LcovaF^ust, iC
2
De 3 werkputten met alle sporen en enkele vondsten, geprojecteerd De twee aangetroffen muurresten.
op de contouren van het terrein van de Abbingastate met omgrach- Tekening ADC ArcheoProjecten
ting en de latere bebouwing op het terrein conform de kadastrale
kaarten van 1832 -1964 Tekening ADC ArcheoProjecten
Leeuwarden
Drachtsterpiein
oorspronkelijke muur
latere reparatie
funderingsplanken en onderliggende paaltjes
Villa
Abbingastate,1
Stins
Abbingastate
Stradpfabriek
Minnertsga en lid van de Staten van Fries
land (1627-1630). Omstreeks 1640 heeft
Kingma de Abbingastate verkocht aan
Wigle (Viglius) van Aytta (1572-1636). Die
verkocht de state alweer in 1642 aan Abra
ham van Schurman en Maria van Vierssen.
De familie Schurman heeft de Abbingastate
waarschijnlijk tot 1752 in haar bezit gehad,
want toen kocht Albertus Rengers de state.
In 1751 werd een verkoopbiljet gedrukt in
verband met de veiling van het 'adellijke
huis Abbingha-state' te Huizum.3 Aan de
hand van het verkoopbiljet kan een goed
beeld worden gevormd van de Abbinga-
state in de 18e eeuw:
Ten 1. Een hegte, sterke en wel
doortimmerde Huizinge uit het water
opgebouwt, voorzien met twee Royale
Voorhuisen, drie magnificque behan
gen Beneden-Kamers, Schrijf-Kamertje,
zes Boven-Kamers, waar onder een groot
behangen Zaal, Provisie-Kamer, Solde-
ringe over de gehele Huisinge, een grote
Commode Wijn- en Bierkelder, een ruime
Keuken voorzien met een Tinkas, Water-
steen, vornoisen en verdere commoditeiten,
en bij den ingang der Keuken een curieus
Lavoir, water ontvangende uit een Loden
Bak boven in het huis; nog een Somer-
wooninge, bestaande in een Somer-Kamer,
grote Keuken, voorzien met een Regen
waters-Bak, Spijkamer, Oven, Vornoisen,
Watersteen en aanregten, een Wasch-keu-
ken, wijde gang en op het end derzelver
twee kamertjes, grote Schuire, Knechts
bedsteed, Stallinge voor 6 a 7 Paarden, en
verscheidene Koestallen; mede een ver
makelijk Somerhuis, grote Hovinge en
Stakettingen met beste Vruchtdragende
Bomen beplant, Moestuinen, Gragten en
Zingels rondom de Huizinge met opgaande
IJperen Bomen beplant, alles staande en
gelegen onder den dorpe Huisum, Abbinga
genaamt, wordende thans bij de Heere
Rentemeester Haarsma bewoont, en op den
12 May 1751 vrij van Huiringe, enz.
In 1781 kocht Iskjen Catharina Bour-
boom de Abbingastate. Ze ging er wonen
met haar twee dochters. Iskjen Catharina
was de weduwe van mr. Willem Augustijn
van Sloterdijck (1714-1764), die burge
meester van Workum was en het burge
meestersambt van Hulst in Zeeuws-Vlaan-
deren, een Generaliteitsland, had gekocht.
De weduwe van Sloterdijck overleed al in
1785, vier jaar nadat ze de Abbingastate
had gekocht. Haar zoon, Jacob Frederick
van Sloterdijck, is na het overlijden van zijn
moeder waarschijnlijk de eigenaar gewor
den van de Abbingastate. Hij bekleedde
diverse bestuurlijke functies, zoals advo
caat van het Hof van Friesland, secretaris
van Leeuwarden, lid van de Staten van
Friesland, en van 1812-1815 maire van
Huizum. Hij overleed in 1815 op de Abbin
gastate. De oudste dochter, getrouwd met
Leonardus de Wendt, woonde het langst op
de state. Zij overleed kinderloos op 4 juli
1832. Na haar overlijden gaf haar man in
oktober van dat jaar opdracht tot het veilen
van planten, heesters en dergelijke uit de
tuinen en via een boelgoed de inboedel
van de Abbingastate. In 1833 kocht Heere
Harmens Poelsma de state en de daarom
heen liggende terreinen. In 1837 werd de