Lcovo-'in} LA.il 28 Aquarel van Sjoerd Bonga van het Klein Schavernek gezien langs de Lieve Vrouwewaterpoort vanaf de overkant van de Heerengracht 1846 schijnlijk een uitstekend verdienmodel. Des tijds werd niet gesproken over huizen of wo ningen, maar over 'cameren', wat meteen duidelijk maakt dat zij uit slechts één ruimte bestonden. Dirck Kammer verschafte in 1617 bijvoorbeeld een hypotheek van 59 gulden voor een 'camer gelegen in de Hannia Stege'. Doed Jochums, de vrouw van metselaar Keimpe Wierxzoon verkocht in 1618 twee achter elkaar staande 'cameren' met loods, erf en 'hovinge' in de Hanniasteige aan het vlees houwersechtpaar Jacob Janszoon en IJck Sioerdtsdochter. De kamers brachten 475 goudguldens op. Dieucke Bauckesdochter, 'huijsvrouw van de eerdwercker (grondwer ker?) Jacob Cornelis' kocht in 1626 voor 200 goudguldens 'een camer met de cleine camer daarachter in de Haniastege' van Hadu Corne- lisdochter, de weduwe van Dirck Lamberts. De laatste trad in 1616 als getuige op voor een certificaat waarin werd vastgesteld dat kees drager (kaasdrager) Hans Henrix zich 'eerlijck en naar behoren gedraegt en tevens, dat hij in de Haniasteeg twee camers heeft'. Meester- schoenmaker Ruyrt Intes en zijn vrouw Aeltie Tiallings kocht in 1669 een pand op de hoek van de Molensteeg en het Schavernek. Zij be taalden hiervoor 700 goudguldens en 14 stui vers. De vorige eigenaar was een bakkers familie. Een volgepakte achterbuurt De oorspronkelijke stegen tussen de heren huizen waren smal en konden niet worden verbreed, want dan zouden er immers huizen gesloopt moeten worden. Bij het doortrekken van deze stegen werd wel gekozen voor een bredere aanleg. Wie de Wolve- of Haniasteeg tegenwoordig vanaf de Nieuwestad inloopt, kan nog altijd duidelijk zien hoe zij nauw be ginnen en zich geleidelijk verbreden. Ten westen van de Hania- en Wolvesteeg lag nog een derde woonsteeg. Dit was de Messema- kers- of Poolsteeg, die later weer is dichtge bouwd. In oostelijke richting zijn nog veel meer stegen aan te wijzen, beginnend bij de Ipe Brouwerssteeg en eindigend naast V&D. De meeste van deze gangetjes zijn later afge sloten, maar nu nog wel herkenbaar. Het woord 'achterbuurt' had tot ver in de negentiende eeuw een letterlijke betekenis: de beter gesitueerden woonden 'aan de voor- z ijde' langs grote straten als de Nieuwestad, het Schavernek en het Ruiterskwartier. Wie arm was, moest het doen met de onaanzien lijke kamertjes hierachter. Volgens de offi ciële cijfers telden de Wolvesteeg, Haniasteeg en Molensteeg gezamenlijk 446 bewoners in 1888. Dit is vergelijkbaar met de huidige dorpsbevolking van Lekkum. In de Molen steeg ging het toen om 93 inwoners, verdeeld over 30 gezinnen, die gezamenlijk 19 huizen bewoonden. Het bevolkingstal in de Wolve steeg bedroeg 62, verdeeld over 17 gezinnen in even zoveel huizen. In de Haniasteeg woonden 291 mensen, verdeeld over 34 ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2016 | | pagina 30