11 Op de derde foto, iets meer naar het wes ten, genomen door mevrouw Van der Meer (te vinden op www.huizum.nl) zien we op de achtergrond hetzelfde rijtje hui zen dwars op de vaart. Van het huis met de twee schoorstenen, Huizumerlaan 160, is hier nog maar net de rechter te zien. We zien uit op de Wirdumertrekvaart die van links de foto van Rommerts inloopt en middenrechts bij het zeilbootje eruit, naar de brug in de Huizumerlaan. Rechts voor de 'Nieu slatten Huzumer vaart' (zie Schotanus 1695, kaart Leeuwardera- deel), later bekend als Oude Potmarge, thans gedempt, die hier vooraan op de foto samenkomt met de trekvaart. Op de plaats van het rijtje huizen ligt nu de Pelsweg. Conclusie: de eerste toelichting op Beeldbank Leeuwarden blijkt dus toch de juiste. Het Sneeker Dijkje Het tweede onderwerp betreft het Snee ker Dijkje. Op 17 november 1456 wezen 'Riocht ende reed der landen ende steden van Oestergo en Westergo Nye steds- tera buta den stenena poerta benna diick ende buta diick vanda wiinga hierna bi da wei lanx oender hirna ter galga toe vnder die sted riocht Liowerd.De weg waarlangs het nieuwe land, de Janthiemafenne, aan Leeuwarden werd toegewezen was een eerste optreden van het latere Sneeker Dijkje in schriftelijke bronnen. Boven (ten noorden van) het dijkje stroomde een zijlsloot van de Winiaherne naar de Swet- tesloot bij de Swettehorne. Mogelijk is het Sneeker Dijkje op de zelfde wijze ontstaan als de Swettedijk waarover Eekhoff schrijft in Leeuwarden 1846: 'Deze (de Swettesloot) liep langs de westzijde van den Swettedijk, eene hoog te, op den westerzoom van Oostergoo's Nieuwland opgeworpen, om tot water kering en tevens tot grensscheiding te dienen', namelijk uit opgeworpen aarde gewonnen bij het graven van een sloot. Het dijkje had vermoedelijk eerst een andere naam omdat de Sneekertrekvaart pas na 1507 tot stand kwam. Een van de eerste keren dat we het dijkje kunnen zien is op de kaart van Jacob van Deventer uit 1555. In het wes ten vanaf de Swettehorne loopt het dijk je langs de vaart naar Harlingen die in 1507 was gegraven. Vanaf de bocht naar het Schavernek ter plekke van het latere Sneeker Tolhuis, loopt het dijkje met (het restant van) de zijlsloot naar de Wijn- hornsterzijl. Dat die sloot er was is duide lijk te zien op een kaart uit 1876 als het dijkje al jammerlijk tot zijn einde is geko men: het heeft de aanleg van het spoor naar Harlingen in 1863 niet mogen over leven. Werd het stationsgebouw in zijn hart geplempt, de komst van de veemarkt aldaar in 1874 betekende het definitieve einde: 'Inmiddels was er ook een gebouw voor veestalling op het stationsemplace ment verrezen. Deze werd in 1872 door de te Utrecht gevestigde Maatschappij tot Exploitatie van Veestallen en Veetrans porten aan de los- en ladingsplaats voor het vee gebouwd. Om de koeien vandaar gemakkelijker naar de markt te kunnen vervoeren, verkreeg deze maatschappij van het Gemeentebestuur toestemming om op marktdagen losse harten te slaan over het water, dat den Zuidersingel van het stationsterrein scheidde. Later heeft men deze (harten) door een dam vervan gen (tegenover de Korte Marktstraat), ter wijl de sloot eindelijk, ten behoeve van de tramweg, grotendeels is gedempt', aldus R. Visscher in Leeuwarden van 1846 tot 1906. Natuurlijk moest de keerweer voor de trams precies op het westelijk restant van de zijlsloot worden gerealiseerd. Op een kaart uit 1907 restte van het dijkje alleen een stukje zijlsloot boven de Spoor- haven in het westen en het stukje schiet- sloot aan de zuidkant van de (latere) pan den van Meijer in het oosten. Thans is er niets meer. Vanaf 1435 heeft het Sneeker Dijkje maar kort als grens op het Nieuwland gediend tussen Leeuwarden en Huizum. In 1456 bij bovengenoemde uitspraak van de landdag hapte Leeuwarden als het ware een flink stuk grond uit het Hui- zumer Nieuwland: de Janthiemafenne. Dat de kruitdampen van deze grensstrijd niet snel neersloegen moge blijken uit een woordenwisseling tussen twee voorname heren in 1935 in de rubriek 'Ingezonden' van de Leeuwarder Courant (Buiten ver antwoordelijkheid der Redactie). In twee artikelen over de aanstaande feestviering Leeuwarden 1435-1935 had H.J. Murray Bakker zich enkele frivoliteiten gepermit teerd, althans in de ogen van A.L. Heerma van Voss, waarnemend rijksarchivaris in Wintervreugd op de Wirdumer trekvaart Foto: mw. Van der Meer, Huizum

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2012 | | pagina 13