L-
ïnnir
Schrans
LeoVAr^ LA.il
2uWerpteln
Willemskade ZZ
Batféestraat
Stationsweg
Us Mem
Klanderijstraten
Spoor naar Groningen
De Potmarye -
MS-Station
Hofl
Card v Manaerstr.
Plattegrond omstreeks 1955 van de omgeving van liet
'boodschappenloopje'. De cijfers op het kaartje verwij
zen naar de huisnummers in. de tekst.
Een plattegrondje waarop het gebruikelijke win
kelloopje staat aangegeven
Collectie Pieter van den Berg
en daarmee aangaven dat ze aan de actie mee
wilden doen. De fietser die een half uur zon
der fouten aan het verkeer deelnam, kreeg een
waardebon: 'Het half uur was bijna om, toen
hij rechtsaf de Leeuwerikstraat insloeg zonder
zijn hand uit te steken en we op zoek moesten
naar een andere deelnemer.'
Niet op de koe dus, maar moeder kwam te
gemoet aan mijn verlangen naar een gevaarlijk
leven door me op te tillen zodat ik mijn vin
gers in de neusgaten van het dier kon steken
en enkele seconden aan de kop bleef hangen.
Daarna nog een paar rondjes lopen op het
bankje dat de gemeente rond de grote boom
naast Us Mem had geplaatst, en dan zat mijn
Klein Slagharen er weer op.
Imposante spoorbomen
We staken over naar de Klanderijstraat 5 en
klommen een stenen trap op naar de winkel.
Naast het verkopen van zijn waar had de krui
denier een bijzondere belangstelling voor
mijn chronisch duimzuigen. Het bracht peda
gogische reserves in hem boven. Hij smeerde
mosterd, lekkerder dan Grey Poupons mou-
tarde forte au vin blanc, op mijn duim. Mis
schien had hij mijn onschuldige neurose beter
freudiaans kunnen duiden, want nog steeds
loop ik in de supermarkt langs het schap met
mosterd in de hoop een evenknie van de
duimmosterd van toen te vinden. Met het
leren luisteren en het langer worden van de
benen, mocht het tuigje af en wandelden mijn
moeder en ik naar winkels op de Schrans. Hoe
vaak we er ook langskwamen, de spoorweg
overgang bleef boeien. Als er een trein in aan
tocht was sloot de man in het seinwachters-
huisje de Schrans af met imposante spoorbo
men. Als deze recht omhoog stonden leken ze
strak en slank als vlaggemasten, tijdens het
dalen vouwden ze langzaam uit en zag ik de
streep veranderen in een parallellogram dat
zich uiteindelijk transformeerde naar een
rechthoek als de bomen horizontaal op hun
plaats vielen.
Bijna had ik nooit van het bestaan van deze
slagbomen geweten, want in 1916 maakte de
directeur van gemeentewerken, W.C.A. Hof
kamp, een ontwerp voor een verkeerstunnel
onder het spoor en een loopbrug er overheen
voor voetgangers. Het bleef bij een ontwerp.
Toen ik zonder begeleiding naar de lagere
school in de Emanuel Murandstraat mocht
lopen, kon ik de verleiding niet weerstaan zo
nu en dan een spijker op de rails te leggen om
na het passeren van de trein een mes te heb
ben.
Gewend aan de geordendheid van het Sta
tionskwartier viel me na het oversteken van de
overweg op, dat de Schrans aan de rechterkant
begon met een wonderlijk huizenblok op
nummer 2, dat als een eiland stond afgezon
derd van de omgeving. Het bestond uit heren
huisachtige panden met twee bouwlagen
onder afgeknotte schilddaken en had witge
pleisterde muren. Ze waren gebouwd in de
tweede helft van de 19e eeuw en hadden hun
beste tijd achter de rug. Het decorum was on
dermijnd door afgebladderde verf en reclame
borden aan de muren met aanprijzingen voor
sigaretten van Hunter, Clysma en Turmac, au
tobanden van Goodyear en Kelly, en thee van
Van Nelle. In een klein aanbouwsel kon bij de
Verenigde Brandstoffen Bedrijven, en later bij
Kolenhandel S. Antoine Zonen, kolen wor
den besteld ('Vlugge betrouwbare bediening
voor betere brandstoffen'). De drie mannen op
het kantoor waren op dat moment nog heer
lijk onwetend van hun ondergang als kolen-
verkopers door de ontdekking van aardgas
velden in Groningen in 1963. Zadelmakerij
Meijer had er ook een onderkomen - er stond
een groot leren paard in de winkel, vlak achter
de deur. Daarnaast verkocht hij kleinspul als
portemonnees en repareerde de voetballen
van Leeuwarder voetbalclubs. In een ander
deel van het gebouw woonden alleenstaanden
op kamers.
Tot in de jaren dertig stonden tegen de zuid
kant van dit blok twee kleine woningen die uit
een 18e eeuws schilderij leken gekopieerd. Na
de sloop vulde een snackbar jaren later de vrij
gekomen ruimte op. De verwondering over de
onttakeling was snel verdwenen, want om het
hoekje bij Meijer stond de viskraam van Van
der Meer, waar moeder vijf cent op de toon
bank legde en ik een grote zure bom kreeg.
Een paar keer zijn de lelijkste plekken wegge
werkt, maar het blok dat met wat onderhoud
de uitstraling had kunnen hebben van een
zelfbewust koloniaal bestuurscentrum, raakte
steeds verder in verval en werd in 1966 ge
sloopt, later gevolgd door een rij bedrijfspan
den aan de overkant waaronder dat van slager
Adema, taxibedrijf Schumacher - inclusief het
voormalige Pniëlkerkje -, kaaspakhuis Tam-
minga Zn en de huizen in de oude Smids-
buurt. Op de vrijgekomen ruimte kwamen in
1987 de 84 Winiaherne-appartementen te
staan.
Tegenover de viskraam, aan de andere kant
van de Schrans, naast de spoorbaan op num
mer 5, had de gemeentereiniging een vesti
ging. De tegenstelling tussen het bouwwerk
in verval, waar ik met mijn zure bom stond en
de gebouwen van de gemeentereiniging, was
groot. Daar stond een goed onderhouden,
vriendelijk ogend langwerpig complex met
een magazijn, wagenloods, smederij, wagen
makerij, opslag voor strooizand en een schil
derswerkplaats. De oorspronkelijke stortplaats
voor huisvuil - het asland, dat achter de ge
bouwen tot aan het riviertje de Potmarge