LiC0Vac^t^i»2
29
Harmen Kingma alias Frank van der Meer alias Johannes Wieringa en Annie Jager
alias Antje Joustra alias Jetske Boelsma. Foto's op de persoonsbewijzen uit 1944
Collectie A.M. Kingma
warden. Daarbij haalde hij zijn gewetens
problemen aan: 'Toen kwam 1940, de
oorlog. Een grote teleurstelling voor mij
als antimilitarist, als humanist. Daarna
kwam de tijd van het verzet, het deelne
men aan de illegale strijd, soms volko
men in strijd met mijn antimilitaristi
sche beginselen.'
Naar Gaasterland
'Op de laatste zaterdag van juli 1944 ver
wisselden wij de Houtwielen voor onze
onderduikplaats Bakhuizen in Gaaster
land. Voor de oorlog hadden we al goede
contacten met de Bakhuister garagehou
der Rinke, de zoon van dorpssmid Kees
Mous, die voor het aannemersbedrijf het
smeedwerk voor de boerderijen in de
Noordoostpolder en de Wieringermeer
vervaardigde. We werden door de fami
lie Mous liefderijk en zonder enige aar
zeling opgenomen. Vanaf eind septem
ber beschikten we tot de bevrijding zelfs
over een huis en was ons gezin, op onze
dochter Rinske na, compleet.
In Gaasterland en in Bakhuizen was
'nog nooit wat gebeurd'. We voelden ons
daar betrekkelijk veilig. De gemeente
Gaasterland, met name de eerste amb
tenaar ter secretarie de heer Van Hout,
zorgde er inmiddels voor dat wij als
familie Frank van der Meer werden
gelegaliseerd en alle nodige distributie
bescheiden kregen. Om herkenning te
voorkomen droeg ik een bril en liet een
snor staan. We waren nu betrekkelijk
veilig. Nadat we eerst een paar weken
vakantie hadden genomen om wat bij
te komen van alle emoties, begonnen
wij ons hier ook weer te oriënteren op
verdere mogelijkheden. Op dienstpapier
van de Directie NOP had ik mezelf aan
gesteld als 'inkoper van hout' zodat ik
me enigszins kon bewegen.
Grote verlegenheid, toen in de late
avond van 12 augustus een ploeg land-
wachters Bakhuizen binnenviel en een
razzia begon uit te voeren. Wij stonden
voor een open dakvenster en konden alles
volgen en al spoedig bleek mij dat het
zeer waarschijnlijk dezelfde Leeuwarder
ploeg was welke twee weken eerder ons
huis in Leeuwarden had doorzocht. Er
was in huis geen schuilplaats en geen
vluchtweg, doch wij werden als door een
wonder gespaard. Juist toen enige van
'de mannen' voor ons huis stonden te
overleggen, we konden hen woord voor
woord verstaan, ging het fluitje 'verza
melen' en trokken ze weg.
Bakhuizen: opnieuw
een knooppunt van activiteiten
Augustus 1944. Op verzoek van 'Frans'
gegevens verzamelen over luisterpost
bij Sondel. Eind augustus kwam Piet
ons het tragische einde van Krijn van
den Helm meedelen. Hij was in Amers
foort door de SD'er Pieter Johan Faber
doodgeschoten. Wij waren hier wel enige
dagen kapot van.
Begin september was ik in de omgeving
van Leeuwarden. De bevrijding scheen
dichtbij te zijn. Toen we later beseften
dat de geallieerden voor de grote rivie
ren waren vastgelopen en we ons op een
'harde' winter moesten voorbereiden,
begonnen we naar mogelijkheden uit te
zien om ons gezin te herenigen. Twee
van onze kinderen zaten met ons dienst
meisje bij haar ouders in Ureterp, terwijl
onze dochter Rinske bij mijn oudste zus
ter in Holwerd was. De hereniging lukte
vlugger dan we gedacht hadden door
dat in Bakhuizen enige families, na het
afvuren der V-2's in het nabij gelegen
Rijsterbos, een veiliger plaats opzochten
en hun huizen verlieten. Wij konden de
beschikking krijgen over een groot huis
aan de Havenstraat. We begonnen met
ons eigen gezinnetje van vijf personen
plus ons dienstmeisje. Rinske bleef in
Holwerd.
Al spoedig was ons huis opnieuw een
knooppunt van activiteiten en was ons
gezin uitgegroeid tot dertien vaste met
meestal twee of vier tijdelijke leden.
Voor mijn vrouw beslist geen gemakke
lijke taak. Een arbeidsdienst-deserteur,
een ondergedoken student uit Delft en
de verloofde van ons dienstmeisje. Ver
der kregen wij contact met onderduikers
ter plaatse. Het bleek ons al spoedig dat
het daar ook behoorlijk 'vol' zat.
In de strenge winter van 1944/45
zetten we met behulp van de moedige
vissers Dirk Nagelhout, Lieuwe Keu-
ning en de gebroeders Harmen, Frank,
Auke en Jozef Vogelzang uit Laaxum
een voedsellijn op naar het hongerende