Li i LaJÊ
6
Nieuwestad zuidzijde, hoek Oude Lom-
bardsteeg rond 1910. Op de begane
grond zien we de melksalon van N. Booy
Het door Bender uitgebate Café De Spie
gelzaal bleef aan de westkant echter lange
tijd de enige zaak die met zijn ingang in
de Oude Lombardsteeg voor wat levendig
heid zorgde.
Een winkelpaleis
Aan de oostzijde bevond zich op de hoek
met de Nieuwestad al in het begin van
de 19e eeuw het logement Hooghuis dat
zijn naam ontleende aan de opvallende
hoogte van het pand, waarin voordien tot
1764 de Lombard (de Bank van Lening)
van de stad Leeuwarden was gehuisvest.
De naam van de ernaast gelegen wijde
steeg was daardoor na verloop van tijd
van Hooghuistersteeg veranderd in Lom
bardsteeg. In november 1824 werd dit
'zeer gerenommeerd en florissant Loge
ment staande bij de Lange Pijp' door eige
naar J.J. Baptist te koop aangeboden. Zo
kwam het in handen van de firma A. Sin-
kei, die er na een verbouwing op 23 mei
1826 een winkel opende die gesorteerd
was 'in inlandsche, Duitsche, Fransche
en Engelsche manufacturen'. Omdat het
pand al snel te klein dreigde te worden,
kocht Herman Sinkel in de loop der jaren
verscheidene huizen naast en achter zijn
winkel aan. In mei 1842 werd vervolgens
met de afbraak begonnen van de vier ach
terhuizen in de Lombardsteeg, waarna
er een groot nieuw pand op die plaats
kwam.
Behalve magazijnruimtes bestond dat uit
een fraai hoog herenhuis dat op de hoek
met het Ruiterskwartier verrees. In het
volgende voorjaar vond nog een grondige
verbouwing van de twee voorhuizen aan
de Nieuwestad plaats, waarna een nieuwe
gevel met prachtige gebronsde kolommen,
pilasters en een portiek met etalages
veel aandacht trok. In mei 1845 werd het
nieuwe kolossale winkelgebouw feestelijk
geopend en waren de bezoekers enthousi
ast over de rijk gedecoreerde en fraai ver
lichte winkelruimte.
In de Oude Lombardsteeg was inmid
dels door de achterliggende magazijnen
een hoge en wat saaie wand ontstaan met
alleen enkele spiegelruiten die als uit
stalkast dienden. De winkel van Sinkel
werd in de stad al snel een begrip en was
jarenlang een florerend bedrijf, totdat in
de jaren tachtig de omzet begon te dalen
en de zaak tenslotte in 1891 haar deuren
moest sluiten. Het gehele complex, dat
zich van de Nieuwestad tot het Ruiters
kwartier uitstrekte, werd vervolgens door
de Leeuwarder ondernemer J.W. Bukers
aangekocht. Deze bezat al een schoenen
winkel naast de Kanselarij aan de Turf
markt.
Een metamorfose
Kort nadat Bukers de gebouwen van de
Firma Sinkel had overgenomen kreeg
architect Bruns opdracht een plan te
maken voor een grondige verbouwing van
het geheel, waardoor er zeven nieuwe
winkels zouden ontstaan en een zestal
bovenwoningen met vrije opgang. Voor de
uitvoering van dit project moesten over de
hele lengte van het pand schuttingen wor
den geplaatst en steigers van ongeveer 15
meter hoog. Daardoor bleef er geen ruim
te over voor voertuigen en werd de steeg
ook voor voetgangers erg gevaarlijk. Geen
wonder dat Bender een flinke terugloop
van zijn klandizie vreesde en vrijwel met
een bij de gemeente, die de maatregel tot
afsluiting had genomen, een verzoek om
schadeloosstelling indiende. Dit werd ech
ter afgewezen omdat aan de vergunning
uitdrukkelijk de voorwaarde was verbon
den de passage van de kant van het Rui
terskwartier tot aan De Spiegelzaal vrij
te houden, terwijl die zaak bovendien nog
een ingang aan de Hoedemakerssteeg had.
Toch had deze verbouwing, die in maart
1892 begon, ook een voordelige kant voor
Bender want door deze metamorfose zou
ongetwijfeld de drukte en dus de levendig
heid in het straatje toenemen.
Op de oosthoek van de Nieuwestad
met de Oude Lombardsteeg ontstonden
op nummer 138 nu ook twee nieuwe win
kelpanden, waarbij Bukers in september
zelf zijn winkel met schoenartikelen in
het hoekpand vestigde en de firma Peek
Cloppenburg ernaast een winkel in con-
fectiegoederen opende. Deze laatste firma
vertrok al na een paar jaar, waarna B.
Gerner er een magazijn voor de verkoop
van ontsmettingsovens vestigde. De fraaie
en ruime bovenhuizen met zicht op de
Lange Pijp werden ondermeer aan enkele
officieren, een zenuwarts en een tandarts
verhuurd.
Op de hoek van de Oude Lombardsteeg
en het Ruiterskwartier had Jac. Turkstra
in juli 1892 al zijn manufacturenwinkel
De Zon geopend. Zowel door de fraaie uit
stallingen als door gezellige verlichting -
de meeste winkels waren iedere avond tot
negen of tien uur geopend - trokken deze
nieuwe zaken meteen al veel belangstel
ling.
Nieuwe bewoners
In de Oude Lombardsteeg zelf raakten de
ruime bovenwoningen ondanks hun acht
en negen behangen kamers vrij vlot ver
huurd, maar vermoedelijk was hier, gezien
de regelmatige wisseling van bewoners,
soms ook sprake van kamerverhuur. Alle
bovenwoningen hadden een eigen opgang
die zich naast de winkeldeur bevond, had
den ruime portalen en waren voorzien van
gas en waterleiding
Voor de winkelhuizen - achter de winkel
bevond zich het woonhuis met woonkamer,
slaapkamer, keuken en plaats - duurde
het verhuren vaak aanmerkelijk langer.
Misschien kwam dit aanvankelijk doordat
een goede klinkerbestrating ontbrak en er
nog geen gemeentelijke riolering was aan
gelegd, waardoor de waterlozingen in de
aanwezige goten voor een onaangename
geur in de winkels en huizen zorgden. Een
verzoek aan de gemeenteraad in april 1893
om deze problemen te verhelpen leidde in
de loop van het jaar tot verbetering van
de situatie. Inmiddels was op nummer 7
de sigarenzaak Varinas van Jacob Wolff
geopend en vestigde zich op nummer 3
de parapluwinkel Rentier Lestrade, ter-