Feelings over fantastisch Frijsicht Lcovo-'in} LA.il 22 Olivier Mouwe Onlangs bezocht ik met mijn zoontje de prachtige stad Leeuwarden. Hij wilde de Oldehove beklimmen, de ruim 40 meter hoge, stompe en scheve toren die nooit is afgebouwd en thans een van de symbolen van de stad is. Het eerste wat mij opviel toen ik de stad vanuit het station binnen liep, is hoeveel er is veranderd. Was Leeu warden vroeger een ingetogen, beschei den, misschien zelfs wel verlegen stad, in 2014 is het levendig, culinair, straalt het vro lijkheid en cultuur uit en... is het trots op zichzelf. En terecht. Jarenlang was er veel te weinig oog voor de schoonheid van met name de noordkant van het centrum en bleven die plekken leeg waar nu volle ter rassen zijn. De stad durft. Eindelijk. Een bezoek aan Leeuwarden is voor mij altijd bijzonder en mooi. Tot 1990 logeerde ik daar in de schoolvakanties bij mijn (oud)tante, eerst met mijn oma en daarna alleen. De laatste 20 jaar is een bezoek aan Leeuwarden altijd een weerzien met dierbare jeugdherinneringen. Dat geeft een mooi en leeg gevoel. Mooi omdat die fijne momenten van vroeger weer tastbaar zijn, en leeg omdat ik die tijden nog zo vaak mis en die vrij plot seling uit mijn leven zijn weggenomen. Mijn tante Alice woonde in een hoge flat (de eerste van drie op een rij) tegenover de voormalige watertoren, nu appartementencomplex Aquastate. Het was een van de eerste gebou wen die ik zag toen ik met mijn zoontje op het dak van de Oldehove stond en over de stad staarde, en mij erover verbaasde hoe ontzettend veel er is bijgekomen. Leeuwar den was in de jaren '80 een stad met overal braakliggend terrein omdat oude gebouwen rücksichtslos werden afgebroken en er altijd heibel ontstond over het bestemmingsplan. De stad hing destijds vol met de pamfletten 'Plat die stad!', zo hoopten mensen met hart voor hun omgeving een einde te maken aan het afbraakbeleid. Of Leeuwarden is gewor den waar zij toen op hoopten weet ik niet, maar de dagen van stadswijken met verwaar loosde graslandjes en kille zandvlaktes zijn voorbij: daar staan nu vaak appartementen, al dan niet in moderne en gedurfde stijl. Soms heel erg geslaagd, dan weer niet; de Ach- meatoren is vanaf Dokkum al te zien en dat in een typische laagbouwstad die vroeger alleen hoogbouw had in de buitenwijken aan de rand, zoals Bilgaard, Aldlan en Lekkumer- end. De laatstgenoemde wijk, een van de kleinste van Leeuwarden, kreeg zo'n slechte naam, dat deze buurt tegenwoordig Vrij- heidswijk heet. Is Leeuwarden hier en daar wellicht wat traag op gang gekomen, met grote-steden-problematiek is de stad al heel lang bekend. Nog steeds zijn er grote maatschappelijke problemen. Lekkumerend en Heechterp Om vanuit dat toen zo gevreesde Lekkumer- end bij de flat van mijn oudtante Alice in Heechterp te komen, hoefde je vroeger alleen maar de Groningerstraatweg over te steken, een vierbaansweg die op een drukke rotonde mondde, deze twee samen 'scheidden' de buurten. Heechterp heeft trouwens ook al zo'n naam, een Vogelaarwijk, de slechtste prachtwijk om in te wonen van Nederland! Wat leuk dat veel van mijn fijnste herinnerin gen hier liggen, ik hier mijn vakanties door bracht en dan volop genoot. De nieuwe naam van Lekkumerend is niet zo verwonderlijk. De rotonde is tegenwoordig verkleind en niet meer zo druk, maar wel nog een deel van het Vrijheidsplein. Het ver lengde van de Groningerstraatweg, richting Hurdegaryp, die vroeger als een soort snel weg langs de flat van mijn tante liep, is 100 meter opgeschoven. De voorheen stukjes braakliggende grond rondom de rotonde bie den nu plek aan bedrijven, zoals autodealers. Het stelde mij een beetje teleur - tante Alice is sinds 1998 al niet meer - en nu is weer iets wat bij haar hoorde verdwenen, al jaren trou wens. Tante Alice hield niet alleen van haar flat, maar minstens zoveel van de grote, drukke rotonde waar ze op keek, hoe meer verkeer hoe beter. Het was een prachtig ge zicht de vrachtwagens van de toen even ver derop gelegen Friesche Vlag te zien langsrijden. Ook deze keer liep ik een rondje om de flat. Niet alleen om mijn tante te herdenken, ook om mijn kindertijd en tienerjaren opnieuw te beleven. Als kind bouwde ik tenten van oude gordijnen op het balkon van haar flat op de zesde verdieping. Daar at ik ijsjes, snoep en koeken, daar kwam mijn tante bij mij op be zoek. Ik was heel verdrietig toen zij mij op een dag vertelde naar Ureterp te verhuizen. Dan was ze dichter bij haar zoon en kleinkin deren, maar ze klonk helemaal niet gelukkig. Ik ben één keer bij haar in Ureterp geweest. Ze praatte over niets anders dan de flat waar ze sinds de oplevering van het gebouw in de jaren '60 had gewoond en we hadden tranen in onze ogen toen we daar tijdens een dagje Leeuwarden met mijn oma langsreden. Een maand later was ze nog droeviger. Haar zoon ging scheiden en haar kleinkinderen zag ze niet meer. De verhuizing was voor niets ge weest. Ze had nog maar één wens, terug naar de flat in Heechterp. Aanvankelijk kon dit wel en niet. Ze kon zo een woning betrekken in de tweede of derde flat, maar tante Alice wilde perse naar de eerste flat, ze wilde terug naar de tijd van voor die vreselijke verhui zing, waar haar ex-schoondochter haar toe had overgehaald. Ook de huisarts bemoeide zich ermee. Haar smeekbedes werden ge hoord, zorgden voor compassie. De flat die in

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2015 | | pagina 24