ondanks zware roet- en waterschade - voor de verzengende vuurzee worden gespaard. Op 27 april 1864 werd de woning aan de Poststraat verlaten, waarna de MacLeods op 3 mei van dat jaar officieel werden uitgeschre ven naar Assen. Hun Zeeuwse dienstbode diende daarna nog korte tijd in Leeuwarden. Zonder hier al te diep op de persoon van Rudolph MacLeod in te gaan - er is genoeg over hem te vinden op internet - kan worden gesteld dat onze beroemde stadgenote Marga- retha Geertruida Zelle en haar echtgenoot Rudolph tijdens hun slechts zeven jaar du rende huwelijk in het het verre Nederlands Indië toch minimaal één gemeenschappelijk gespreksthema moeten hebben gehad waarin ze zich beiden moeten hebben kunnen vin den: hun jeugdherinneringen aan dat 'smoute stadtsje' Liwwadden in patria! Voor het overige was het in 1895 aangewak kerde liefdesvuur tussen de beide tortelduifjes al snel gedoofd. MacLeod schreef in 1899 in een brief aan zijn zuster Frieda over zijn hu welijk met Zelle: 'Als ik maar geld had om ze af te kopen, want daar doet het beest alles voor... Als ik eerst van het lijk af kon komen, dan was ik een rijk man, maar vat op zich geven, zodat je de wet kunt inroepen, doet ze niet. Ik houd het soms haast niet uit met het beest in huis, maar wat moet je doen om er af te komen? Met of zonder schandaal, dat kan mij niet schelen'. Mata Hari en Rudolph Mac Leod in gelukkiger tijden Ter hoogte van de Blauwe Brug, hier in het midden van deze prentbriefkaart uit circa 1900, bewoonden de Mac Leods tussen 1861 en 1863 een woning aan het Zuidvliet

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2016 | | pagina 33