straat aan de westkant, de Lange Marktstraat
aan de noordkant en de Zuidersingel ('Achter
de Veemarkt') als zuidelijke begrenzing. Een
locatie die voldeed aan de gestelde criteria.
De gunstige ligging nabij het station ver
sterkte de keuze.
De oude Oude Veemarkt
Op 18 april 1874 werd de nieuwe veemarkt
voor gebruik geopend. Twintig jaar later
werd een deel van de markt overkapt om het
kwaliteitsvee enige beschutting te bieden.
In 1900 vond de eerste uitbreiding plaats aan
de kant van de Zuidersingel ten behoeve van
de schapenmarkt. Meerdere uitbreidingen
zouden volgen: in 1904 een uitbreiding
richting de Sneekerkade als gevolg van de
stijgende aanvoer van varkens en een uit
breiding op de locatie waar eerder een bad
inrichting was geprojecteerd. De Korte Markt
straat kwam daarmee te vervallen. In 1908
kwam een verdere westelijke uitbreiding en
in 1911 een uitbreiding aan de oostelijke kant
ten behoeve van extra ruimte voor runderen.
De huidenmarkt, de marktmeesterwoning en
een brandspuithuisje werden daarvoor opge
offerd. De huidenmarkt werd weer verplaatst
naar het Wilhelminaplein. Het plantsoentje
aan de oostzijde werd verkleind. Aan de
zuidoostzijde kwam een nieuwe entree en
aan de Lange Marktstraat kwamen extra in-
en uitgangen ten behoeve van de bezoekers
en om het overbrengen van het vee naar de
stallen en vervoermiddelen aan de Willems
kade te vergemakkelijken.
Schapen op niveau
In 1928 werd aan de gemeenteraad een voor
stel voorgelegd om de veemarkt verder uit te
breiden door het maken van een verdieping
boven het westelijke gedeelte van het markt
terrein. Uitbreiding van de veemarkt met een
verdieping was in die tijd uniek in Nederland
en noodzakelijk voor Leeuwarden. Aan de
oostkant moest het plantsoen gehandhaafd
worden om de entree van de stad vanaf het
station geen kwaliteit te laten verliezen. Ter
reinvergroting aan de westzijde zou beteke
nen dat een deel van de Harlingervaart moest
worden omgelegd (tegen hoge kosten!). Aan
de noordzijde bepaalde de bebouwing van de
Lange Marktstraat de grens. Aan de zuidzijde
was dat de parkeergelegenheid voor veewa
gens langs de Zuidersingel. Een tweede
marktdag werd overwogen, maar dat zou toch
nog te weinig ontlasting betekenen voor de
aanvoer op vrijdag.
De marktmeester had een sterke voorkeur
voor schapen op de verdieping: 'die kunnen
makkelijk gedreven worden en bewegen vrij
makkelijk op een helling'. De verdieping
kwam op vier en een halve meter boven het
maaiveld.
De gemeenteraad nam het voorstel over,
maar enkele raadsleden constateerden wel
dat hiermee geen verbetering kwam - eerder
nog een verslechtering - van de verkeers- en
vervoersproblematiek. De aan- en afvoer van
vee via boot (Willemskade) en trein (via lange
veestallen van de NS, zuidelijk van het sta
tion) werd immers steeds meer vervangen
door veewagens. 'Wie vrijdag in Leeuwarden
rondziet, zal tot de conclusie komen dat de
toestand onhoudbaar is'. De Kamer van Koop
handel had een sterke voorkeur voor 'het
groote plan', dat wil zeggen bijtrekking van
de Wilhelminabaan voor de veemarkt, maar
ging onder de gegeven omstandigheden
(tekortschietende financiën) akkoord met de
verdiepingbouw.
In juni 1929 volgde de officiële opening
van de betonnen verdieping door burge
meester Beijma. Hij wees nog eens op de zeer
gunstige ligging van de veemarkt: dicht bij
Plan gemeente
Leeuwarder Courant13 april 1940
tCiuwMtn f it'
mi""
V*
Plan van de Kamer van Koophandel
Leeuwarder Courant13 april 1940
«al
I '"IVilirl