LiC0Vac^t^i»2 7 Het familieportret dat mocht worden gestuurd naar de gevangenis in Scheveningen, van links naar rechts: Annie, Henk, Jaap en moeder Froukje Collectie H. Kerkhof onderduiker. Ook de gearresteerde bege leider bij hun arrestatie, Arend Lootsma uit Loënga, overleefde de verhoren van Gründmann en het kamp in Duitsland. Dat Christiaan Kerkhof niet terugkwam uit Utrecht bracht in het gezin grote span ningen teweeg, die door Henk Kerkhof als volgt worden verwoord: 'Eerst was er nog hoop dat het wegblijven van mijn vader misschien wel een andere reden had dan gearresteerd te zijn, maar dat was ijdele hoop. Volgend op de genoemde zondag 29 augustus, werd het in de nacht van dins dag op woensdag zeker dat hij in handen van de Duitsers was gevallen. Immers, het kon geen toeval zijn dat in die nacht de SD, in gezelschap van de beruchte Duitsgezinde Leeuwarder Lammers, voor de deur stond om huiszoeking te doen. Het moet een verlammende schrik voor mijn moeder zijn geweest. In een paar tel len voelde ze de zekerheid dat mijn vader opgepakt was. Als kinderen van zeven tien, dertien en zeven jaar, waren we er getuige van hoe ze volledig instortte... Vanaf dat moment stond onze huisarts, dokter Dekker, haar bij. Die steun had ze meer dan nodig. Het lag voor de hand dat de onderduikers na de huiszoeking natuurlijk niet konden blijven. Hoe het geregeld is dat ze elders onderdak kregen, weet ik ook niet. Wel dat het een paar maanden heeft geduurd en dat die periode een afschuwelijke, bijna niet onder woor den te vatten, tijd was. Want, hoe moet je de gemoedstoestand vertolken van alle doorstane ellende na de zondag dat mijn vader was opgepakt en de huiszoeking daarna. Verder te leven met elke dag de aanwezige gedachte dat man en vader in de Scheveningse gevangenis zat. Totaal onwetend wat hij moest doorstaan, wat er met hem ging gebeuren. En, omdat er maar geen oplossing kwam voor de onderduikers, van wie de vrouw tussentijds kon bevallen. Door het gedrag van de joodse man, die meerdere keren liet weten zich te willen aangeven, werd de sfeer in huis ondraag lijk. Als kinderen kregen we de taak op te letten dat hij het huis niet verliet als moe der er niet was. Toen het joods echtpaar niet meer allesbepalend was voor de span ningen in huis, was het een hele opluch ting. Het was een bevrijding niet meer op de tenen te hoeven lopen door het gedrag van de mannelijke helft van het echtpaar. Zij was een hele lieve vrouw, die wij tan te Lies noemden. Niet lang na de bevrij- ding heeft hij ons nog een keer bezocht. Toen hij en zijn vrouw destijds bij ons kwamen, hadden ze een paar spulletjes bij zich, waaronder een stofzuiger Toen mijn moeder geen inkomsten had, mocht ze met dat ding doen wat ze wilde. Onder de gegeven omstandigheden lag verkopen natuurlijk voor de hand, waar echter niets van kwam. Hoe schrijnend is het toen bleek, dat het bezoek van de man alleen was bedoeld om de spulletjes, inclusief de stofzuiger, op te halen. Met wat ik al eerder over deze Van Dam ver telde, toonde hij zich, zachtjes uitgedrukt, niet erg dankbaar.' In het Oranjehotel Direct na hun arrestatie waren de gevan gen leden van de Oranje Vrijbuiters overgebracht naar de gevangenis het 'Oranjehotel' in Scheveningen. Ze wer den op 28 februari 1944 berecht door het Polizeistandgericht in Den Haag, waarbij twintig Oranje Vrijbuiters ter dood wer den veroordeeld. Christiaan bleef tot het einde ongebroken en stimuleerde zijn celgenoten voor de ogen van de Duitsers nooit enige zwakte te tonen. Zelf zong hij iedere ochtend het Fries volkslied hardop. Hoe vreemd het ook mag lijken, de berich ten van de Engelse zender werden in deze gevangenis algemeen doorgegeven en Kerkhof vertelde ze aan iedereen. Meer dere keren kreeg hij straf, vooral minder eten, maar gelukkig konden voedings middelen door medegevangenen aan hem doorgegeven worden. In de maanden dat hij gevangen zat bleef thuis de onzeker heid knagen. Henk Kerkhof: 'Bezoek werd geweigerd, alleen schrijven mocht, echter zwaar gecensureerd, dus wat zich werkelijk ach ter de gevangenismuren afspeelde bleef onbekend. Er was ook totaal geen weet van of hij nog thuis zou komen, hoe hij werd behandeld, wat zijn vooruitzicht was, hoe hij zijn gevangenschap onderging. Toen pater Jacques Schreurs, die in dezelfde periode in het Oranjehotel zat en vrij werd gelaten, ons na de oorlog bezocht, werd die laatste vraag pas beant woord. En wel in het gedicht dat de pater over mijn vader heeft geschreven. Toen er voor het onderduikechtpaar ergens anders onderdak was geregeld, liep het tegen de winter van 1943-1944. Het wer-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2013 | | pagina 9