LiC0Vac^t^i»2
duikadres. Na in oktober 1943 te zijn
gepakt liep hij over naar de Duitsers. Hij
was de eerste verrader over wie het verzet
een doodvonnis velde. Hij werd op 27 okto
ber in Groningen geliquideerd.' Harmen
Kingma: 'We hebben ons nog wel verzet
tegen een liquidatie, maar moesten erken
nen dat er geen andere weg was. Tot op
heden zit me dit nog dwars.'
'Het werk ging door tot in het laatst van
november toen onze dokter G. Dekker alle
verdere activiteiten verbood. M'n vrouw
liep op het laatst van ons vierde kind.
Aukje Sietske werd op 31 januari 1944
geboren. Ondanks dit namen wij nog de
joodse familie Van Gelder op, slachtoffers
van de zaak 'Van Dijk'. De vrouw was ook
in verwachting.
December 1943. Via ons contactpunt
Tinus Mous uit Bakhuizen de enige gered
de piloot uit een bij Mirns neergestorte
Amerikaanse bommenwerper mee helpen
onderbrengen. In februari 1944 heb ik
Krijn gewaarschuwd dat het bij hem thuis
in de Beetgumerstraat niet langer ging,
dat ik daar een ramp voorzag en op deze
manier mijn medewerking niet meer wilde
verlenen. Wat nu? Aangeboden bij ons te
komen. Eind februari/begin maart 1944
was het hoofdkwartier bij ons aan huis.
Voordeel: veel ruimte, nog meer vlucht
gangen, 'goede' buren en een bedrijf met
veel activiteit, zodat komen en gaan van
vreemden niet opviel.
Wij werden nu bij het gehele 'KP-bedrijf
betrokken. Daarnaast ging ons eigen
bedrijf door en vroeg meer dan 100% van
me. We leefden 'op de tenen'. De auto van
de KP was aanvankelijk bij ons gestatio
neerd. Aanvallen werden vanuit ons huis
ondernomen. Het weggaan was niet erg,
maar het wachten op de terugkeer des te
spannender. Op 20 maart wordt Drukke
rij Van der Weij in de Schrans (drukker
van de verzetskranten Vrij Nederland en
Trouw) opgerold. Het complete zetsel van
een illegale brochure werd gered, door dok
ter Bangma bij ons gebracht en door mij
omgesmolten tot loodblokjes.
Samen met Krijn voerden we op mijn
kantoor de eerste bespreking met Piet
Oberman, houthandelaar te Dokkum, en
bereidden we diens opname in de KP voor.
Ik kende Oberman toen al meer dan 25
jaar. Verschillende jongens zijn door Krijn
en mij geballoteerd voor opname in de KP.
Annie Kingm
Collecties A.M. Kingma en S. Veen
Mei 1944: inmiddels had verzetsman
Geale (Pieter Wijbenga) z'n kwartier ook
bij ons gevestigd. Bij ons aan huis werd
meegewerkt aan de totstandkoming van
de KP in Leeuwarden. Oude getrouwen
Gerrit (Wim), Hans en Henkie kwamen
dagelijks over de vloer, evenals de andere
medewerkers van Krijn; Esmée, Cornelis-
sen (Talma) Frans (Joop Sprock), Pieke,
Freerk, Leistra, Tammes, Van Houten
(Bos), Auke, Ganzinga en nog veel ande
ren; Wietse, S. Wiersma, Boonstra, Tine en
niet te vergeten Epke en Karel.'
Esmée van Eeghen
Een van de bijna dagelijkse gasten op de
timmerfabriek was Esmée van Eeghen,
een gesoigneerde 24-jarige Amsterdamse
verpleegster van goede komaf. Deze 'vlot
te, mondaine verschijning' kwam in het
voorjaar van 1943 naar Leeuwarden om
te helpen met het onderbrengen van stu
denten die moesten onderduiken. Al snel
werd ze koerierster en vertrouwelinge van
Krijn van den Helm. Annie Kingma was
in het begin helemaal niet te spreken over
Esmée. 'Mijn eerste indruk van haar was
bepaald slecht. Ik vond haar een eigen
aardig vrijpostig wezen. Dit was zelfs zo
sterk dat ik Krijn verzocht niet meer met
dit meisje bij ons te komen. Later leerde ik
haar beter kennen en haar ondanks haar
vele eigenaardigheden en het vele werk
dat zij verzette zelfs hogelijk leren waar
deren. Ze droeg vaak een revolver. Die
legde ze altijd netjes weg in huis, maar
op de meest vreemde plekjes. Boven was
een grote kamer waar ze wel 's bleef sla
pen. Vanuit die kamer was een vluchtweg
Jager
over het dak van de fabriek. Ook werd de
kamer, die streng verboden was voor de
kinderen, gebruikt voor joodse onderdui
kers op doorreis en voor piloten die hulp
nodig hadden. Op een keer toen ik toeval
lig boven kwam, stonden daar de schoenen
van Esmée en Krijn, met hun revolvers
erin. Terwijl de kinderen, ik had er vier,
daar rustig speelden. Soms had ze wel 's
erg weinig verantwoordelijkheidsgevoel,
maar voor de rest was het een schat.'
Die positieve houding van de Kingma's,
veranderde toen Esmée omgang kreeg met
de Duitser Hans Schmalzlein. Ze nam
Annie hierover in vertrouwen en vertelde
dat hij anti-nazi was en haar altijd zou
beschermen tegen de SD. Ze had hem ver
teld dat ze voor het verzet werkte, maar
was daar na haar ontmoeting met hem
resoluut mee opgehouden. Op een dag in
het voorjaar van 1944 is ze met Schmalz-
lein op bezoek geweest bij Annie Kingma
op de Oldegalileën. Begrijpelijk dat Annie
en Harmen woest waren. Het was de laat
ste keer dat Esmée het huis bezocht. Begin
juni vertrok ze naar haar moeder in Baarn,
deels omdat haar gezondheid te wensen
overliet, deels omdat ze zich opgejaagd
voelde door het verzet en door de Duitsers.
Vanuit het Gooi schreef ze een paar brie
ven aan Krijn. Die adresseerde ze aan 'Jan
O. Kingma Olde Galileeën 58 bis Leeuwar
den'. In een van de brieven excuseert ze
zich voor haar vertrek: 'Lieve jongen, ver
geef me dat ik zo plotseling van het toneel
verdwenen ben. Waar ik allang bang voor
was, is nu eindelijk gebeurd, ik ben volko
men van de kook, en 't zal vermoedelijk
lang duren eer ik weer normaal ben. Ik
Krijn van den Helm
Harmen Kingma