Leovax2U.it En ill dsn Vorst ear t/iodftorm vraagt ten 't Korporaal heel onvoreaagt. Fk; Lnnclfiorni doet (Wts veilig zjr, Dit biyft niyn roem sis Kapitein, Uitsneden van een prent uit 1815, met leden van de Landstorm, met als titel: Zie hier een moedig Volk, ten dienst van 't Vaderland, Getrouw voor hunnen Vorst en Vrolijk in hun Stand bovenarm. Het vaandel in het HCL stamt niet uit deze periode, waarin nog sprake is van de Landstorm, maar, zoals we verderop lezen, uit de twintigste eeuw toen de Bijzondere Vrijwillige Landstorm was opgericht. De mannen van de Landstorm namen hun eigen wapens mee: 'een geweer of jagt- of ganzenroer'. Aan wie dit niet bezat werd een piek uitgereikt: 'het vervaardigen der pieken geschiedt in elke gemeente en ten haren kosten'. Op 28 mei 1814 werd door B&W van Leeuwarden aanbesteed 'het verwen van 1200 stuks pieken voor de Landstorm'. De gebrui kers werden piekeniers genoemd. Naast deze piek droeg iedere man een 'zijdegeweer', zoals een sabel of een bijl en een stuk gereed schap voor graaf- en belegeringswerkzaam heden. Op oude prenten is overigens te zien dat er ook hooivorken als wapen werden gedragen. De bataljons namen gedurende de bevrij dingsoorlog van 1813/1814 veelvuldig deel aan het belegeren van de Franse garnizoenen. Leeuwarden kende twee bataljons. Luitenant kolonel was burgemeester Bernhardus Buma, de majoors C.W. Katwinkel en PJ. Suringar en de adjudant-majoors S.G van Overveldt en S. van Sloterdijk-Beekkerk. De heren S.H. Cats en IJ. Schulze hadden de rang van lui tenant-kwartiermeester en J. Vitringa die van chirurgijn-majoor. Ook onder de kapiteins komen we bekende Leeuwarders tegen zoals Beucker Andreae, IJpes, Feddes en onder de luitenants Van Boelens, Sijbouts, Le Maire en Van Wicheren. Op 24 april 1814 waren alle Leeuwarder mannen tussen zeventien en vijftig jaar oud verplicht zich te laten keuren op de geschikt heid voor de exercitie op het terrein aan Achter de Hoven nabij Mariënburg. Tot een daadwerkelijke inzet tijdens de bevrijdings oorlog kwam het niet voor de Leeuwarders, evenmin als in latere strijd. Dit verklaart waarschijnlijk waarom de standaardwerken over de geschiedenis van onze stad de Land storm niet noemen. Het absolute hoogtepunt voor de Leeuwarder Landstorm moet wel het bezoek van 'Koninklijke Hoogheid de Souvereine Vorst, benevens Hare Koninklijke Hoogheid de Vorstinne aan Leeuwarden' op 10 oktober 1814 zijn geweest. Vroeg in de morgen werd het koninklijk paar opgewacht aan de grens bij Stroobos. Langs de weg naar Leeuwarden stonden zeven bataljons van de Landstorm. In alle gemeenten langs de weg luidden de klokken en 'de lucht weergalmde van vreugdegejuich van een ontelbare menigte aanschouwers'. Vlak voor Leeuwarden over handigde de burgemeester de sleutels van de stad aan de vorst. De stoet ging vervolgens via de Spanjaardslaan tot aan de Vrouwepoort, waar de paarden werden uitgespannen en het volk de koets voort trok tot aan het huis van burgemeester Buma in het Stadhouderlijk Hof, waar het koninklijk paar logeerde. Langs de route stond de schutterij en de Landstorm stond in linie opgesteld voor het huis van Buma. De stad was uitbundig versierd en 's avonds prachtig verlicht. De volgende dag vertrok het koninklijk paar via Franeker naar Harlingen. Toen Napoleon in 1815 definitief was ver slagen, werden de eenheden ontbonden. 1ste Luitenant J.H. Van Boelens, later burgemees ter van Leeuwarden (1840-1865). H'j was één van de vooraanstaande Leeuwarders die in 1813 lei ding gaf aan de Landstorm in Leeuwarden

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2016 | | pagina 14