Hl SCHOENMAKERS
Lcova.V3uNt.jC
een Magazijn van alle soorten
Zool- en Overlcder, leestklaar Werk en alle
Schoenmakers-Foiirnitnren.
VIN HUIDEN 1VIIDEH HEIJDEN.
Uitsnede van een ontwerptekening uit 1910 voor een te bouwen schoenenfabriek aan de Snekertrekweg 13
had dit echtpaar het huis aan de Prins
Hendrikstraat 9-11 gekocht en vanuit dit
pand werden zaken gedreven; in 1916 werd
Prins Hendrikstraat 9 aan slager Willem
Visser verkocht en Prins Hendrikstraat 11,
ingericht als hotel, werd na het overlijden
van Izaak van der Heijden in 1917 ver
kocht aan Machinefabriek J. en H.W. van
der Ploeg. Zelf woonde het echtpaar Van
der Heijden-van Huiden van 1907 tot 1916
in Groningen.
De zonen gingen na hun opleiding en hun
huwelijk rond 1918 wonen op Emmakade
44 en 54. Volgens een artikel in (t Kleine
Krantsje op de Emmakade 44 (de kleine,
Machiel) en 54 (de grote, Maurits).
De fabriek
Op 3 augustus 1915 was er een brand uit
gebroken in de loods. Kort daarna werd er
een bouwvergunning aangevraagd voor het
bouwen van een nieuwe loods. Uit een dos
sier van de Kamer van Koophandel blijkt
dat de vennootschap is ontbonden bij akte
van 1 november 1935 voor notaris S. Mole
naar te Leeuwarden. Het bedrijf van de
vennootschap was overgegaan onder de
naam VEDEHA-schoenfabrieken NV, voor
heen Van Huiden Van der Heijden.
We zijn nu aangekomen in de crisisjaren
en die trof natuurlijk ook de schoenindu
strie. Uit de kranten vernemen we, dat er
al diverse fabrieken in Nederland waren
gesloten en dat er een roep was om een ver
bindendverklaring van collectieve arbeids
overeenkomsten, zodat de meerderheid van
werkgevers en werknemers de ongeorga
niseerden in de schoenenbranche zouden
kunnen dwingen tot gelijke arbeidsvoor-
waarden, zodat de onderlinge concurrentie
minder desastreus werd.
Bij schoenfabriek VEDEHA was er begin
maart 1936 sprake van een dreigend con
flict over de eisen van de organisaties over
de lonen. Door tussenkomst van een rijksbe
middelaar vond er op 7 maart 1936 een con
ferentie in Leeuwarden plaats over de lonen
en de contracten; men werd het eens over
het voorstel om een oplossing te verkrijgen
op basis van het voor de schoenfabrieken in
Noord-Brabant geldende contract.
Datzelfde Noord-Brabant (de Langstraat
De OndergeteekendenLeerlooiers te Wm
schotenhebben de eer H.H. SCHOENMAKERS
te berichten, dat zij met primo Mei e.k.
alhier zullen openen
Doordien zij ZoollederOverleder en Bazanen
zelf fabriceeren, en groote en voordeelige in*
koopen kunnen doen in alle Artikelen
die verder tot het vak behooren, kunnen zij
alles tot de billijkste prijzen leveren, en bevelen
zich daartoe minzaam aaneene nette en
prompte bediening verzekerende.
Het MAGAZIJN zal gevestigd zijn op <1®
OUDE KOEMARKT, tegenover de
Korenbeursalwaar het Lid der Firma, de
Heer I. van der HEIJDEN, eiken Donderdag
en Vrijdag zal tegenwoordig zijn.
LeeuwardenApril 1884.
Advertentie Leeuwarder Courant, 29 april 1884
met als belangrijkste plaats Waalwijk,
waar nu het Nationale Leer- en Schoenen
museum is gevestigd), is de bakermat van
de schoenenindustrie. In het najaar van
1910 waren door de Firma Van Huiden
Van der Heijden de nodige arbeiders uit
Brabant geworven, die hun vakkennis mee
namen voor de start van de fabriek in Leeu
warden. Volgens een artikel van Ad van den
Oord over de schoenenindustrie in Oister-
wijk, zouden de Brabanders die naar hier
waren gekomen, moeilijk kunnen wennen
aan Friesland en dat zou voor de directie
een reden zijn geweest om de activiteiten in
de zomer van 1938 naar Oisterwijk te ver
plaatsen. Mensen die niet konden wennen
of andere redenen hadden, vertrokken in
de regel al na 1 of 2 jaar. De reden voor de
verhuizing van de fabriek van Leeuwar
den naar Oisterwijk was met name, dat
in de Langstraat de concentratie van de
schoen- en lederindustrie gevestigd was en
derhalve ook de overige toeleveringsbedrij
ven; dat het daarbij voor de arbeidsmarkt
gunstiger was, ligt voor de hand. Het zoge
noemde loonconflict had geen directe rela
tie, maar was in afgeleide zin een gunstige
bijkomstigheid.
De gebouwen werden verkocht aan de
Frico, die dringend behoefte had aan uit
breiding.
Personeel
Een medewerker die meeverhuisde naar
Oisterwijk, was Johannes Limburg; verder
was er Diederich Lammertsma, procura
tiehouder, die ook in 1938 meeging naar
Oisterwijk. Hij was boekhouder in 1926
1927. Hij werd op een gegeven moment