LcovoF^ust. iC
Halverwege de jaren vijftig werd een
groot aantal woningen in het IJsbaan
kwartier gesaneerd. In opdracht van de
gemeente werd door maatschappelijk wer
kers over elk afzonderlijk gezin rapport
uitgebracht. De woningbouwverenigingen
hadden het recht om aspirant-bewoners te
weigeren; de gemeente had daarentegen
de plicht om alle inwoners van huisvesting
te voorzien. Het Bureau Huisvesting van
16
■$iwSSctSS
Winkels met bovenwoningen aan de Linnaeusstraat in 1970
verhuur, solex-verhuur) of illegaal (auto
sloop, prostitutie).
Saneringsbuurten
Kort na de oorlog startte de gemeente in
de Weerklank met krotopruiming, later
zouden buurten als het IJsbaankwartier,
de Boterhoek, Klanderijbuurt, Huizum-
Bornia, Tulpenburg, Landbuurt, Werk-
manslust en dergelijke volgen. Sanering
van straten in buurten in en rond de bin
nenstad, met huizen die niet meer voor
bewoning geschikt geacht werden.
de gemeente stelde wekelijks een lijst op
met woningtoewijzingen. De 'betere' gezin
nen werd een gemeente- of corporatiewo
ning toegewezen. Het 'onmaatschappelijk'
deel, veelal kinderrijke gezinnen, werd om
diverse redenen naar de Linnaeusbuurt
verwezen, met een bewuste concentra
tie in het oostelijk deel van de Linnaeus
straat. 'Bewust', maar niet publiekelijk
besloten. Verwijzing naar de Linnaeus
buurt was verklaarbaar; daar stonden
immers gemeentewoningen, relatief goed
koop en beschikbaar, omdat een deel van
de oorspronkelijke bewoners alweer door
stroomde naar nieuwbouwwoningen, bij
voorbeeld in Schieringen.
Van de in 1954 weggesaneerde gezinnen
uit het IJsbaankwartier kwamen 42 in de
Linnaeusbuurt terecht. In 1960 waren in
de Linnaeusbuurt 92 gezinnen, bijna een
kwart van het totale aantal, afkomstig uit
saneringsbuurten.
Een aanwijzing voor een bewust concen-
tratiebeleid van probleemgevallen was dat
enkele 'nette' gezinnen uit de Linnaeus-
buurt benaderd werden om juist elders een
nieuwe woning te accepteren. Een andere
aanwijzing was, zo bleek later, dat veel
gezinnen naar de Linnaeusbuurt waren
verhuisd omdat ze absoluut niet mochten
kiezen, maar gedwongen werden.
De verhuisfrequentie in de Linnaeus-
buurt lag in de jaren tussen 1956 en 1960
duidelijk hoger dan elders in de stad.
Tussen 1964 en 1968 volgde een tweede
verhuisversnelling, met doorstroming
naar nieuwbouw (Bilgaard, Lekkumerend)
en nieuwe instroom vanuit onder andere
de Klanderijbuurt en Huizum.
Sociaal onderzoek
Op verzoek van de gemeente voerde de
Stichting Friesland voor Maatschappelijk
Werk in de periode november 1960 tot en
met januari 1961 een onderzoek uit naar
de vormen van onaangepast gedrag in de