37
saai aantekeningen had gemaakt en tij
dens een preek had beweerd dat de Frie
zen vrij behoorden te zijn en niemand dan
God boven zich hoefden te dulden. Ook
hij verwees al niet meer naar de oudere
Friese wetten. Zo is het met de steen met
de Vergulde Fries ook; deze tekst is zeker
jonger, eerder 1630 dan 1600 zou ik den
ken.
De reden waarom ik reageer is een sim
pele: de wijze waarop de belangrijkste
oude Friese teksten worden gedateerd,
hebben dezelfde foutmarge (2 a 2V eeuw)
als de eindversie van de Magnus Sage,
die ik hier vergelijk met het aangehaalde
stukje tekst dat tot nu toe over het hoofd
is gezien.
Dit is een verkorte weergave uit een
drukklare studie, waarin veel meer oude
Friese stukken met oorkonden, ook anders
talige, worden getoetst aan de gangbare
dateringen. De uitkomsten zijn niet voor
delig voor de stand van de wetenschap
die Frisistiek wordt genoemd. Ik dank
Henk Oly voor deze bijdrage. Zo kan met
één simpel voorbeeld worden aangetoond
waar hem de schoen wringt, iets wat in
het complexe gebied der oude Friese tek
sten nog niet zo gemakkelijk te ontrafe
len was. De oude Leeuwarder gevelstenen
vertellen ons meer over de tijd waarin ze
geplaatst werden, dan over de tijd van de
oude Friese wetten; die periode werd toen
nog van harte verdrongen. Ik wil daarmee
maar zeggen, dat enige verwijzing naar
de Friese Vrijheid niet op de Leeuwarder
gevelstenen werd weergegeven.
Jan Post, Leeuwarden
Hippo
In het meinummer van Leovardia is een
onjuistheid geslopen in het artikel over de
Leeuwarder jeugdcultuur in de jaren zes
tig en zeventig. Walter Kromhout schrijft
daarin, dat de officiële opening van jon
gerencentrum Hippopotamus plaatsvond
op 20 december 1973. Hippo is echter
pas een jaar later, op 20 december 1974,
geopend.
Peter Bruinsma, Leeuwarden
De Landbuurt
Op bladzijde 33 van Leovardia 34, lees
ik: 'Nadat het IJsbaankwartier, het Vliet,
Huizum en Oldegalileën in de schijnwer
pers hebben gestaan is in 2012 de Trans-
vaalwijk aan de beurt. Tegelijkertijd
wordt er een grote reünie op touw gezet
voor de oud-bewoners van de Landbuurt
en Achter Landbuurt.'
Volgens mij is de bijgaande foto van
de Achter Landbuurt (circa 1935) zeer
karakteristiek. Daar heb ik bij mijn
grootouders (de ouders van mijn moe
der) gewoond. Mijn grootvader, Hendrik
Jorna, werkzaam als betonwerker, staat
op de achtergrond. Duidelijk is te zien dat
ik de zogeheten 'Engelsche Ziekte' oftewel
rachitis heb, maar dat is daarna gelukkig
goed genezen.
Naderhand zijn mijn grootouders met
mij vanuit de Achter Landbuurt naar
Merelstraat 61 verhuisd; we kwamen te
wonen in de woning tussen die van de
familie Dekkinga en die van de familie
Henstra.
Ik ben er zeker van dat op de foto sprake
is van de Landbuurt. Kan het zijn, dat op
de verre achtergrond de achterkant van
enkele huizen in de Merelstraat zichtbaar
is? Of zien we daar een gedeelte van de
(huidige) Mussenstraat die toen ook wel
'Kiepeloop' werd genoemd?
Hendrik S. de Bruin, Roden