Lombardsteeg stond de hoornblazer
opgesteld om een signaal te laten klinken,
wanneer de kolonel van de schutterij in
aantocht was.
De laatste samenkomst
De minister van Binnenlandse Zaken
bepaalde in 1907 dat de schutterijen
hun vaandels moesten inleveren bij de
gemeentebesturen. In Leeuwarden werd
hiertoe door de kolonel van de dienst
doende schutterij G.J. Sas een plechtig
heid georganiseerd.
Om vier uur 's middags traden de kader
leden, tamboers, hoornblazers en de nog
dienstdoende schutters aan op het plein
tje aan het einde van de Doelestraat.
De 'geweerdragenden' hadden vooraf
een geweer uit het magazijn gekregen.
Hierna werd een troep geformeerd onder
commando van kapitein Nauta Andreae.
Met de stedelijke schutterijmuziek voorop
werd gemarcheerd naar de woning van de
commandant. De sergeant-majoor Nico-
laas Huppes nam daarop het vaandel in
ontvangst. De geweren werden gepresen
teerd, signalen weerklonken, waarop de
schutterijmuziek het Wilhelmus speelde.
Nadat de vaandrig zich bij de troep had
gevoegd en het Wien Neerlandsch Bloed
was gespeeld, zette de troep zich in bewe
ging, voorafgegaan door een dichte menig
te. Ook in de straten stonden veel mensen
langs de weg opgesteld.
Door de Grote Kerkstraat, Beijerstraat,
Sint Jacobsstraat, Nieuwestad, Schaver-
nek, langs de Harmonie en Paleis van
Justitie, Prins Hendrikstraat, Willems
kade, Wirdumerdijk, Peperstraat, Ooster
straat, Oosterkade, Tuinen, Voorstreek
en Eewal werd naar het Hofplein gemar
cheerd, onder vrolijke tonen van het
muziekkorps, dat zo vaak de schutterij
voorafging. Op het gemeentehuis waren
inmiddels de officieren van de schutte
rij, die niet ingedeeld waren, bijeengeko
men, in groot tenue (sjako met pluim en
halssnoer). Ook waren daar aanwezig de
waarnemend burgemeester, wethouders,
gemeenteraadsleden, de commandant van
de marechaussee, de auditeur-militair en
verdere belangstellenden.
Tegen vijf uur naderden de manschap
pen vanaf de Eewal. Op tien pas afstand
tegenover de ingang van het gemeente
huis, stelden zij zich op en commandant
Sas nam het woord: 'Het is heden de
laatste wapenschouwing. We staan voor
het laatst geschaard onder het vaandel,
waarin wij steeds zagen het symbool van
trouw aan het vorstenhuis, trouw aan
het vaderland.' Daarop bedankte hij zijn
manschappen en in het bijzonder de offi
cieren en het kader voor de toewijding en
ijver bij de oefeningen van de schutterij.
Nadat het vaandel aan het gemeentebe
stuur was overgedragen gingen de schut
ters zonder muziek naar de Doelestraat
terug; geweren, ledergoed, trommen en
hoorns werden ingeleverd. Leeuwarden
had voor het laatst zijn schutterij onder
de wapenen gezien.
Alle citaten zijn afkomstig uit het digitaal
archief van de Leeuwarder Courant
De laatste opkomst der Schutterij op 31 maart 1907. Toespraak door It.kol. G.J. Sas,
voor het stadhuis. Het vaandel werd naar het Stadhuis gebracht. Onder anderen zijn
te herkennen: dr. W. Uffelie (geheel links met volle baard); A.D.H. Fockema Andreae
(auditeur van de schuttersraad); J.L. van Sloterdijck (kapitein); T. Dorama (kapitein);
S. Taconis Sz. (kapitein); S. Taconis Bz. (kapitein); G.J. Sas; Y. Nauta Andreae (kapi
tein)
LcOVflLT^i4)t»k