IBM
Dit was een ingezonden stuk in de Leeu
warder Courant 1968 door een vrouw uit
Nes die het vroeger met haar moeder zong.
27
IMUMiJUilMi
Emmakade noordzijdede panden 153155 en 157. Jacob Zeilinga woonde op nummer 153 Collectie Tijsma
gebracht en veel mensen zongen ze. Dat
is verleden tijd, maar toch waren er in de
jaren zestig van de vorige eeuw nog mensen
die zich die gedichten herinnerden, hoewel
vaak niet meer woordelijk. En als er dan
een ingezonden stuk in de krant verschijnt,
lijkt het alsof de deurtjes van het geheugen
opengaan en sta je versteld wat er nog naar
buiten komt. Zoals onderstaand gedicht:
Kom vrienden, blijf eens even bij mij staan,
En wilt mij eens aanhoren.
't Is van een jongeling, hij werkt' op de
fabriek
En schrijft zich Appeldoorn.
Hij had verkering aan 't Kanaal,
Bezocht zijn meisje menigmaal.
Maar liefde is, dat weet een ieder wel,
Op deze aard 't meest gevaarlijk spel.
Hij is toen naar de stad gegaan,
't Was twee honderd meter lopen,
Trof daar een Akke Kobus aan,
Wou liefde met haar aanknopen.
Maar zij gaf hem een weig'rend woord
Toen dacht de jongeling.
(de jaloezie kwam in zijn hart)
Hij leed verschrikkelijk een liefde smart.
Hij greep het mes al in zijn hand,
't Is niet om aan te horen,
Sneed meisje daarmee aan de hals,
Als wou hij haar vermoorden.
Hij hoorde daarop misschien gerucht
En ging toen dadelijk op de vlucht.
Hij is nog jong en daarbij vlug ter been
En nam de richting naar het Heerenveen.
Het meisje is nog opgestaan
Kon pas haar dienst bereiken.
Toen men haar vroeg wie 't had gedaan
Kon men haar nog begrijpen.
Men haalde dokter en agent
Die waren dadelijk present.
De hele nacht werd er gesurveilleerd,
Maar de snoodaard die had hem al
gesmeerd.
In Zwolle daar trof men hem aan,
Men ging hem arresteren
Naar Leeuwarden moest hij weer gaan
Daar moest hij voor de Heren.
Nu zit hij zeker achter 't slot.
Hoevele jaren dat weet God
Hij voor deez' daad moet boeten
Tot straf voor zulk een gruwel daad.
Akke is overleden in 1936 te Groningen.
Ik meen gelezen te hebben dat ze daar op
advies van een van haar artsen een baan
in de linnenkamer van het Academisch
Ziekenhuis had gekregen, omdat zij in
een zuivere atmosfeer moest verblijven.
Ze is begraven in Nijega, maar haar graf
steen is verdwenen en het graf vermoe
delijk geruimd. Het graf van haar zuster
Wietske, waar zij veel contact mee had, heb
ik wel gevonden op dezelfde begraafplaats.
Het inmiddels geruim
de graf van Akke Kobus
op het kerkhof van de
Nederlands Hervormde
kerk in Nijega (Sm.)
Collectie Tijsma