Hoge nood LcoVdiv<)t^i»ll 14 Walter Kromhout 'Volksvijand nummer één', zo werd in de naoorlogse periode, tot diep in de jaren zestig, gesproken over de woningnood. In dit artikel aandacht voor de oorzaken, de gevolgen en de genomen maatregelen om die negatieve gevolgen weg te nemen of te verminderen. Een grapje uit die tijd: 'Seg, waar woan- stou einliks?' 'Bij mien broer'. 'Waar woant dien broer?' 'Bij oanse tante'. 'Waar woant dien tante dan?' 'Die woant al jaren bij mien groatfader'. 'Ja, mar ik weet oek niet waar dien groatfader woant'. 'O, die woant bij oans in, al jaren'. Woningnood Nederland Op het gebied van de woningbouw stond Nederland na de Bevrijding voor een ongekende opgave. In de oorlogsjaren waren 87.000 woningen verwoest, 43.000 zwaar beschadigd en 300.000 licht bescha digd. Na de bouwstop van juni 1942 lag de woningbouw bovendien zo goed als stil. De vraag naar woningen nam daarente gen in een enorm tempo toe door de toena me van het aantal huwelijken, de geboor tegolf Cbabyboom'), de daling van het sterftecijfer en de komst van repatrianten uit Nederlands-Indië. In 1947 bedroeg het tekort reeds 250.000 woningen, ter wijl in dat jaar 10.000 woningen gereed kwamen. Dat beperkte nieuwbouwaantal hing samen met de materiaalschaarste en de gelijktijdige rijksinzet op industria lisatie en bereikbaarheid. Bouwbedrijven moesten na enkele jaren op non-actief te hebben gestaan, weer op gang komen en proberen vakmensen aan te trekken. Het was dan ook niet voor niets dat de koningin in de troonrede van 1955 sprak over woningnood als 'volksvijand nummer één'. Eind jaren veertig van de vorige eeuw, met het weer beschikbaar komen van bouwmaterialen en de finan ciële injectie van de Marshall-hulp, nam de productie van nieuwe woningen fors toe. Toch zou het tot diep in de jaren zestig duren voordat sprake was van een daadwerkelijke inhaalslag. Nieuwe bouwmethoden maakten een snellere, goedkopere productie mogelijk. De rijks overheid stimuleerde de woningbouw op velerlei wijze. Wat te denken van uitstel van dienstplicht voor bouwvakarbeiders, overwerkvergoedingen in de bouw in de vorm van spaarcertificaten voor een eigen huis, extra contingenten voor specifieke doelgroepen, enzovoorts? Woningnood in Leeuwarden Leeuwarden kwam, fysiek gezien althans, redelijk ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog, ondanks de nabijheid van het door de Duitsers tot luchtmachtba sis omgebouwde burgervliegveldje. Een beperkt aantal woningen ging verloren in de oorlog, in de Wijbrand de Geeststraat, de Julianastraat en Werkmanslust. De woningbouw was tijdens de oorlog nage noeg tot stilstand gekomen. Reeds tijdens de oorlog was sprake van een tekort aan woningen in Leeuwarden; eind 1941 zo rond de 220 woningen. Door de hiervoor genoemde oorzaken én de noodzakelijke Al kort na het van kracht worden van de Woningwet uit 1901 werd een begin gemaakt met het onbewoonbaar verklaren van krotwoningen in de binnenstad. Hier een impressie van de bedroevende woonomstandigheden aan de Wissesdwinger in de jaren '30

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2013 | | pagina 16