LiC0Vac^t^i»2 16 Het geboortehuis van Alexander Cohen bij de Meelbrug rond 1890 naam gebruikt. Hij werd ook Sander of Sandro genoemd. Cohen rebelleerde tegen het gezag van zijn vader, tegen dat van de school in Leeuwarden, van zijn werkgever in het koninkrijk Pruisen, van het koloniale leger en de rechtbank in Nederlands-Indië en tegen het gezag van koning Willem III. Vader Aron Cohen dreef een winkel in galanterieën. Alexander Cohen beschrijft de koopwaar: 'Wat er al voor galants was aan tafelmessen, bretels, haken- en-ogen, pijpekoppen, Haarlemmerolie, schoenveters, kurketrekkers, lucifers, schoensmeer, inkt, vliegenpapier, stalen pennen, potloden, garens, sajet, boorlint, breinaalden en dergelijke, wie weet het te zeggen? Maar het zal de eau-de-Colog ne zijn geweest, de reukzeep, de odeurs, de pepermunt, waaraan het gehéél zijn vriendelijke benaming ontleende. Wie destijds galant was in Leeuwarden, die onthaalde zijn vast of zijn los vriendin netje op een flesje Ylang-Ylang, een doos rozenzeep, of een kilo pepermunt.' Aron Cohen behoorde tot de middenstand, hij ging gekleed in een driedelig pak met strik en hoge hoed, terwijl zijn vrouw Sara Jacobs een crinoline droeg. Vanuit de winkel van Aron Cohen op de Meelbrug leidde een trapje naar het woongedeelte, niet meer dan een gecom bineerde eet- en zitkamer, een alkoof en een slaapkamer, zo beschrijft Cohen in In opstand. Op de begane grond, achter de winkel, was de keuken. Twee openslaan de halve deuren keken uit op de gracht van de Tuinen. Eén van Cohens vroegste herinneringen is wanneer hij, een jaar of vier oud, door zijn vader door deze deu ren op het ijs van de gracht wordt gezet en voor één cent bij baanveger Sjikkere Tol van de tijdelijke schaatsbaan, een kopje saliemelk mag kopen. Ruim vijftig jaar later, terugkijkend op zijn jeugd, kan hij zich nog veel personen uit de buurt herinneren, zoals de apothe ker Hoogmei op de hoek van de Tuinen en de Voorstreek, die net als alle apothe kers, in de winkel een kooi met een kwar- tel had hangen. Naast de apotheek zat de bakkerij van Fransen. Cohen herinnert zich hoe taai roggedeeg door de bakker en zijn knecht, beiden in onderbroek, met de blote voeten werd bewerkt. Spijbelen Het was juffrouw Hutchinson van de bewaarschool, schetst Cohen, die voor hem 'de poort der Kennis' ontsloot. Cohen: 'De school lag aan het eind van een op de Tuinen uitkomend gangetje. Het was er licht, luchtig en prettig. Ik leerde er, zonder ernstige herseninspan ning, dat A een Aapje is, B de Bakker, en dat de voornaamste bezigheid van Char lotte in chocola-drinken bestaat. Maar aan het telraam, met zijn rode, zwarte en witte bolletjes, was ik een sukkel.' Aron Cohen was een strenge, autori taire vader. De jonge Alexander moest na schooltijd meteen thuiskomen, speel goed had hij niet, zakgeld kreeg hij niet en hij diende perfecte omgangsvormen te leren. Cohen schrijft: 'De arme man meent het goed te menen met zijn kin deren, en wil niet dat zij, in plaats van te léren, hun tijd "verlabbekakken" zoals hij het noemt. Zij moeten opgroeien tot nuttige leden der maatschappij, verhe ven doel, dat nièt bereikt kan worden met hoepelen, steltlopen, tiepelen, vlie gers oplaten, roskam- en keutelspel.' Tussen vader en zoon Cohen werd de sfeer steeds grimmiger. Om toch te kunnen spelen ging Alexander 'stutsje- zetten', spijbelen, vaak samen met zijn beste vriend Tjeerd Wiegersma, de zoon van een bakker aan het Naauw. Om toch iets te kunnen kopen, steelt hij geld uit de winkella, van het huishoudgeld of uit de 'buusse' van zijn stiefmoeder. Vanzelf sprekend ontdekt vader Cohen het spijbe len. De straf liegt er niet om, want bij het minste of geringste vergrijp straft vader Cohen hard: Alexander wordt geslagen met wat op dat moment voorhanden is, een riem, een staaf, hij wordt de trap afgeschopt, of op, of hij wordt op een dieet van roggebrood met water gezet. Blijkbaar verging het Aron Cohen met zijn handel in galanterieën zo goed, dat hij enige jaren later een pand kon kopen op De Kelders 15. Even verderop was de hoeden- en pettenwinkel gevestigd van Adam Zelle, de vader van Margaretha

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2013 | | pagina 18