LcovaF^ust, iC 26 Neen. Hebt gij na de ontmoeting met beklaagde en voor uw thuiskomst bij Zeilinga ook nog iemand ontmoet of gezien? Neen, niemand. Is u dien avond, toen gij samen waart, ook iemand voorbijgeloopen? Ja, een heer. Liep die in de richting van de 2e Kanaals- brug? Ja. Wat hebt gij gezegd, toen beklaagde u gesneden of gestoken had? Help! O, Jan een mes! Stond beklaagde toen niet dadelijk op, en liep hij niet hard weg? Ja, toen hij gestoken had dadelijk. Wat hebt gij toen gedaan? Ik ben naar mijn dienst geloopen. Hebt gij nog iets van de straat opgeraapt en waart gij iets kwijt geraakt? Ja, mijn hoed en een pakje; dat heb ik opge raapt en medegenomen. Hoe zijt gij bij Zeilinga in huis gekomen? Ik ben er in gegaan, maar Zeilinga heeft de deur voor mij opengedaan. Is toen dokter v. Eden bij u gekomen en zijt gij toen naar het ziekenhuis gebracht? En bent u daar nog? Ja. Hoe dikwijls heeft hij u gesneden en gesto ken? Ik voelde, dat hij mij driemaal heeft gesto ken. Hebt gij ook een mes gezien? Neen. Hebt gij gevoeld, dat het een mes of een ander scherp voorwerp was? Ja. Bloedde u dadelijk daarop? Ja. Sprak u vroeger gewoon en mist u na de verwonding uw spraakvermogen? Ja, maar na de verwonding kon ik niet meer spreken. Zijt gij gehuwd met J. Appeldoorn? Neen. Hadt gij bij de ontmoeting met beklaagde geld bij u? En hebt gij dat verloren? Ja, mijn eigen portemonnaie met een rijks daalder en vijf centen. Dus geen dubbeltjes? Neen, geen dubbeltjes. Draagt gij deze kam (de voorzitter laat die zien) bij u? Ja, ik heb ze later niet meer gezien. Hierop worden de van getuige ter terecht zitting aanwezige kleeren, welke ze dien avond aan had getoond en alle door haar herkend, behalve een zakdoek en de bewuste lap linnen. Dan vangt het verhoor weer aan. Hebt gij de linnen lap meegenomen naar Zeilinga, en hoe kwaamt gij daartoe? Ik heb niet gezien en weet niet, dat ik het bij mij had. Begreept gij met welk doel hij u op den grond smeet? Neen. Smeet hij u met opzet en onverhoeds op den grond? Ja. Hebt gij thans nog een buisje in de keel, waardoor gij ademt? Ja. De verdediger vraagt getuige, of er voor den avond van 14 December eenig onge noegen bestond tusschen beklaagde en getuige. Het antwoord was ontkennend. De voorzitter vraagt aan getuige: Wanneer heeft u het doekje op den mond gevoeld? Terwijl u op de grond laagt of daarvoor? Toen ik op de grond lag en nadat ik om hulp heb geroepen. Nadat hierop de beklaagde heeft ver klaard, dat hij, na te zijn opgestaan, nog even heeft vertoefd, en gezien heeft dat Akke haar hoedje opraapte, deelt de voor zitter mee - het was halfeen - dat er pauze zou worden gehouden tot kwart over één. In het Academisch Ziekenhuis te Groningen Uit de Leeuwarder Courant van 12 mei 1906: 'Akke Kobus, het slachtoffer van den bekenden moordaanslag aan het Nieuwe Kanaal alhier, zal Maandag a.s. het Stads Ziekenhuis voorgoed verlaten en zich naar Groningen begeven ten einde zich in het Academisch Ziekenhuis onder behandeling van professor Koch te stellen. Het meisje zal een vrij ernstige operatie moeten onder gaan aan den hals, welke operatie noodza kelijk is door de haar in December toege brachte wonden.' De Leeuwarder Courant van 22 mei 1906: 'Wij vernemen, dat de toestand van Akke Kobus, die Vrijdag in het Academisch Ziekenhuis alhier door professor Koch met gunstig gevolg aan den hals werd geope reerd, goed is.' De Leeuwarder Courant van 22 juni 1906: 'De toestand van Akke Kobus. In enkele bladen komen tegenstrijdige berichten voor omtrent den toestand van Akke Kobus, het slachtoffer van den moordaanslag aan het Nieuwe Kanaal, die zooals men weet, onlangs eene halsoperatie in het Acade misch Ziekenhuis heeft ondergaan. Het Nieuwsblad van het Noorden verneemt, dat zij waarschijnlijk voor altijd haar spraakvermogen zal missen, terwijl aan de N.Ct. wordt gemeld, dat de behandelende chirurgen de hoop op haar blijvend wel nog niet hebben opgegeven, maar dat haar toe stand zeer zorgwekkend zou zijn. Wij hebben derhalve getracht te Gronin gen inlichtingen te verkrijgen en vernemen uit goede bron, dat zoowel het bericht, dat de patiënte stellig haar spraakvermogen zal moeten missen, als dat haar toestand zeer zorgwekkend zou zijn, tegengespro ken moet worden. Akke Kobus heeft een tweede operatie ondergaan, waardoor haar toestand inderdaad gunstiger is geworden.' De Leeuwarder Courant van 23 juni: 'Een particulier schrijven van Akke Kobus, het slachtoffer van den moordaanslag aan het Nieuwe Kanaal, hetwelk ons ter inzage wordt gezonden, bevestigt ons bericht van gisteren, dat haar toestand gunstiger is geworden. Het meisje schrijft daarin zelf, dat zij weder "aardig beter wordt" en "goed gezond" is, doch dat het slikken nog zoo moeilijk gaat. Voorts dat de Groningsche professor Koch nog altijd hoopt, dat zij weder geheel zal herstellen, hetgeen echter nog lang zal duren.' De Leeuwarder Courant van 26 november: 'Akke Kobus, het slachtoffer van den moord aanslag aan het Nieuwe Kanaal alhier, is uit het Academisch Ziekenhuis te Gronin gen ontslagen en teruggekeerd in haar ouderlijk huis te Garijp. Haar gezondheids toestand is bevredigend. Zij moet echter ademhalen door middel van een zilveren buisje, dat in haar hals is aangebracht. Het spreken kost haar eenige moeite, doch het geschiedt vrij verstaanbaar.' In dichtvorm Tot zover de berichtgeving in de Leeuwar der Courant in de jaren 1905-1906. Zoals toen gebruikelijk was, waren er in die tijd dichters en zangers die een lied schreven over voorvallen die diepe indruk maak ten op het volk. Die werden in de handel

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2014 | | pagina 28