Herinneringen aan de stilte van de stad in de morgen- en
avonduren tot na de oorlog
Lcovar}
20
Joop de Jong
Wij woonden in de jaren dertig en veer
tig van de vorige eeuw op Nieuwestad 39,
aan het pleintje waar nu het borstbeeld
van Vondeling staat, in een smal huis met
een fraaie barokke halsgevel. Mijn ouders
hadden daar een groentewinkel. Van daar
uit had je een heel mooi uitzicht over de
lengterichting van de gracht. Helaas
staan er nu bomen voor die het zicht en
het uitzicht belemmeren, zoals bij meer
mooie gevels in de stad, bijvoorbeeld die
van de Kanselarij.
Een plaatsje van drie vierkante meter
Toen mijn broer bij de Vrijwillige Land
storm (onderdeel van het Veldleger)
dienst nam in 1936, verhuisde ik naar zijn
In Leovardia 19 schreef ik een verhaal met de titel Leeuwarden, stad van geuren.
Het volgende verhaal is hier een aanvulling op, want naast specifieke geuren klon
ken in onze stad ook kenmerkende geluiden.
slaapkamer achter in het huis uitkijkend
op een klein plaatsje achter ons huis, heel
diep vanuit het slaapkamerraam gezien.
Het plaatsje was niet groter dan ongeveer
drie vierkante meter en lag op gelijke
hoogte met de vloer van het souterrain.
Een halve verdieping hoger lag dan de
begane grond vóór het huis.
Om de hoek van de achterzijde van het
huis van De Jong, de kapper (nummer
35), was van het smalle plaatsje achter
zijn huis nog nèt een glimp te zien; van
het eveneens heel smalle plaatsje achter
het huis van horlogerie Holwerda (num
mer 33) zag ik vanuit mijn raam niets
meer. De plaatsjes werden bijna hele
maal afgesloten door de hoge, onregelma-
Nieuwestad 39, de middelste van de drie winkels op de voorgrond, in het laatst van de
jaren dertig
Collectie Joop de Jong
tig gemetselde zijgevel van het grote huis
waar tot voor kort Het Luxe Huis was
gevestigd. Door het smalle hoge venster
van mijn vrij donkere kamer kwamen alle
geluiden van de straat naar binnen. Wat
ik hoorde vind ik nu heel bijzonder; dat
moet ik kwijt aan de lezer.
In het voorjaar, vroeg in de morgen,
was er het concert van de honderden zo
niet duizenden kikkers in de sloten van de
weilanden rondom de stad, toen nog vol
leven. Het geluid van de kikkers was heel
duidelijk hoorbaar, een ver dragend geluid
van meer dan een kilometer afstand in de
overigens in de ochtend nog heel stille
stad. De overige geluiden op straat waren
ook later op de morgen in de jaren dertig
anders dan nu en kwamen maar traag op
gang. De melkflessen rammelden bij de
zuivelwinkel naast Holwerda. Het ver
keer op weg naar het bodeterrein op het
Oldehoofsterkerkhof kwam langzaam op
gang. De vrachtauto's maakten vaak nog
het tuf-tuf geluid en kwamen met een
rommelend geluid van de banden over de
keien van de Duco Martenapijp.
Van de vele paardenwagens klakten
de paarden met hoefijzers op de bestra
ting en van de wagens hoorde je de ijze
ren hoepels rond de wielen ratelen op de
Martenapijp en dat geluid kwam, evenals
het geluid van de vrachtauto's, met een
bijgevoegd rommelend geluid via de grond
en de muren van het huis naar binnen.
De claxons gaven meestal nog het alou
de 'auuuua' geluid of er werd nog in de
rubber balg van de koperen hoorn gekne
pen. De, door hun luid ratelende ket
tingaandrijving nadrukkelijk aanwezige,
vrachtauto's uit de Eerste Wereldoorlog
van meelfabriek Fortuna reden tot in de
oorlogstijd nog rond. De even oude 'ton-
nenwagens' van de gemeente waren zo
vroeg op de morgen nog niet in de stad en
L4L.,
Lceuyarden Nféuwestad met Daco Martenapijp