Lcovor}
11
vervolgens de stadgrachten aanlegt, valt
Oldehove daar buiten en voelt zich dan
ook buitengesloten. De expansiedrang
van het nieuwe Leeuwarden begon zich
nu te richten op de aangrenzende delen
Oldehove en Hoek en het werd hierbij
geholpen door de bemoeiingen van Oos
tergo en Westergo. Reeds in 1392 was
door de omringende grietenijen de hoge
rechtspraak aan de magistraat van Nije-
hove toegestaan.
In 1426 werd door de twee grietmannen
van Wonseradeel en Wymbritseradeel, de
steden Bolsward, Sneek, Sloten en Dok-
kum en de gemeenteraad uit Oostergo
en Wester go tijdens een vergadering in
Bolsward besloten om aan Leeuwarden
de hoge rechtspraak toe te kennen over
de met haar samengegroeide dorpen
Oldehove en Hoek, omdat men vond dat
'het recht van een stad zich zover behoort
uit te strekken als de stad zelf. Omdat
Oldehove en Hoek echter oorspronkelijk
tot het grondgebied van Leeuwarderadeel
behoorden, wekte het besluit het verzet
van deze grietenij. Vandaar dat er een
nieuw besluit komt in 1432, waarbij de
landen en steden van Oostergo en Wes
tergo nu bepalen dat Oldehove en Hoek
met Leeuwarden onder één stadsrecht
worden gesteld.
Sinte Agneta dey
Het zou nog tot 21 januari 1435 (Sinte
Agneta dey) duren, voordat bij afzonder
lijke oorkonden Oldehove en Hoek zich
met de stad verenigden. Beide oorkon
den zijn korte verklaringen die echter in
bewoordingen typisch verschillen. Olde
hove voelde zich verongelijkt en de lange
aarzeling is daarom wel begrijpelijk. Uit
eigenbelang stemt het ten slotte toe onder
de uitdrukkelijke bedinging van vrijstel
ling van twintig mark boete, waarmee de
stad steeds gedreigd had. De pastoor en de
deken van Oldehove zullen bij deze tege
moetkoming vooral gedacht hebben aan
hun parochianen die aan de overzijde van
de stadsgracht woonden. Deze oorkonde
draagt daarom naast het grootzegel van
de stad, ook de zegels van Heer Joucke,
pastoor van de Sint Vitus en van Heer
Johannes, de deken van de stad.
De vereniging met Hoek draagt een heel
ander karakter. In het bovengenoemde
gedenkboek spreekt Van der Minne van
een bereidverklaring van Pieter Cam-
mingha, om zich met zijn kinderen en
kindskinderen, wonende op de hofsteden
van Camminghaburen, in de Hoek en van
Oosterterp, met Leeuwarden te vereni
gen.
Hoever strekte zich nu het nieuwe stads
gebied uit? Vóór 1435 was het stadsgebied
door een gracht omsloten, die liep door de
Bagijnesteeg, de Sint Anthonystraat, het
Perkswaltje, het Schoenmakersperk, de
Nieuweburen, de Voorstreek tot de Aine-
landspijp, de Tuinen, de Tweebaksmarkt,
het Zwitserswaltje, de Weaze, de Groen
temarkt, het Nauw en de Nieuwestad
tot aan de Bagijnesteeg. We mogen aan
nemen dat daar het middentrimdeel van
Leeuwarderadeel bij de stad werd gevoegd
en toen de 'landen onder de klokslag of de
uitburen van Leeuwarden' heette. Die uit
buren waren Nieuwland tussen Zwette en
Stienserweg (nu Troelstraweg), Bilgaard
tussen de Stienserweg en de Ee (beide
afkomstig van Oldehove) en Cammingha-
buur, ten oosten van de Ee, dat daarvóór
bij Hoek hoorde. Het deel van de uitburen
binnen de bebouwde kom zullen in 1435
wel al bij Leeuwarden hebben behoord,
maar aangenomen wordt dat Nieuwland,
Bilgaard en Camminghabuur pas in de
loop van de vijftiende en het begin van
de zestiende eeuw werkelijk Leeuwarder
gebied zijn geworden.
Dat laat onverlet dat Sint Agnesdag (21
januari) 1435 de historische datum in de
geschiedenis van Leeuwarden was, die
aanleiding gaf voor de feestelijke herden
king in 1935.
Met gulden letteren geboekt
De feestelijke herdenking werd door Min
dert Hepkema in de Leeuwarder Courant
uitbundig aangeprezen in een artikel dat
ons vandaag de dag wel erg retorisch aan
doet:
'De datum van 21 januari 1435 ver
dient in de geschiedenis van Friesland
met gulden letteren geboekt te worden.
Temidden van grenzelooze verdeeldheid,
haat en naijver, die het geheele volk naar
den ondergang dreigden te sleepen, werd
op dien dag een verbond gesloten, dat de
zegenrijkste gevolgen heeft gehad. De
lang gewenschte vereeniging der stad
Leeuwarden met de nabuurdorpen Olde
hove en Hoek werd eindelijk plechtig
bezegeld. Van dit oogenblik af was Leeu
warden voorbeschikt om alle andere ste
den te overvleugelen en de hoofdstad van
het Friesche land te worden, een feit dat
van grooten invloed is geweest op de loop
der geschiedenis van dit gewest. Het is
dan ook zeer goed gezien dat niet de stich
ting van Leeuwarden als stad (waarvan
de datum trouwens ook niet bekend is),
doch de geboorte van Groot-Leeuwarden
Tijdelijke imitatie van de Tuinsterpoort