Marktplaats (deel 1)
Leovax2U.it
6 Walter Kromhout
De verhuizing van de veemarkt van het ter
rein nabij het station, de Oude Veemarkt,
naar een nieuwe locatie aan de westrand
van de stad, de Frieslandhal, was ingrjpend
en van grote betekenis voor de ruimtelijke
en economische ontwikkeling van de stad.
Er ging veel discussie aan vooraf. Niet al
leen over de veemarkt zelf, maar samen
hangend daarmee ook over de Lange
Marktstraat, de Wilhelminabaan en de
Tesselschadestraat. In dit deel 1 kijken we
naar de periode vóór die laatste verhuizing.
In deel 2 komen de ontwikkelingen aan de
orde op weg naar en na die verhuizing.
Zo halverwege de zestiende eeuw
was er al een soort veemarkt in
Leeuwarden, bijna vanzelf be
gonnen. Boeren uit de omgeving
zochten en vonden een centrale plaats om
vee te kopen of te verkopen op de Nieuwe-
stad, aan de westzijde van de Waag. Voor elk
paard of rund moest een stuiver marktgeld
betaald worden ten behoeve van de schut
terij. Er was nog geen sprake van een geregel
de wekelijkse markt. Pas aan het begin van de
negentiende eeuw zou de vrijdag de vaste
marktdag worden.
In 1697 werd de markt verplaatst naar het
Ruiterskwartier 'om de breedzijde der
Nieuwestad hier van te ontlasten' (Eekhoff).
De markt zorgde namelijk voor forse vervui
ling van het hart van de stad. Aanvankelijk
werd alleen het oostelijk deel van het Ruiters-
kwartier benut, ten noorden van de Oude
Heerengracht, die liep tussen het Schavernek
en de Wirdumerpoort.
Door demping van een deel van de gracht
kon een eerste uitbreiding gerealiseerd wor
den, vanaf het plein ter hoogte van de Oude
Lombardsteeg tot aan de Wirdumerdijk, met
aan de oostelijke kant een parkeerplaats voor
veewagens, toen Wagenplein genaamd.
In 1845 werd ook het resterende deel van
de gracht gedempt, waardoor meer ruimte
beschikbaar kwam voor de runderen-, scha
pen- en varkensmarkt. Er kwamen plannen
om het gehele Wilhelminaplein als veemarkt
in te richten. Er kwamen echter ook vragen of
dat in de verdere toekomst afdoende zou zijn.
Er werd steeds meer vee aangevoerd. 'De
toenemende belangrijkheid der veemarkt
hier ter stede deed reeds herhaaldelijk den
wensch uiten naar eene verbeterde inrigting
van het daartoe bestemde terrein' (handelin
gen gemeenteraad 1872).
Villa's en vee
Aan de gemeentearchitect werd de opdracht
verstrekt om een locatie te vinden die vol
doende ruimte bood, geschikt gelegen was,
ten behoeve van de goede orde en hygiëne
afgesloten kon worden en zo kon worden in
gericht dat alle soorten vee goed konden wor-
den waargenomen en onderzocht. Twee ont
werpen werden aangeboden: een vergroting
en verbetering van de bestaande locatie én
een nieuwe marktplaats in het uitbreidings
plan van Romein. Voor het gebied tussen de
nieuwe gracht en het station had Romein een
plan ontwikkeld voor luxere woningbouw en
villa's. Er waren 102 percelen beschikbaar,
maar de verkoop verliep moeizaam. Het
westelijk, laaggelegen deel van het uitbrei
dingsplan, kwam in aanmerking als vee
marktterrein.
Aanpassing van de bestaande locatie werd
om meerdere redenen verworpen. Dat zou
betekenen dat het gehele plein voor het
Paleis van Justitie opgeofferd zou moeten
worden. Een doelmatige afsluiting werd niet
mogelijk geacht en een overdekking was on
mogelijk 'zonder het plein te ontsieren'.
Gekozen werd voor een nieuwe locatie tussen
de net aangelegde Sophialaan aan de oost
kant, de toen nog bestaande Korte Markt-