Leeuwarden in de jaren zestig (III):
Lange haren, lichtshows en bruine bonen
7
Walter Kromhout Vijftig jaar geleden was de start van een bijzonder decennium. In een drieluik een
terugblik op die tijd, met een accent op de jeugdcultuur: op stap (1), opstand (2)
en op zoek (3). In dit deel een schets van de zoektocht naar een jongerencentrum,
muziekfestivals, alternatieve uitingen en Pow-Wow. Want als iets typerend was
voor de jaren zestig in Nederland, dan waren het wel de Pow-Wow festivals van
begin jaren zeventig in Leeuwarden!
Onder invloed van de hippiebeweging in
bijvoorbeeld San Francisco (Haight Ash-
bury) en de undergroundstromingen in de
VS en Engeland, begon ook in Nederland
én in Leeuwarden het een en ander op
gang te komen. Het Stedelijk Gymnasium
in Leeuwarden was zo rond 1967/1968
een broedplaats hiervoor met leerlingen
als Sjoerd Cuperus en Jan ten Brug en
met docenten als De Wit en Pieron.
Sjoerd Cuperus verkocht tegenover de
Hema en in Syb's exemplaren van Hit
week ('de bovengrondse weekcourant';
'voor 38 centjes') en raakte geïnspireerd
door de inhoud ervan. Jan ten Brug (zoon
van toenmalig wethouder Joop ten Brug)
ontplooide initiatieven voor oprichting
van een vestzaktheater. Contacten met de
scene rond Hitweek gaf een extra stimu
lans om in Leeuwarden iets van de grond
te krijgen.
Publiek tijdens het First FUQ Festival in de Westerkerk, 1968 Foto: Piter Doele
Fuq met een 'q'
Op 14 september 1968 werd het First Fuq
Festival gehouden, een groots popfestival
met diverse (sub)culturele attracties. De
organisatie was in handen van de Stich
ting (in oprichting) Hippopotamus Unli
mited, met Sjoerd Cuperus en de eerder
genoemde docenten De Wit en Pieron.
Oprichting van de stichting was van
belang om eventuele financiële schade
van het festival af te kunnen wentelen. De
naam van de stichting klonk hip, terwijl
de betekenis niet anders is als 'nijlpaard'.
De naam van het festival was provo
cerend bedoeld, maar met de q toch ook
niet te opvallend. Locatie was de Wester
kerk in de Bagijnestraat. De Leeuwarder
Courant merkte daarover op dat de kerk
waarschijnlijk nooit meer buitenkerke
lijke jeugd binnen zijn muren heeft gehad
als tijdens het festival.
Men werd vriendelijk verzocht alles
mee te brengen wat de feestvreugde kon
verhogen: gitaren, fluiten, foto's, dia's,
wierook, suikerzakjes enz. Voor 'de witte
microfoon' kon iedereen zeggen wat hem
of haar voor de mond kwam.
Het festival bracht honderden jongeren
op de been en verliep succesvol. Op de bin-