37 Commissie Centrum Winkeliers 2 Ik ben vast niet de enige die reageert. Maar vele opmerkingen helpen wellicht. De foto op pagina 28 is van de CCW, de vroegere Commissie Centrum Winkeliers. Van links naar rechts: zittend: naast Cor de Jong, Guus Dront- man (dames en kinderkleding, Nieuwe stad), daarnaast Roel Burg (meubelin richting, Nieuwestad 95.) staand: Naast Kuipers (sigarenwinkel) is volgens mij niet B.R. Yetsenga, maar ik weet niet wie het wel is. Naast Jaap van Gelder staat Anne Koster (juwelier, Oude Oosterstraat) en daarnaast staat volgens mij Bauke R. Yetsenga. Ik heb met een aantal van deze man nen gezeten in de evenementencom missie ten tijde van de Sinterklaaslote rij voor de parkeergarage Zaailand. Ik was toen voorzitter van deze commis sie en denk hen dus goed te herkennen. De overige onbekenden zijn mij ook onbekend. Pieter Hulshoff, Leeuwarden (vroeger bont, daarna leer en suède, Nieuwestad 93) Slach by Warns Yn Leovardia fan septimber 2011 skriuwt Martin Smit 5m syn artikel BRANDSMA MUT FUT! op side 24 oer de jierlikse betinking troch de FNP-ers fan de Slach by Warns. Nei de Twadde Wraldoarloch yn 1945 wie it 600 jier lyn dat dy Slach west hie. Minsken üt rünten fan de Fryske Bewe ging tochten doe dat it goed wie om dat feit fan dy frijheidsstriid yn 1345 sa koart nei de besettingstiid '40-'45 te betinken. It waard in jierliks barren. Letter is de Stichting Slach by Warns oprjochte dy't no al in lange rige fan jierren de betinking organisearre hat. Yn it boppeneamde artikel wurdt sugge- rearre dat de betinking in aktiviteit fan de FNP is. De FNP hat as sadanich nea mei de organisaasje fan de betinking te krijen han. It komt faker foar dat ynstellings en organisaasjes dy't har dwaande halde mei it Frysk trochinoar helle wurde. Klaske Straatsma-Wester hof Ljouwert De Landbuurt omstreeks 1922 Er waren destijds drie Landbuurten: De Landbuurt, de Achterlandbuurt en de Stienserachterlandbuurt. Wij kwamen omstreeks 1922 te wonen op de Land buurt BB51. Het was een hoekpand op het eind van de straat. Er was een aanbouw gemaakt voor een stal en daar stond de 'kedde' die voor de melkwagen werd gespannen, waarmee mijn vader 's morgens vroeg naar Jelsum reed om ongeveer 800 liter melk op te halen om later uit te venten. Dat deed hij samen met onze knecht, Theunis Brou wer. Ook hadden we een 'faam' voor de acht kinderen in het huishouden. Later kwamen er nog twee kinderen bij. Het was toen één grote familie. Er is veel te vertellen over de Land- buurten. De hoogtijdag was het Land- buurtfeest, op een zondag in mei en dan werd er een foto genomen vanaf het afdak van de familie Falkena, want die gingen op zondag naar de kerk. Er moet nog ergens een foto zijn in 't Kleine Krantsje. Eén keer per jaar ging de Visclub uit vis sen en kwam dan 's middags weer terug. Er ging ook heel veel bier mee en wij als jongens gingen kijken hoe de thuiskomst verliep, want die was altijd heel fleurig. De meeste vissers waren flink aangescho ten en werden in de kruiwagen of in de handkar vervoerd. Verder was het een gezellige buurt met veel sociale contac ten. Ik werd door buurvrouw Mobach naar de bewaarschool gebracht en naar het Toer- nooiveld, samen met haar 2 zoontjes. Mijn moeder moest melk, boter en kaas verko pen. In de Glappe woonde groenteman Stapert en op het hoekje woonde Tryntsje Petrolie. Ze reed toen niet meer met het A.P.C. (American Petroleum Company) karretje, maar verkocht de 'olie' aan huis. Als wij dan als kinderen een kannetje olie moesten halen gingen de vriendjes ook mee en kregen we allemaal een handje 'trekwerk'(kleine snoepjes). Er woonden ook nog twee kruideniers. Middenin was Zijlstra en op het begin was Otter. Er woonde ook een veekoopman en die heette Franconie, die met Frankrijk handelde. Bij mooi weer stond zijn pathé foon (grammofoon) in de tuin mooie plaat jes te draaien. Zo nu en dan kwamen de kooplui met goe deren door de Landbuurt, onder anderen de joodse lapjeskoopman en die riep dan: 'Allemaal overbeetjes, allemaal lappè!' Hij ging zelf wat koffiedrinken en kwam dan later naar buiten om te zien of de vrou wen al geslaagd waren. Hij nam de maat met de 'ellenstok' (een lat van één meter, maar er zat een koperen plaatje op bij de 'el', 68 cm). Op zondag kwam de joodse bakker Kalff langs met vers brood. Onze overburen heetten Postma. Hij was wagenmaker van beroep en zijn vrouw was een boerendochter van goede komaf. Als er een ijzeren hoepel van een wiel loszat, kwam men bij z'n smidse om hem er weer goed om te leggen. Er was een uitsparing in het beton waarin de as van het wiel rustte en zo kon de smid de ijzeren hoepel weer om het wiel leggen. Zo was de wagen of kar weer snel in orde. M. Falkena, Julianadorp

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2012 | | pagina 39