26
telijke verordening mocht bepaald worden
of en hoe invulling werd gegeven aan de
mogelijkheden tot verplichte sluiting en/of
tot invoering van een koopavond.
Uiteindelijk betekende de nieuwe Win
kelsluitingswet voor Leeuwarden dat op
woensdagmiddag na 13:00 uur de kruide
nierswinkels, de melkzaken, de aardappe
len-, groenten- en fruithandelaren, alsmede
de winkels in zwak- en sterk alcoholische
dranken en de tabakswinkels, gesloten
waren. Door de opkomst van steeds meer
winkelbedrijven in en buiten het centrum,
die welhaast het totale levensmiddelen
pakket verkochten en niet verplicht waren
tot de middagsluiting, werd de concurren
tie moordend en oneerlijk.
's Avonds na 18:00 uur waren de win
kels voortaan het hele jaar door gesloten,
's Maandags tot 13:00 uur waren alle win
kels gesloten, met uitzondering van de
kappers, de slagers en de bloemenhande
laren, die maandagmiddag sloten. Banket
bakkerszaken, viszaken en portretfotogra
fen waren, om het nog wat ingewikkelder
te maken, op maandagochtend wel open.
Op zaterdag ging de winkeldeur ook om
18:00 uur dicht, met uitzondering van de
zaterdagen rond de feestdagen.
Ook voor de Leeuwarder Courant was
het even wennen op de maandagochtend:
'Die gesloten en vaak afgesloten winkels
geven aan de stad iets onmiskenbaar
doods. Er wordt niet gewinkeld en de huis
vrouw staat traditiegetrouw reeds vroeg
achter haar wasted'. Sluiting op maandag
werd beginjaren zestig meer en meer inge
voerd; zo maakten de Leeuwarder kappers
de halve vrije maandag tot een hele, de
boekverkopers en anderen ook. De voor
enkele branches verplichte woensdagmid
dagsluiting werd gaandeweg de jaren zes
tig opgeheven.
Vakantiesluiting
De Winkelsluitingswet 1952 gaf aan de
gemeenteraden ook de bevoegdheid om
gedurende 12 werkdagen of twee maal zes
werkdagen, bepaalde groepen van winkels
te doen sluiten. In Leeuwarden werd de
verplichte vakantieregeling opgelegd aan
sigarenwinkeliers, groenten winkels, slage
rijen en kruideniers. De nieuwe Leeuwar
der Slagersvereniging was er in 1953 als de
kippen bij om hier gebruik van te maken.
'Na een jaar in de winkel ben je hard aan
vakantie toe; ik open om kwart over zes
's morgens en 's avonds sluit ik om zeven
uur'. Maar er waren ook andere geluiden:
'De verdiensten staan stil en je betaalt je
vakantie'. De oppositie werd sterker eind
jaren vijftig; de vakantieregeling was niet
van toepassing op de grootwinkelbedrij
ven. Zo snoepten de supermarkten klanten
af van de gesloten kruideniers en andere
zaken. In de loop van de jaren zestig werd
de verplichte sluiting niet meer 'opgedron
gen'.
Koopavond december
Kort na de inwerkingtreding van de Win
kelsluitingswet 1952 bleken reeds 250
gemeenten een koopavond ingevoerd te
hebben, soms met groot succes, soms met
zeer matige belangstelling. In Leeuwarden
was men nog niet toe aan een vaste koop
avond en waren er alleen koopavonden
rond de feestdagen. Maar die waren, vol
gens de Leeuwarder Courant in 1956, dan
ook wel echt de moeite waard: 'Ondanks de
hamsterperiode, ondanks de collectes voor
Hongarije en ondanks het feit dat velen
hun salaris nog moeten ontvangen, ble
ken de Sinterklaaskoopavonden zeer suc
cesvol. Juist in deze Sinterklaastijd beseft
men weer eens welk een prachtig winkel
centrum de Friese hoofdstad heeft; een bij
zonder rijke verscheidenheid, betrekkelijk
dicht bij elkaar. Het gezellige etalagelicht,
nu algemeen brandend, wedijvert met de
gloeiende neon, die gelukkig in steeds toe
nemende mate het centrum verlevendigt'.
Niet verwonderlijk in dit licht dat deze
krant een oproep deed tot invoering van
een vaste koopavond.
Ook in 1958 trok men in dichte drom
men 's avonds de stad in om inkopen
voor de feestdagen te doen. Een winkelier
stelde: 'ik zou het liefst iedere avond de
winkel open hebben, omdat 90% van de
massa dan koopt. Dit komt volgens mij
omdat men dan de dagtaak achter de rug
heeft en de vrouw dan gezellig met haar
man kan gaan winkelen.' Een klant: 'Ik
koop 's avonds omdat er dan zo'n verwach
tingsvolle, enigszins geheimzinnige sfeer
in de stad hangt.' Zelfs op zaterdagen voor
de feestdagen waren er koopavonden. De
Leeuwarder Courant in december 1964:
'Veel straten in de binnenstad zijn voor
zien van extra feestelijke verlichting. Meer
en meer zorg wordt besteed aan de etala
ges en een steeds ruimer assortiment. Er is
geen enkele reden om elders te winkelen.'
Hoe anders was de situatie bijna 50 jaar
later toen de Leeuwarder Courant eind
2007 kopte: 'Heeft de kerstkoopavond nog
toekomst?'. De ouderwetse koopavondsfeer
was volgens de krant ver te zoeken: 'Het
is opvallend stil. Veel winkeliers lijken het
ook wel best te vinden en openen niet eens
meer hun deuren, waardoor er meer don
kere dan lichte plekken zijn. Er zijn zelfs
straten waar de moeizaam gefinancierde
feestverlichting niet eens brandt.' De vaste
koopavonden en de koopzondagen (waar
over straks meer) werden als voornaamste
oorzaak van deze teloorgang gezien. Overi
gens, met de instelling van een zogenoemd
Ondernemersfonds, gevoed vanuit een
opslag op de OZB, is de financiering van
de feestverlichting inmiddels veel gemak
kelijker geregeld.
Zaterdagmiddag
Beginjaren zestig speelde de discussie over
winkelsluiting op zaterdagmiddag. Vanuit
het georganiseerde winkelpersoneel werd
de druk opgevoerd, mede gevoed door de
Wasdag aan de Oosterkade. In de jaren
'60 was de maandag nog dé wasdag bij
uitstek Foto: Sjoerd Andringa