12 Winkelpui van kruidenier A. Swart op de hoek van de Kruisstraat en Nieuwe Ooster straat 16 in de jaren '50 woonhuis in gebruik was, maar de heer Eisinga (leraar aan de christelijke hbs) en zijn familie woonden er niet zo heel lang meer. Toen werd ook dit pand omgetoverd tot winkel. De oude heer Van der Zwaag opende er een brillenzaak. Niet lang daarna kwamen zijn zoon Feitze met zijn vrouw Jannie de zaak overnemen. Hun kinderen Tjeerd, Margriet en Hans wer den in de Nieuwe Oosterstraat geboren. Later verhuisden de Van der Zwaagjes naar het pand van Radio Hofenk op num mer 20 en werd Huib Hoogeveen met Foto Technika onze buurman. Slager de Haan, de tweede slager in de straat, woonde op nummer 8. Met zijn zoon Henkie, een stevige Hollandse jon gen, voetbalden we dagelijks. Henkies bij naam was 'schuddebol', omdat hij bij het hardlopen zo ontzettend met zijn hoofd heen en weer schudde. Hiernaast treffen we twee dagwinkels aan, de eerste is van schoenmaker Ritske Jansma, de tweede is van bloemenman Siep Hansma en heette Lotus. Ritske, de schoenmaker, was een fleurige ver schijning in de straat. Altijd opgewekt, steeds een grap en een grol en zijn zeer speciale gezegdes en dichtregels als: 'ten hoogst verbolgen bleef de olifant het schip achtervolgen' of 'bij het betreden van de salon sloeg de gravin beide borsten tegen het plafon(d)' zijn mij bijgebleven tot de dag van vandaag. Een op deze twee middenstanders toe gespitste kreet was echter: 'Hansma en Jansma, die zaten op de stoep, Hansma zei wat stinkt het hier en Jansma liet een poep'. Zeer speciaal in zijn schoenlapper winkeltje was de zware stansmachine, die hij met handkracht startte om er vervol gens met speciale stansmessen de zolen of hakken uit een plaat leer te stansen. Rits ke was idolaat van wielrennen; hij was dan ook in de straat de vraagbaak over het wel en wee van de Tour de France. In de tijd dat de radio nog geen gemeengoed was, deed hij de winkeldeur op slot en ging naar de Tweebaksmarkt, waar Het Vrije Volk de dagelijkse uitslagen publi ceerde. Als het 's zomers mooi weer was deed Ritske de deur van de winkel opnieuw op slot en ging fietsend naar de Grote Wie len om daar lekker te gaan zonnen. 'En de klanten dan', zult u zich afvragen. Wel daar had Ritske op dat moment even lak aan. Zijn motto was dan: 'ik hew skijt an een ander en aardigheid an mieself. Buurman Siep Hansma was een man van een heel ander kaliber. Hij was de grote charmeur van de straat, ondanks, of misschien wel dankzij, het feit dat hij stotterde. Hansma verhuisde later met zijn winkel naar de Verlengde Schrans en woonde en werkte ook lange tijd op Ter schelling. In de laatste winkel van dit blok, op de hoek met de Kruisstraat, zat de vis handel van de familie De Graaf, eerst De Graaf senior en vervolgens zijn zoon Arie. Een klein dik 'propke' was deze Arie, en misschien daarom ook wel een jongeman waar weinig vrouwen op af kwamen. De straat had zich al verzoend met het idee dat Arie wel vrijgezel zou blijven, maar op zekere dag kwam het huwelijksgeluk vanuit het verre Zeeland toch nog op zijn pad. En dat niet alleen, want de nieuwe mevrouw De Graaf baarde binnen enkele jaren de nodige kleine visboertjes. De kruidenierswinkel van Swart bevond zich op de andere hoek van de Kruisstraat. Zo'n echte ouderwetse krui denier waar je de suiker nog los kocht en de klets groene zeep nog in een vetvrij papiertje werd verpakt. De oude heer Swart was weduwnaar; hij had altijd een goed humeur en tijd voor een praatje met iedereen. Je moest dan ook wel even de tijd nemen voor je boodschapjes. Swart had aan zijn knecht Koenraad Willekes een gouden kracht. Koenraad heeft dan ook na het terugtreden van de oude Swart de zaak nog jarenlang voortgezet. Kruide nier Swart had drie kinderen. Rudie was de oudste; hij was jarenlang eerste verko per in de mooie kledingzaak van Flottow in de Peperstraat. Dochter Kathie was zwaar gehandicapt en zat in een rolstoel; zij overleed op vrij jonge leeftijd. Zoon André heeft het ook niet gemakkelijk gehad. Hij werd eigenaar van restaurant De Smidse in Jelsum. Hij had de zaak prima aan de gang toen het restaurant volledig uitbrandde. Eigenhandig heeft hij het restaurant weer opgebouwd en aan de praat gekregen, toen hij werd getroffen door een ongeneeslijke ziekte. Vrij snel daarna overleed hij. Verdien extra, koop bij Hekstra De familie Hofman had een drukbeklante banketwinkel op nummer 18. De oudste zoon, waarvan de naam mij maar niet te binnen wil schieten, en zijn jongere broer

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2010 | | pagina 14