De timmerfabriek van Kingma, haard van verzet in de jaren 1943/1945 LiC0Vac^t^i»2 22 Tom Sandijck De afgelegen ligging, veel gebouwen, veel vluchtwegen, 'goede' buren; in 1943 werd de timmerfabriek, het bouw-en aannemersbedrijf van de broers Marten en Harmen Kingma aan de Oldegalileën het eerste hoofdkwartier van het Friese verzet. Begin 1942 zochten Amsterdamse studen ten naar mogelijkheden om Amsterdamse joden in Friesland te laten onderduiken. Zij belandden bij de doopsgezinde dominee Van der Wissel, die zijn gemeenteleden Krijn van den Helm en Harmen Kingma erbij betrok. Van den Helm, werkzaam bij de Belastingdienst, kreeg de volle mede werking van zijn chef Jan Evenhuis. Er ontstond een groep die een flink aantal joden en vooral ook joodse kinderen in Friesland wist onder te brengen. De tim merfabriek en het woonhuis van Harmen en Annie Kingma aan de Dokkumer Ee werden een 'knooppunt van activiteiten': doorgangshuis voor joden en geallieerde piloten, onderduikadres voor verzetsmen sen, hoofdkwartier van het verzet, verga derplaats voor het beramen van overvallen en liquidaties. In 1971 heeft Harmen Kingma, toen 64 jaar, zijn belevenissen in die laatste oor logsjaren vastgelegd in een Kort relaas van mijn (onze) illegale werkzaamheden in de periode 1940-1945. Het verslag is deels in telegramstijl geschreven en opgesteld met behulp van agenda's en korte aante keningen uit die tijd. Het hierna volgende verhaal is opgebouwd uit fragmenten van het Kort relaas, aangevuld met citaten uit geschriften van zijn zoon Ale Marten Kingma (1938) en kleinzoon Harm van Zuiden (1957). Hier en daar heb ik stuk jes toegevoegd, waaronder de paragrafen over het bedrijf en over Esmée van Eeg- hen. De compilatie beoogt een verslag te zijn van een paar bijzonder enerverende jaren in en rond de timmerfabriek aan de Oldegalileën. Oldegalileën 58 bis De timmerfabriek was landelijk gelegen ten noorden van de stad tussen de garde- nierstuinen aan de Dokkumer Ee, vlakbij De ligging van de timmerfabriek ten opzichte van de stad in 1943 Snakkerburen. Het was een groot complex: een flink woonhuis, kantoren, werkplaat sen, opslagschuren en bijgebouwen. Het bedrijf was te bereiken vanaf de Oude Lekkumerweg via de Swatte Reed, een onverhard weggetje dat ook toegang gaf tot het voetbalterrein van Rood Geel ('Hof- stra state') dat even verderop lag. Vanaf de Oldegalileën maakten voetgangers en fiet sers gebruik van het Blokkepad dat langs de de Dokkumer Ee naar Snakkerburen liep. Ondanks de afgelegen en dus 'veilige' ligging merkte Harmen Kingma eens op: 'Duitsland was aan de overkant van de Dokkumer Ee. We konden vanaf het dak de vliegtuigen op het vliegveld zien taxiën.' Bouw- en Aannemersbedrijf en Timmerfabriek A. Kingma en Zonen Albert Kingma (1863-1944), dorpstim merman en aannemer, stichtte het bedrijf in 1889 in Hantum. Vanwege het verwerven van grote opdrachten (de bouw van Sonnenborgh aan de mr. P.J. Troelstraweg, de Koningin Emma- school en de Koningin Wilhelminaschool) verhuisde het bedrijf in 1924 naar Leeu warden. Het nieuwe bedrijf werd gebouwd op de plek van de groentedrogerij De Voorzorg aan de Dokkumer Ee. Albert Kingma droeg in 1937 de onderneming over aan zijn zonen Marten (1893-1956) en Harmen (1907-1977). De directie van Bouw- en Aannemersbedrijf en Timmer fabriek A. Kingma en Zonen bestond in 1942 uit de beide broers en hun zwager Jaap Muller. Harmen leidde de timmer fabriek in Leeuwarden en legde zich toe op de fabricage van kozijnen, deuren en trappen. Het aannemersbedrijf in Vollen- hove, onder leiding van Marten Kingma en Jaap Muller, richtte zich op de bouw van boerderijen, huizen en bedrijfsgebou wen in de pas drooggelegde Noordoost polder. De vestiging in Slootdorp werd in 1935 door Marten Kingma opgericht van uit Schagen. Het bedrijf hield zich, net als de vestiging in Vollenhove, bezig met de bouw van boerderijen en huizen in de pas

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2013 | | pagina 24