Hendrik Nijp (1884-1952), het ellendige leven van een
Leeuwarder moordenaar
LiC0Vac^t^i»2
32
Klaas Zandberg Leeuwarden werd eind 1929 opgeschrikt door een koelbloedige moord aan het Pieter-
seliewaltje op een jonge vrouw. De Leeuwarders hadden iets vergelijkbaars niet meer
meegemaakt sinds 1914. In de kranten en politieadministratie werden dan ook vele
regels gewijd aan dit misdrijf. De moordenaar was Hendrik Nijp, iemand van de zelf
kant van de Leeuwarder maatschappij.
Op 28 november 1929 kwam om 17.45 uur
bij de politie telefonisch het bericht bin
nen dat in een woning aan het Pieterse-
liewaltje op een vrouw was geschoten. De
dienstdoende inspecteur Hombrink en de
rechercheurs Bonga, Winkel en Spiekhout
spoedden zich naar de plek des onheils.
In de woning van Hendrik Breedenbach,
Pieterseliewaltje 6, troffen ze Annigjen
Fennema aan, liggend op de vloer in de
kamer. Zij was nog aanspreekbaar en kon
zelfs een verklaring afgeven. Annigjen
bleek kort daarvoor door haar man Hen
drik Nijp, van wie zij gescheiden leefde, te
zijn neergeschoten.
Hendrik Nijp (1884-1952)
Louter uit wraak
Nijp had haar die middag vanuit haar
voorlopige verblijfplaats Sneek naar
Leeuwarden gelokt met een telegram. In
het telegram deed hij zich voor als haar
schoonfamilie en beweerde dat hun kind,
dat daar was ondergebracht, ziek was.
De schoonzus van Annigjen, die aan het
Pieterseliewaltje woonde en op het kind
paste, wist van niets. De dreumes van
anderhalf bleek, tot grote blijdschap van
de moeder, kerngezond.
Toen betrad Nijp de woning. Eerst leek
er niets dramatisch aan de hand. De zus
ter schonk man en vrouw een kopje thee
in en smeerde boterhammen. Nijp pro
beerde zijn vrouw over te halen weer met
hem te gaan samenwonen, wat zij beslist
weigerde. Vervolgens liep hij woedend
de kamer uit, maar verscheen plotseling
weer in de deuropening met een pistool.
Nijp schoot zonder verder iets te zeggen
maar liefst zes maal gericht. Annigjen
werd in de buik en in de rechterbovenarm
getroffen. Liggend op de grond zei ze vol
gens een getuige nog 'o is dit nu de dank,
heeft hij daarvoor de gehele zomer van
mij geleefd?'
Zwaargewond werd ze per brancard
naar het stadsziekenhuis overgebracht,
waar dokter Nierstrasz de kogels ope
ratief verwijderde. Op 30 november om
één uur 's nachts overleed Annigjen, tot
het laatst toe bij kennis. De moordenaar
meldde zich een kwartier na zijn daad op
het politiebureau met de woorden 'wacht
meester, ik heb mijn vrouw doodgescho
ten, louter uit wraak, louter uit wraak.'
Het verleden van Hendrik Nijp
Toen Nijp zijn vreselijke daad pleegde
was hij 45 jaar, beduidend ouder dan zijn
tweede vrouw Annigjen. Hij had toen al
een avontuurlijk en crimineel leven ach
ter zich. Hendrik werd in 1884 geboren
als tweede kind in een arbeidersgezin in
Huizum. Beide ouders kwamen oorspron
kelijk uit Ferwerderadeel en zijn wellicht
door de gevolgen van de landbouwcrisis
genoodzaakt geweest naar elders te ver
huizen. Nog maar enkele maanden oud
verhuisde de kleine Hendrik met de rest
van het gezin opnieuw en ditmaal naar
Delfzijl. Al in 1885 kwamen ze terug en
vestigden ze zich in de Wissesstraat. In
de navolgende jaren verhuisden ze nog
een keer of tien en leerden nagenoeg alle
achterbuurten van de stad kennen. Vader
Gerrit Christoffels Nijp probeerde van
alles: fabrieksarbeider, gemeentereini
ger, broodventer en schipper op De Drie
Gebroeders. Kennelijk was hij een man
van twaalf ambachten en dertien ongeluk
ken. In 1897 nam hij een drastische stap en
vertrok hij naar Essen in Duitsland.
Het Pieterseliewaltje in 1910, gezien
vanaf de Oldegalileën