9 Scheepswerf Welgelegen in de jaren '70 van de vorige eeuw. Links één van de rond vaartboten Watersport van Hennie van Duuren Foto: Friesch Dagblad In 1967 stelde Ate Tjibbeles zich wegens zijn gevorderde leeftijd (79 jaar) niet meer herkiesbaar als bestuurslid van de Frie- sche Scheepsbouwers Vereniging. Van wege zijn verdiensten voor de vereniging werd hem het erelidmaatschap verleend. Zoon Rienk werd als zijn opvolger in het bestuur benoemd. Ate Tjibbeles van der Werff overleed enkele jaren later, op 16 september 1969. Reeds vele jaren lang probeerde de provincie Friesland, in samenwerking met Rijkswaterstaat en de gemeente Leeuwarden, ruimte te krijgen voor een zwaaikom voor grotere schepen. Deze ver voerden hoofdzakelijk steenkool naar het Provinciaal Elektriciteits Bedrijf PEB in Leeuwarden. Daarnaast speelde de vraag naar vervoer met grotere schepen voor het transport van melkproducten van de Con dens, de Coöperatieve Condensfabrieken Friesland, van Leeuwarden naar Rotter dam een belangrijke rol; deze producten waren bestemd voor de export. Rond 1970 werd er een dam gelegd tussen Schilkam pen en Kleijenburg in het kader van een verbeterde koelwatervoorziening van de elektrische centrale, die vanwege uitbrei ding van de capaciteit meer en kouder koelwater nodig had. Voorheen stroomde een deel van het gebruikte, dus warme, koelwater vanuit het Vliet om Kleijenburg heen het Nieuwe Kanaal in, waar het nog relatief (eigenlijk te) warm opnieuw de centrale binnen kwam voor de koeling. Door de aanleg van de dam was het niet meer mogelijk om vanuit de Greuns direct naar het Vliet of de Kurkemeer te varen. De werkwal van de werf en de machine fabriek aan de Kurkemeer werd hierdoor als zodanig nutteloos. Uitbreidingsplannen gemeente in oostelijke richting De gemeente Leeuwarden had in de loop der tijd uitbreidingsplannen in oostelijke richting gemaakt. Zij wilde ook de moge lijkheid scheppen voor grote schepen om te zwaaien, zodat ze op de terugreis van uit Leeuwarden niet meer achteruit over de hele lengte van de Greuns hoefden te varen. Er werd gedacht aan een soort zwaaikom. Hierbij zat de werf, met de in het water liggende hellingbanen, echter in de weg. De gemeente gaf, in verband met haar plannen, geen toestemming voor uit breiding van het werfterrein en de groei van het bedrijf werd belemmerd. In 1977 werden er akkoorden bereikt tussen de eigenaren van de werf en van de machi nefabriek enerzijds en de gemeente ander zijds, waarbij de gemeente aanbood om de terreinen met opstallen te kopen voor prijzen waarmee een verplaatsing en her inrichting van de beide bedrijven (in ieder geval grotendeels) kon worden bekostigd. Tjibbele van der Werff, intussen 65 jaar en zonder opvolgers voor het bedrijf, koos er voor om zich te laten uitkopen zonder zich elders opnieuw te vestigen. Wel huurde hij de grond en opstallen van de gemeente terug, zodat hij er nog enige jaren kon blijven werken, zolang de gemeente het terrein niet voor andere doeleinde nodig had. Hij had toen nog een werknemer in dienst en het bedrijf ging geleidelijk te gronde. Uiteindelijk werd de inventaris aan machines verkocht. Rienk Ates van der Werff daarentegen, toen 49 jaar oud, gaf er de voorkeur aan om de werf te verplaatsen naar een ande re, gunstiger locatie en wel een plek bij het industrieterrein de Hemrik, aan de noordkant van de rondweg bij de brug aan de oostkant van de Greuns. Nadat de kleinere werf van Drijver op de westelijke punt van Schilkampen al eerder was opgeheven, verdween hiermee de scheepsbouw, die voor Schilkampen eeuwenlang karakteristiek was geweest, helemaal. De overgebleven rij huizen heeft nog wel een heel eigen sfeer, maar nu van zoete rust. De bedrijvigheid van vroeger is geheel verdwenen. Bron: In 2009 is verschenen het Werf(f)boek over twaalf generaties familie Van der Werf- Van der Werff 1685-2009, een geslacht van Friese scheepsbouwers met hun nakomelin gen oorspronkelijk afkomstig uit Drachten. Auteur-samensteller van het boek is Ate van der Werff wonende te Luxemburg. Dit artikel is ontleend aan dit boek (verkorte versie van hoofdstuk 14). LcOVflLT^i4)t»k

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2012 | | pagina 11