LiC0Vac^t^i»2
10
daarbij voelde, kan ik niet verwoorden en
zal altijd onbeschreven blijven. Elke dag
zag ik Duitsers en werd ik gedwongen
eraan te denken dat mijn vader door die
rotmoffen doodgeschoten was. Voor het
overige werden de oorlogsbeproevingen
steeds groter en namen de inspanningen
om aan eten, kleding en brandstof te
komen, alleen maar toe.
Daarnaast gaven de koeriersteractivi
teiten van mijn zus, wier voornaamste
taak was het brengen van buitgemaakte
bonkaarten naar onderduikadressen, ook
de nodige stressmomenten. Die waren er
bij voorbeeld ook toen ik als jongen van
veertien tijdens een razzia werd opge
pakt, achter prikkeldraad werd gezet en
na een geslaagde vluchtpoging niet naar
huis durfde en een poosje onderdook bij
familie, bang dat de Duitsers me zouden
komen halen, omdat ze mijn adresgege
vens hadden.
Op 5 mei 1945 was heel Nederland
bevrijd en ik ging mee in de euforie van
de bevrijding, bezield door de uitzinnige
vreugdegolf die door het hele land ging.
Ik reageerde op deze collectieve uitbar
sting van blijdschap zoals ik in vijf jaar
oorlog was opgegroeid: opportunistisch,
reageren op wat me voor de voeten kwam,
doen wat ik voelde te moeten doen.'
Dramatische opdracht voor Annie Kerkhof
Ondanks zonder angst te hoeven leven,
werd in huize Kerkhof alle dagen gevoeld
wat de oorlog hen had gebracht. Daarbij
was de meest aangrijpende gebeurtenis
het door dochter Annie moeten identifice
ren van haar vader na zijn opgraving en
voorafgaande aan de herbegrafenis op 1
maart 1946 op de Begraafplaats Tolsteeg
in Utrecht.
Het identificeren beschreef Annie
nadien op een envelop van de Staatspoli
tie 's-Gravenhage, waarin een paar bijna
vergane kledingstukjes van haar vader
zaten, als volgt:
'Net 18 jaar geworden ben ik met de
trein naar Den Haag gegaan. Ons moe
was ziek en als ze niet ziek was geweest,
had ze het niet kunnen opbrengen. Lijken
die op de Waalsdorpervlakte opgegraven
waren, moesten geïdentificeerd worden.
In een vrij donker vertrek stonden kisten
opgesteld. Je kreeg een marechaussee
mee. Ik kon het niet opbrengen er langs
te gaan. Op elke kist lagen overblijfselen,
meest kledingstukjes. De marechaussee
heeft voor mij van verschillende kisten de
inhoud aan lapjes getoond. Uiteindelijk
hadden we de goede lapjes. De zaak kon
toen verder afgehandeld worden. Allemaal
heel verdrietig! In de trein naar huis was
een moeilijke weg. Ons moe dacht dat
vader terug zou komen. Maar nu was het
definitief. Thuis gekomen werd het dan
ook een tweede drama.'
Monument
Op 13 november 2008 was het de nationale
Dag van het Respect. Het bracht Henk
Kerkhof in gedachten terug naar 3 mei
2006, toen hij een bezoek bracht aan Tol
steeg en daar zag dat er weinig meer over
was van de intentie dan het door wildgroei
overwoekerde monument. Henk: 'Ik herin
nerde me, hoe ik als zeventienjarige jongen
op 10 mei 1947 de onthulling meemaakte
van het prachtige monument dat voor
altijd eerbied en respect moest uitbeelden
voor de achttien jonge mannen van de ver
zetsgroep de Oranje Vrijbuiters, die hun
leven hebben gegeven in hun strijd tegen
het grootste kwaad wat de wereld heeft
gekend. Bijna zestig jaar later, als man
van zesenzeventig, moest ik constateren
dat er van deze bedoeling bijna niets meer
waar gemaakt werd.
Terwijl ik het vervallen monument
overzag, kwamen de beelden bij me boven
zoals ik voorgaand geprobeerd heb te
beschrijven. En ik voelde boosheid richting
de gemeente Utrecht, die ten tijde van de
plannen tot oprichting van het monument
de verplichting op zich had genomen het
gedenkteken eeuwigdurend te onder
houden, maar daarin in gebreke was
gebleven. Ik vond het ongehoord dat men
zich niet of nauwelijks om het monument
had bekommerd en zich daardoor weinig
respectvol had getoond ten aanzien van
achttien geëxecuteerde verzetsstrijders
en wat hun vaders, moeders, vrouwen
en kinderen daarvoor hebben moeten
meemaken. Ik vond dit onacceptabel en
nam me voor de gemeente Utrecht hier
op aan te spreken. Voor het resultaat van
dit voornemen, verwijs ik naar de website
www.oranjevrijbuiters.nl van de stichting
Eregraf en Monument Oranje Vrijbuiters,
die samen met mijn zoon Christiaan Kerk
hof, naamgenoot van mijn gefusilleerde
Henk Kerkhof haalde bij de boerderij van
Piebe de Boer en Anne Elzinga op het
Tichelwurk melk, hielp mee met het werk
en logeerde er in de vakanties
vader, is opgericht. Zo lang het mij gege
ven is, zal ik de doelstelling van de stich
ting navolging geven om te voorkomen
dat het monument weer in verval raakt
en in dit monument de Oranje Vrijbuiters
op respectvolle wijze herdacht zullen blij
ven. De genoemde website wordt door de
Koninklijke Bibliotheek gearchiveerd, wat
betekent dat komende generaties kennis
kunnen nemen van de inhoud. Ik hoop
dat dit ertoe zal leiden dat de instanties,
die de taak hebben de slachtoffers van
de Tweede Wereldoorlog te herdenken, in
dit herdenken de Oranje Vrijbuiters een
plaats geven.'
Het is wel bijzonder dat de man, die als
een van de bouwers via het plaatsen van
een loden koker zijn naam verbond aan de
geschiedenis van de Mercuriusfontein, het
monument van de welvaart voor de stad en
omgeving, 24 jaar later zijn naam opnieuw
verbonden kreeg aan een gedenkteken en
wel het monument dat als eerbetoon voor
hem en zeventien andere leden van de ver
zetsgroep De Oranje Vrijbuiters, in 1947
werd opgericht in Utrecht.
In 1986 eerde de gemeente Leeuwarden
hem door een straat in de Vrijheidswijk naar
hem te noemen, in goed gezelschap van onder
meer Krijn van den Helm, Siebe Schootstra,
de gebroeders Wierda, Bearda Bakker,
Taco van der Veen, Leendert Sinnema en
Jan Evenhuis.