Vaak heb iets in het leven waarschijnlijk een noodzaak
1
Jan Faber Afgelopen voorjaar werd de redactie van Leovardia geattendeerd op een internet-
bijdrage op friesevoetballers.blogspot.com over de Friese 'roots' van Johan Cruijff.
Dit tot op heden onbekende gegeven was ontleend aan het in 2007 verschenen boek
Wie is Johan Cruijff. Insiders duiden het orakel ...maar Cruijff heeft zelf het laatste
woord, geschreven door Mik Schots en Jan Luitzen naar aanleiding van de zestig
ste verjaardag van de ex-international. Zowel van vaders- als moederszijde werd
door de auteurs een hand met het heitelan en zelfs met Leeuwarden aangetoond.
Reden genoeg dus om de beweringen van beide auteurs aan de hand van origineel
bronnenmateriaal te staven.
De voormalig stervoetballer en voetbal-
coach - tegenwoordig lid van de Raad van
Commissarissen van Ajax, voetbalanalist
en columnist - werd op 25 april 1947 als
Hendrik Johannes Cruijff te Amsterdam
geboren als zoon van Herman Cornelis
Cruijff (1913-1959) en Petronella Bernar-
da Draaijer (1917-2007). Via de moeder
van Johan zou er dus een band met Leeu
warden hebben bestaan. Zonder te twij
felen aan de betrouwbaarheid van de in
het boek weergegeven afstammingsreeks
zoals deze zich vanaf het midden van de
19de eeuw tot in onze tijd in Amsterdam
zou hebben voltrokken, beperken we ons
tot het familieverleden van Johans bet
overgrootvader Hendrik Draaijer, die zich
in 1844 vanuit Leeuwarden in Amster
dam vestigde en er als stratenmaker de
kost zou hebben verdiend.
Hendrik Draaijer werd op 9 november
1827 geboren in een reeds lang geleden
gesloopt woninkje dat ooit als nr. 10 aan
de westzijde van de Ipe Brouwerssteeg
heeft gestaan. Hij was een zoon van de
uit Gorinchem afkomstige touwslager
Andries Hendriks Draaijer (ca.1789-1832)
en de in Leeuwarden geboren en getogen
Hendrikje Berkhoven (1787-1832) die op
3 april 1814 te Leeuwarden in het huwe
lijk waren getreden. Uit dit huwelijk zou
den in totaal 9 kinderen worden geboren,
waarvan er vier als zuigeling of peuter
kwamen te overlijden. De kleine Hendrik
groeide aanvankelijk op met drie oudere
zussen, te weten Janke (1814), Christina
(1820) en Martha (1823) en één jonger zus
je Johanna (1830). Een onbezorgde jeugd
zal Hendrik niet hebben gehad, want vlak
voor zijn vijfde verjaardag verloor hij in
iets meer dan een week - op 26 oktober
en 3 november 1832 - respectievelijk zijn
vader en moeder, vermoedelijk aan de
zich dat jaar voor het eerst in Nederland
openbarende cholera of Aziatische braak
loop.
Aziatische braakloop
Op 28 april 1832 was een gast in hotel
De Nieuwe Doelen aan een onbekende
ziekte bezweken. De behandelende artsen
vreesden cholera en lieten de dode begra
ven in een met pek waterdicht gemaakte
kist. Alvorens de kist dicht te timmeren
werd het stoffelijk overschot bespoten
met chloorkalk. Om geen paniek te zaai
en werd de betrokkenen nadrukkelijk een
zwijgplicht opgelegd. Een half jaar later
brak er daadwerkelijk een cholera-epi-
demie uit! Op 8 oktober 1832 werd Antje
Snijdood, een ongehuwde 32-jarige brei
ster, wonende bij de Nieuweburen plotse
ling ziek. Zij kreeg hevige darmkrampen
gepaard met een vrijwel voortdurende
afgang van een rijstwaterachtige vloeistof.
Ook braakte zij zonder ophouden. Haar
toestand verslechterde zeer snel. Na vier
uur was zij overleden. Gezien het feit dat
de cholera op dat moment al in verschei
dene steden in ons land heerste - het eer
ste slachtoffer van de nieuwe ziekte was
in de zomer van dat jaar in Scheveningen
gemeld - was het niet verwonderlijk dat
de medische stand in Leeuwarden door dit
sterfgeval werd gealarmeerd. Men kende
de ziekte alleen van horen en zeggen. In
de weken dat de cholera in Leeuwarden
heerste bedroeg het aantal geregistreerde
patiënten 73, waarvan er uiteindelijk 35
bezweken. Het zwaarst getroffen stads
deel was de wijk K (20 gevallen in de
omgeving Nieuweburen-Wissesdwinger),
gevolgd door de wijk E. (14 gevallen in de
Torenstraat en de stegen tussen Nieuwe-
stad en Ruiterskwartier, waaronder de
Ipe Brouwerssteeg). Dit waren juist de
wijken die door onvermogenden werden
bewoond.
Een wezenbestaan
Gezien het besmettelijke karakter van
de ziekte zal het de kinderen amper zijn
vergund om op behoorlijke wijze afscheid
van hun ouders te nemen, aangezien zij
waarschijnlijk volgens de toen geldende