limm LcovaF^ust, iC 10 hoogte nemen in Oosterbeek en hij kreeg een kaart waarop de toestemming stond om in en bij het half in puin geschoten huis rond te lopen. Een maand later werd de terugtocht aanvaard. De hele familie zat achter op een open vrachtwagen met een dekkleed tegen de kou. Onderweg reden er nog auto's op gas, dat verkregen werd door het verbranden van hout in een gene rator. Zo'n generator stond op of hing aan het voertuig. Er was geen diesel of benzine direct na de bevrijding. Autobrandstof was er alleen voor de bevrijders. Vader vulde in Oosterbeek een formulier in bij het gezag en zo kon de familie haar half ingestorte huurhuis in Oosterbeek weer betrekken. Dat jaar was de omgeving nog verre van veilig. In de nasleep van de oorlog werden veel spelende kinderen soms verminkt of gedood door landmijnen of ander oorlogstuig. Na de oorlog rondde Johan Jeronimus de hbs af en behaalde hij de akte Frans op de Kweekschool. De bedoeling was lesgeven op de mulo, maar het lot besliste anders. Hij belandde als purser bij de KLM en vloog de wereld over. Een mooi leven ligt achter hem. Maar de nieuwsgierigheid naar die tijd als evacué in Leeuwarden blijft bestaan. Zijn er wellicht nog nazaten van de familie Kamminga in leven? Wie herkent zijn verhaal en reageert? Opnieuw bevrijd Half april werd de familie opnieuw bevrijd. Er trokken tanks over de Groningerstraat weg de stad Leeuwarden binnen. Wat waren ze blij. Eindelijk echt bevrijd! De kin deren Jeronimus deden mee aan optochtjes en aan spelletjes voor kinderen, georgani- Intocht van de Canadese bevrijders op de Groningerstraatweg in april 1945 De Kippeloop (Verversbrug) met café Blauwhuis aan de Hoekstersingel in 1933 stak een 'katoentje', gedrenkt in de olie. Via dat katoentje werd de olie opgenomen. Dat kleine flakkerende vlammetje was de gezellige tafelverlichting. Stel je ook even voor dat er in die tijd geen telefoonverbinding en radio was, laat staan TV. Jaren daarvoor had je je radio toestel al moeten afgeven aan de bezet tende macht. Johans vader was onderwijzer. Die winter van '44-'45 waren de scholen geslo ten. Via een leerkracht in de buurt werden lees- en rekenboekjes geregeld. Zo was het mogelijk huiswerk te maken. Hoe ze rond kwamen? Misschien kreeg de familie een uitkering of sprong de diaconie bij. Ook tante Sijke, een zuster van oma woonde op Oldegalileën. In diezelfde winter reisde een deel van het gezin per boot naar Groningen, waar familie van vader woonde. Daar was het gereformeerde deel van Groningen druk bezig met de Artikel 31 kwestie. Die kwes tie dreef zelfs families uit elkaar. Was de voedselnood toen hoog gestegen? In ieder geval logeerden ze daar een poosje. seerd door snel opgerichte buurtcomités. De familie Jeronimus kon nog niet meteen terugkeren naar Oosterbeek, maar de heer Kamminga wilde zijn eigen huis weer bewonen. Het lot was hen goed gezind. Er kwam een statig smal heren huis op de Noordersingel vrij, dat was verlaten door een NSB-familie. Daar ver bleven ze totdat het veilig genoeg was om af te reizen. In juni 1945 ging vader pools-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2014 | | pagina 12