zelfs geen huisdier - de woningen zien bin nengaan of uitkomen. Us Mem Voordat we de Klanderijstraat aandeden trok ik moeder mee naar het bronzen standbeeld van Us Mem op het Zuiderplein. Het Friesch Rundvee Stamboek mocht de door beeldhou wer G.J. Adema gemaakte koe er in 1954, letter lijk voor de deur, neerzetten bij het 75-jarig bestaan. Ik wilde niets liever dan de koe be klimmen, maar mijn moeder liet zich niet ver leiden het standbeeld daarvoor te bestemmen. Deze terughoudende opstelling paste in een tijd waarin moeiteloos geschreven en onge schreven regels werden opgevolgd. Het lukte mijn ouders aardig deze houding aan mij door te geven. Zo las ik een paar jaar later met span ning de reportages van een verkeersactie die de Leeuwarder Courant organiseerde. Hierbij volgden journalisten van de krant onopval lend fietsers die het dagblad onder de snelbin- bouwstijl waarin de meeste huizen in het Sta tionskwartier waren opgetrokken. Het lijkt wel een stukje België aan de Stationsweg, alsof de welstandcommissie niet had opgelet. In te genstelling tot het Zuiderplein, de Klanderij- straten en gedeelten van de Schrans, bleef dit streekje de afgelopen vijftig jaar onveranderd. De eerste woning, op de Stationsweg 15, schuin tegenover ex-hotel De Pauw, aan het eind van de 19e eeuw opgetrokken en witge pleisterd, valt bij een eerste blik op door de ge ringe hoogte; een enkele bouwlaag onder een dak. Bij beter kijken blijkt dat het nodige is ge daan het een zeker aanzien te verschaffen. De daklijn is aan geen enkele kant van het huis gelijk en aan de iets naar voren springende middenpartij is te zien dat het huis graag als een notabele woning beschouwd wilde wor den, met een klein stijlvol balkon voor de flinke kajuit boven de voordeur. Daar is bo vendien de Barok bij gehaald, door op de ka juit een tapstoelopend minizuiltje een gebroken fronton te laten bekronen. Het is een charmant huis geworden, dat men eerder zou verwachten in de bossen rond Beetster- zwaag als starterswoning van een beginnend rentmeester. De Bajeestraat omstreeks juli 1965 Het huis ernaast, een kleine stadsvilla, is opgetrokken uit donkerrode gladde baksteen, doorspekt met enkele gele banden. Het staat daar sinds begin 1900 en is gebouwd in een overgangsstijl met een menging van chalet stijl, Jugendstil en neorenaissance. Het heeft vier overstekende kappen met uitgezaagd houtwerk en een balkon voor de grote raam- partij. Een stijlvol pand, waarvan er niet veel in Leeuwarden staan. Soms staat de begroei ing in de voortuin zo hoog dat het associaties oproept met het spookachtige huis in Alfred Hitchcocks film Psycho. Het derde huis, op nummer 19, staat op en kele meters afstand van de spoorwegovergang en werd rond 1925 gebouwd in cottagestijl. Het valt op omdat het van zwart geverfd hout is. Dat het huis er elke dag weer stond had op mij een rustgevende werking. Het verminderde mijn angst voor het, door vader en moeder in geprente, gevaar van lucifers. In deze drie hui zen moeten werknemers bij de NS met de betere banen gewoond hebben; hoofdopzich ter, tekenaar, seinopzichter, stationschef, rechercheur, technisch inspecteur. Ik twijfel daar niet aan, maar in al die jaren dat ik er dagelijks langskwam heb ik nooit iemand - ders van hun pakjedrager hadden geschoven Moeder en zoon Van den Berg Collectie Pieter van den Berg

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2016 | | pagina 25