Stoomschoenfabriek Friesland van de Firma
Van Huiden Van der Heijden 1910-1938
LcovaT^t^
19
Albert Hoekstra De Leeuwarder Courant van 2 juli 1910 maakt
een nieuwe industriële
onderneming en op 1 augustus 1910 bericht diezelfde krant over een aanbesteding
voor het maken van een schoenfabriek aan de Snekertrekweg 13 door architect Zytse
Feddema. In het archief van het gemeentebestuur van Leeuwarden bevindt zich de
bouwtekening die hoort bij de aanvraag van de Firma Van Huiden Van der Heijden.
De Prins Hendrikstraat, in augustus 1904 gezien vanaf de Willemskade. Links van het hoekpand
de Firma Van Huiden Van der Heijden aan de Prins Hendrikstraat 11
De aanvragers, de heren Maurits Machiel
(1874-1943) en Machiel Salomon van der
Heijden (1875-1940) woonden in Leeuwar
den en Maurits van Huiden (1875-1942)
woonde in Winschoten. In de Prins Hen
drikstraat 9 of 11 was een groshandel in
leder en schoenen. Vader Izaak van der
Heijden (1839-1917) en zijn vrouw Betje
van Huiden (1847-1929) waren in 1892
vanuit Winschoten naar Leeuwarden geko
men en vestigden zich eerst op Nieuwestad
112 boven, voordat ze naar Prins Hendrik
straat 11 verhuisden. Eerder hadden Izaak
van der Heijden en Mozes Michiel van
Huiden (1838-1921) in 1883 te Winschoten
een vennootschap onder firma Van Huiden
Van der Heijden opgericht voor het uit
oefenen van een leerlooierij, vellenbloterij
en de handel in leer en schoenmakersbeno
digdheden.
Als voorbereiding voor de start van de
bouw van een fabriek aan de Snekertrekweg
werd het onroerend goed Snekertrekweg 13
gekocht van Leendert van der Sande, direc
teur van de Maatschappij tot Exploitatie
van Veestallen en Veetransporten.
Na de opening van de fabriek verscheen
er in de Leeuwarder Courant op 5 janu
ari 1911 een artikel over de onderneming.
Aan de hand hiervan komen we iets meer
te weten over hoeveel mensen daar op dat
moment werkten. De heer Jan Baptist
Nieuwenhuisen, evenals zijn broer Nico-
laas, werkmeester en technisch leider,
nam de journalist mee door de fabriek.
De patroonmachine, snijderij en stikkerij
bevonden zich in een bovenzaal, waar circa
30 mannen en vrouwen werkten. De stans-
machine, vormmachine, zolensnijmachine
en een splitmachine waren op de begane
grond. Op de schoenmakerij werkten circa
25 personen, op de fabriek in totaal 65
personen; wekelijks konden er 2000 paar
schoenen worden gemaakt.
Connectie met Winschoten
Volgens een akte van uittreding uit de
firma van compagnon Maurits van Huiden
in 1914, bleek dat de in 1883 opgerichte
vennootschap onder Firma Van Huiden
Van der Heijden, gevestigd te Winschoten,
gewijzigd was bij twee onderhandse akten,
geregistreerd te Leeuwarden op 3 maart
1902 (ontbinding) en op 17 maart 1908
(oprichting). De start van de fabriek in 1910
was dus een voortzetting, maar dan op gro
tere schaal, van de in 1883 in Winschoten
opgerichte vennootschap.
In de Leeuwarder Courant van 29 april
1884 vinden we een advertentie waarbij
Izaak van der Heijden uit Winschoten mel
ding maakt van de opening van 'een maga
zijn van alle soorten zool- en overleder,
leestklaar werk en alle schoenmakers-four-
nituren'. Het magazijn was gevestigd op de
Oude Koemarkt tegenover de Korenbeurs
(nu Ruiterskwartier tussen Lombardsteeg
en Wirdumerdijk).
Eerder hebben we kunnen lezen dat deze
Izaak van der Heijden en zijn vrouw Betje
van Huiden zich in 1893 gevestigd hadden
in Leeuwarden vanuit Winschoten. In 1896