LiC0Vac^t^i»2 33 De recherche in politiebureau Hofplein. Van links naar rechts: Piet Winkel (chef), Veen- stra, Hendrik Alberts, staand daarachter Johannes Glastra, Folkert Visser, Piet Spiek- hout Het jaar daarop volgde het gezin. Gerrit overleed in Duitsland in 1906, waarna de meeste gezinsleden naar Leeuwar den terugkeerden. Hendrik Nijp woonde toen al weer in Leeuwarden, waar hij te boek stond als los arbeider en later als venter. Tus sen 1904 en 1929 woonde hij met zijn gezin achtereenvolgens in, op of aan Drooge Haven, Pieterseliewaltje, Olde- galileën, Noordvliet, Cambuursterpad, Keetbuurt, Poppebuurt, Noordvliet, Droevendal, Zuidvliet en Zaailand. Er waren twee onderbrekingen: tijdelijke arbeid in Dortmund in 1908 en een ver blijf in de Groninger strafgevangenis in 1918-1919. Nijp was inmiddels een goede bekende van politie en justitie geworden. In september 1917 werd hij wegens rijwieldiefstal preventief gede tineerd in het Huis van Bewaring te Leeuwarden. In oktober, op de dag van de uitspraak van zijn vonnis, zag hij kans uit de wachtkamer van het Paleis van Justitie te vluchten. Een half jaar later werd hij weer gepakt, waarna hij tot anderhalf jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Nijp werd ook in verband gebracht met bedreigingen, mishande ling en prostitutie. In 1924 overleed Atje Walstra, de eer ste echtgenote van Hendrik Nijp. Samen hadden ze veertien kinderen gekregen, waarvan er drie jong overleden. Van een normaal gezinsleven was kennelijk geen sprake. Van dochter Anna (gebo ren in 1920) bestond zelfs geen geboor teakte, omdat de vader de aangifte veel te laat deed. Sommige kinderen waren al voor het overlijden van de moeder bij andere familieleden ondergebracht of in het Stadsverzorgingshuis in de Haniasteeg en het Nieuwe Stadswees huis. Hendrik hertrouwde in 1926 met Annigjen Fennema in Amsterdam en ging daar ook wonen. In april 1929 kwamen ze weer naar Leeuwarden met hun zoon Dirk. Van de andere kinderen was alleen Baukje nog in huis. Nageschiedenis Het lichaam van Annigjen Fennema- Nijp werd na de gerechtelijke sectie door de politie gekist. De kist werd voorzien van een witte kruisband, opnieuw gewaarmerkt en voorzien van een rode lakstempel en vervolgens op 4 december begraven op de alge mene begraafplaats te Lekkum, beter bekend als het 'drenkelingenkerkhof van Snakkerburen, op regel 7, nr. 10, op twee meter diepte. Nijp kreeg een cel in de Leeuwarder strafgevangenis. Hij zat daar jaren lang op dezelfde afdeling als die andere beruchte moordenaar, IJe Wijkstra. Ze zullen ongetwijfeld contact met elkaar hebben gehad. Het lijkt erop dat Hen drik in 1942 werd vrijgelaten. Hij bleef in Leeuwarden wonen tot zijn dood op 4 december 1952. Zijn laatst bekende adres is 4e Vegelindwarsstraat 13. De kinderen waren al verspreid over familieleden en instellingen, maar dat gebeurde na de moord zo mogelijk nog meer. Baukje werd in het Nieuwe Stadsweeshuis geplaatst. Ze trouwde later met Klaas Kool en verhuisde naar Harlingen. Zussen Bertha en Anna vertrokken vanuit dat zelfde weeshuis naar respectievelijk Den Haag en Dron- rijp. Veel andere telgen van de familie Nijp wonen nog steeds in Leeuwar den. Een klein veldonderzoekje leverde helaas geen herinneringen op over dit zwarte schaap. De drenkelingenbegraafplaats in Snakkerburen midden jaren '80

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2013 | | pagina 35