LeOVdLT^ LA.il er waren sociale kwesties, die vooral in de achttiende eeuw steeds meer voorkwamen. Die eeuw zou eindigen met de Franse Revolu tie, die ook aan Friesland niet voorbij ging. De belastingdruk was enorm gestegen en dat, ge combineerd met veepest en vooral ook de macht van slechts achtentwintig adellijke re gentenfamilies in Friesland, deed de gemoe deren in beweging komen. Hoe dacht Maria Louise daarover? Zij kwam natuurlijk voort uit een zeer oude vorstelijke familie uit Duitsland, die de over tuiging had dat vorsten door Gods wil voor het volk bepaalden wat goed was. Zij zagen in zulke bewegingen en in onrust dan ook een kwaad dat tegengehouden moest worden. Zij was van oordeel dat er nooit sprake mocht zijn van gewelddadigheid, dus geen opstand van het volk tegen de door God ingestelde overheid. Een vorst moest er dan ook voor zorgen dat het nooit zover kwam. Vermoede lijk zag zij, net als verreweg de meesten, niet in wat er in die tijd daadwerkelijk aan de hand was. Wat de diepe oorzaken van de con flicten waren, wisten ze niet. Dat grote ver schillen tussen de sociale klassen nog eens tot gewelddadige uitbarstingen zouden komen, voorspelde niemand. Zij wist wel vaak haar gezag aan te wenden om de gemoe deren tot bedaren te brengen. Dan waren er nog de Europese verhoudin gen. Ook daar moest Maria Louise alle aan dacht voor hebben. Zij was jarenlang de enige representante van de dynastie van de Oran jes. Vanuit Leeuwarden moest zij het Euro pees toneel in de gaten houden. Dit deed zij vooral door haar uitgebreide corresponden tie. Een mooi voorbeeld daarvan is het tot stand komen van het huwelijk van haar zoon. Zij schreef daarover met haar Europese fami lie in Scandinavië, in Duitsland en in Enge land. Uiteindelijk slaagde ze er op meesterlijke wijze in, dankzij haar diploma tieke vaardigheden, om haar zoon met prin ses Anna van Groot-Brittannië, prinses van Hannover, dochter van koning George II van Groot-Brittannië, te laten trouwen. Dat zij het vervolgens amper met haar schoondochter kon vinden, was niet van betekenis. Wel, dat haar zoon door dit overigens heel gelukkige huwelijk, zijn rechten had versterkt, dit tot grote ergernis van de Hollandse Staten. Een piëtistische levenshouding Maria Louise was bijzonder vroom. Haar hele leven stond in het teken van het geloof. Zij was oprecht rechtzinnig, godvrezend, maar niet behoudend, in die zin dat zij aan de leer van de kerk vasthield. Zij volgde lang niet al tijd de theologische dogma's van de kerk. Zij was eerder piëtistisch van aard, en dat bleef ze haar leven lang. Zij liet zich leiden door God. Dat kwam hoofdzakelijk ook door het moeilijke leven dat ze leidde en de vele te genslagen in haar persoonlijke leven. Zij ver trouwde dan ook volledig op haar Heer en Heiland. Zo maakte Maria Louise het mogelijk dat de evangelische broedergemeenten van de Hernnhutters naar Nederland kwamen, nadat ze in Duitsland binnen de Lutherse kerken geen plaats meer hadden. In Utrecht en vooral Zeist konden ze zich voortaan ont plooien als een piëtistische beweging. Maria Louise ging trouw ter kerke. Ze be zocht altijd de Grote of Jacobijnerkerk en ook wel de Westerkerk. In beide kerken maakte zij dan gebruik van een speciaal vorstenge- stoelte, de prinsenkraak. Met één predikant had zij een bijzondere band, ds. J.H. Schrader. Ondanks dat zij beweerde niet van reizen te houden, viel dat in werkelijkheid wel mee. Vorsten moesten altijd veel reizen, ze moes ten naar alle uithoeken van hun land. Dat gold ook voor Maria Louise. Ze verbleef graag op het jachtslot Soestdijk. Dat was recht streeks uit de erfenis van stadhouder-koning Willem III aan de Friese Nassaus overgegaan, dus daar konden ze volop gebruik van maken. Maria Louise kwam daar graag, omdat ze dan dichtbij haar vriendin Hen- Kopergravure van B. Picart met voorstelling van het verdrinken van Johan Willem Friso

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2015 | | pagina 7