LeoVdlr^ LA.il overgegaan in het bezit van de familie Hania, een naam die daarna altijd aan het gebied is blijven plakken. Het gebouw met achter liggende grond is in 1683 opgekocht door de Staten van Friesland. Zij wilden er in eerste instantie de Landschapsmunt vestigen, maar dit ging niet door. Een nieuwe bestemming leek zich aan te dienen toen Engelse on dernemers een verzoek indienden om een lakenfabriek in Leeuwarden op te zetten. Het oude Martenahuis zou Lakenhal worden, met hierin in ieder geval zestig weefgetouwen. Helaas, de onderneming 'liep op een fiasco uit'. In 1691 besloten de Staten daarom het pand in te richten als Lands Ammunitie-, Ge weer-, en Rusthuis. In 1809 werd het complex vervolgens eigendom van de gemeente, die het in gebruik nam als kazerne voor 220 sol daten. De achterzijde kreeg in 1830 een func tie als 'Inrigting ten nutte der algemeene armen', een voorloper van het Stadsarmhuis, dat hier in 1879 werd gebouwd. Nu kennen we dit laatste pand als onderkomen voor woongroep Haniahof. Voor deze nieuwbouw werden verschillende oude gebouwen afge broken. Dit waren deels resten van het oude Martenacomplex, maar ook verschillende ar- menwoninkjes en pakhuisjes aan de oostzij de van de Haniasteeg. Onderdelen van het Martenahuisgedeelte aan de Nieuwestad lijken echter nog te bestaan, ook al is deze be bouwing opgegaan in de huidige bioscoop. Huizen in de achtertuin van Hania Het Haniagebied zelf bleef in eerste instantie onbebouwd: het diende oorspronkelijk als achtererf en tuin voor de panden langs de Nieuwestad. Het werd gebruikt als paarden- en rijtuigenstalling en als moes- of siertuin met fruitbomen. Waarschijnlijk waren de meeste panden van de Nieuwestad destijds nog van elkaar gescheiden door smalle ste gen. Zulke paadjes waren niet alleen handig als 'achterom' voor de eigenaren, maar had den ook een brandwerende functie: zij belet ten het overslaan van vuur. Deze brand gangen zijn in de 17e eeuw uitgebouwd tot woonstegen met de straatnamen die wij nu nog steeds gebruiken. Namelijk: de Hania- steeg tussen de Nieuwestad huisnummers 36 en 38, de Wolvesteeg tussen de huisnummers 26 en 28 (naast Van Erp), de Messemakers- steeg tussen de huisnummers 20 (nu Trends) en 26, en de Molensteeg tussen de huisnum mers 21 en 23 van het Groot Schavernek (naast De Markies). De eerste woninkjes langs de stegen moeten tussen 1603 en 1622 zijn gebouwd. De naam Haniasteeg werd in 1612 voor het eerst vermeld, terwijl verderop de Ipe Brouwerssteeg in 1620 voor het eerst in documenten genoemd wordt. De naamgeving van de stegen verwijst vaak naar een pand bij de Nieuwestad. Voor de Haniasteeg spreekt dit vanzelf, terwijl de Wolvesteeg zijn naam dankt aan het pand De Wolf. Dit zou verwij zen naar zadelmaker Wolff Hanszoon, die hier in 1616 op de hoek gevestigd was. In de twintigste eeuw kreeg deze locatie vooral bekendheid door de familie Van Erp. De Molensteeg is vernoemd naar de molen aan de zuidzijde van het Schavernek, die op oude kaarten nog zichtbaar is. Aangezien huis nummers tot 1806 ontbraken, werden pan den vernoemd naar hun eigenaar, of er werd een aantrekkelijke benaming verzonnen. Nieuwestad 34 stond bijvoorbeeld bekend als herberg De Witte Zon. Zo'n titel was handig voor wie de weg moest vragen. De groeiende stad had grote behoefte aan extra onderdak voor de toenemende arbei dersbevolking en voor grondeigenaren was de verhuur van goedkope woninkjes waar- o e r itr Uitsnede van de kaart van wijk G uit 1876 van het gebied rond het Schavernek. De kaart is bijgewerkt tot circa 1920

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2016 | | pagina 29