17 De onthulling van het standbeeld 'Us Mem' in september 1954 sen van de natte doeken en lappen om de klei kneedbaar te houden. Als extra handicap kwamen op ongelegen tijden de fokkers poolshoogte nemen om Adema fijntjes te wijzen op veranderingen die volgens hen tot verbeteringen zouden lei den. De stille kunstenaar werd nog stiller en Cornelia en de kinderen vreesden voor zijn gezondheid. Het woord stress bestond nog niet, maar dat was het wel. De moeilijkheden werden één voor één overwonnen en precies op tijd werden de gipsafdrukken naar Haarlem vervoerd, waar een gespecialiseerde firma een bijna volmaakt brons goot. Adema's koe was op tijd gereed voor de officiële onthulling op dinsdag 7 september 1954 op een sokkel op het Zuiderplein. De rest is de geschiedenis van een beeld dat tot symbool is geworden van een ras dat in deze vorm in het 'wild' nauwelijks nog voorkomt. De Liwwadders hebben het beest geadopteerd en een naam gegeven als een fluistering: Us Mem. Toeristen weten haar te vinden en nachtbrakers en studenten tuigen haar bij gelegenheid op. Zij is van ons allen geworden met een genegenheid die met de jaren is gegroeid. Ondanks de andere kunstwerken die in de stad zijn verschenen in de loop der jaren, heeft geen ervan ooit die status bereikt. De oudere Willem Lodewijk, Us Heit, is in betekenis verdrongen door Us Mem. Anne Vondeling, geplaatst voor de Kleine Kerk straat is nooit Us Omke geworden. Het paard op de Lange Pijp is van brons en is een bronzen paard gebleven. Het beeld van de koe echter, als een oermoeder, die zo groot is dat ze op ons neer kan zien en ons toch begrijpt, heeft daarvoor gezorgd. De verhuizing naar haar nieuwe stand plaats op de rotonde op de Harlingersin- gel in 1989 heeft haar reputatie niet aan getast. Zij dient echter opnieuw naar het centrum, in de betekenis van plaats en aandacht, te verhuizen, waar zij kan wor den aangeraakt en van dichterbij bewon derd. In het harnas gestorven Adema ging na deze krachttoer door met waarin hij goed was en zijn opnieuw geves tigde naam was goed voor veel opdrachten. Het schildersbedrijf ging over in handen van zoon Piet, en zijn geliefde Cornelia ontviel hem tien jaar later. Vader Adema bleef alleen in huis achter en was, tegen de verwachting van zijn kinderen in, uit stekend in staat zich te handhaven. Altijd was er wel een opdracht en toen zijn han den minder soepel werden, richtte hij zich vooral op het schilderen. Het einde voor Gradus komt in 1981, veertien dagen voor zijn 83e verjaar dag. Hij sterft 'in het harnas' en laat een half afgemaakte houten 'Sint Joris en de draak' na. Zijn enige 'onvoltooide'. Een jaar later wordt aan de Tsjerkeleane in Dronrijp een laatste werk onthuld: een bronzen buste van Eise Eisinga, terug in zijn geboortedorp. Een door Adema vervaardigde sneeuw sculptuur in zijn tuin aan de Huizumerlaan Collectie Ger Adema LcOVflLT^i4)t»k

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2010 | | pagina 19