geschoten. Hals over kop vluchtte men de
Rode Kruisauto uit en de kelders in van
Brocades. Ze overleefden het en belandden
in Leeuwarden op Oldegalileën, waar een
school fungeerde als tijdelijk 'ziekenhuisje'
en onderkomen voor de evacués. Ze sliepen
op geïmproviseerde bedden, die in de klas
lokalen waren geplaatst. Er was weinig
comfort en privacy voor de vluchtelingen,
maar het kon gewoon niet anders.
9
[ÖTHEEKj
Het gebouw van de Raad van Arbeid aan de Eewal nr. 56 in januari 1930
De familie had ook een onderduiker, werk
nemer bij de toen stakende spoorwegen,
in huis. Tevens was er opa, gepensio
neerd treinmachinist, uit Arnhem, die op
zondag altijd bij de familie in Oosterbeek
de warme maaltijd mee at. Door de hevige
gevechten was opa niet meer in staat naar
zijn huis terug te gaan. Dus werd het een
6-persoons gezin.
In Klarenbeek, in de pastorie, was de
familie welkom, maar na enkele weken
waren ze gewoon te veel. Daarom werd
besloten naar Leeuwarden te vluchten,
waar een tante woonde. Met een auto van
het Rode Kruis reisde de familie naar het
noorden: vader, moeder, opa, de onderdui
ker en de 9-jarige Johan met zijn jongere
broertje. Bij Meppel was er plotseling een
luchtaanval van de Engelsen en werd er
Onderkomen aan de Groningerstraat
weg 47
Via gereformeerde kerkleden van de dia
conie werd er een huis geregeld. Ene heer
Kamminga, een 'rijk man', was eigenaar
van een bakkerij in Leeuwarden. Op de
broodkarren stond De Zelfstandigheid.
Kamminga verhuisde tijdelijk naar een
boerderij ten noorden van Leeuwarden en
het gezelschap van 6 mensen betrok zijn
hoekwoning aan de Groningerstaatweg 47.
In de winter van '44-'45 waren het bange
dagen met razzia's en overal in Leeuwar
den waren controleposten van de Duitsers.
Vaak hoorden ze het gerucht: alle mannen
melden op het Zaailand! Ook bij het draai
bare bruggetje van de Kippeloop stonden
de Duitsers. Deze brug werd zó gedraaid
dat je er niet over kon. Vader en de mee
gereisde onderduiker hadden de leeftijd
voor de 'arbeitseinsatz' en ze liepen con
tinu gevaar. Maar op het kantoor van de
Raad van Arbeid aan de Eewal 56 werkte
een betrouwbare man, die in noodgevallen
ter plekke een schuilplaats kon regelen.
Tussen twee verdiepingen zat een kruip
ruimte waar de twee zich konden verschui
len bij razzia's. Dat bleek ook enkele keren
noodzakelijk. Het betekende urenlang plat
liggen en je mond houden. Door schaarse
kieren waren de typistes zichtbaar die
onverstoorbaar doortypten.
Karige tijd
Op de andere hoek van de Groningerstraat
weg en de Goudenregenstraat, was destijds
een kruidenierswinkel gevestigd. Eén keer
per week werden er op winkelramen bul
letins geplakt waarop de bonnummers
stonden. Zo kocht je brood en melk, en per
persoon had je dan recht op bijvoorbeeld
1 brood, 1 liter melk en 110 gram peul
vruchten. Vader kreeg een bevriend adres
richting Jelsum, waar je bij een boer melk
kon kopen zonder bon. Vader had een van
metaal gemaakte container, waar twee
liter melk in kon. Licht gebogen, opening
van boven, afsluitbaar met een kurkje,
zodat je de melkcontainer makkelijk voor
je borst onder je kleding kon verbergen.
Producten waren echter lang niet altijd
in voorraad. Het was een karige tijd. Alleen
kool en uien waren te betalen. Ook werd er
op de boerderijen wel illegaal geslacht. De
familie kreeg eens een schapenpoot aange
boden waarvoor men een kapitaal vroeg.
In de winter werden bomen in de straat
in de buurt gewoon illegaal omgezaagd en
als brandhout gebruikt. Straatlantaarns
brandden niet. In huis was geen elec-
tra meer. Men zat bij een olielampje, dat
bestond uit een glas water, waarop een
laagje olie dreef. In die olie dreef een kurk,
waarin een gaatje zat. Door dat gaatje