al Kr LeoVdlr^ LA.il Tonnen en minuten De gemeenteraad besprak in september 1955 de plannen. De besluitvorming richtte zich niet alleen op de grond-, riolerings- en be- stratingswerken voor de veemarkt. Het ging ook om de aanleg van het deel van de rondweg tussen de Troelstraweg en de Har- lingervaart. Aanleg daarvan was niet alleen van belang als volgende schakel in die rondweg, maar tevens om de toekomstige verkeersstroom van en naar de veemarkt op te vangen, voor ontsluiting van, tot dan toe, doodlopende straten in de Westerparkwijk, en voor de aanvoer van bouwmaterialen voor de te bouwen markt. De Harlingertrekvaart moest uitgediept en verbreed worden. De Harlingertrekweg zou doorgetrokken worden tot aan de spoorlijn, voor het kunnen maken van een goede laad- en loswal in verband met de aanvoer van bouwmateriaal. Daartoe moest het rijtje van elf huizen langs de vaart, de Galgefenne genoemd, onteigend worden en vervolgens gesloopt. De gemeenteraad ondersteunde het col legevoorstel om de autotunnel (nog) niet aan te leggen. Dat voorkwam een forse extra in vestering voor een gebruik op alleen de vrij dag. Bovendien verwachtte men, dat op het moment dat er veel 'gewoon' verkeer op de rondweg zou rijden, de aanvoer al uren daar voor had plaatsgevonden. De autotunnel zou bovendien ook nog eens doodlopen bij de spoorweg'overgang'. VVD-raadslid Van der Veen stelde nog voor om de rondweg omhoog te brengen ter plaatse van de veemarkt. Dat voorstel ver kreeg geen steun: het was qua kosten niet veel gunstiger dan een tunnel en voor het aanzicht desastreus. Raadslid De Vries (PvdA) noemde zijn bezwaren tegen uitstel van het parkeerterrein ten westen van het spoor. Directe uitvoering zou per saldo goedkoper zijn en wie weet zou de beschikbare parkeerruimte al snel te krap blijken. Niet alleen de financiële situatie was hier belemmerend, wethouder Van der Schaaf wees ook op het feit dat juist die grond niet in gemeentelijk eigendom was. De sug gestie vanuit een deel van de raad om het ten- |rf 1i l i f .9 11 1 ïf Laatste jaar Oude Veemarkt, 1963 toonstellingsterrein te combineren met een sintelbaan werd welwillend ontvangen, maar niet doorgezet omdat die combinatie afbreuk zou doen aan het primaire doel van het ter rein. Overigens zou dit terrein vanaf 1965 een aantal jaren gebruikt worden als voetbalveld. Uiteindelijk werd in een uur tijd de ƒ6.000.000,- vergende investering akkoord verklaard. Zoals de Leeuwarder Courant aan gaf: besluitvorming met een gemiddelde snelheid van een ton per minuut'. Overdekt In 1959 besloot de gemeenteraad dat het marktterrein voor een belangrijk deel overdekt zou worden. Niet zonder trots kon aangetoond worden dat Leeuwarden met 33.000 m2 (tijdelijk) de grootste overdekte ruimte van Nederland zou krijgen. Het totale oppervlak, inclusief tentoonstellingsterrein en parkeerterreinen, besloeg maar liefst veer tien hectare. Langs de rondweg was een marktgebouw voorzien van bijna 300 meter lang, met ruimte voor acht cafés, met op de eerste verdieping ruimte voor diverse veemarkt gerelateerde diensten en op de tweede verdieping acht woningen. Voor dit alles stelde de raad een krediet van tien miljoen gulden beschikbaar. Architect was H. Achterhof. Los daarvan werd nog besloten om de nieuwe veemarkt van een spooraansluiting te voorzien, als aftakking van de lijn Leeuwar- den-Stiens. Daartoe was nog wel overleg met de NS noodzakelijk en een grondruil. Ruim een jaar later kwam het college met een aangepast voorstel met een iets een voudiger opzet, gezien de moeilijke finan ciële positie van de gemeente op dat mo ment. De overkapping van de hallen bleef gehandhaafd, het marktgebouw werd echter tot één verdieping teruggebracht, met veel minder dienstvertrekken (23 in plaats van 62), met zes cafés en met 'slechts' één wo ning. De totale lengte van het marktgebouw werd teruggebracht tot 255 meter, op twee plaatsen onderbroken door brede ingangen naar het marktterrein. Op deze wijze werden de kosten teruggebracht tot ƒ8.850.000,-. De bouw van de veemarkthallen werd in gedeelten opgesplitst, waarbij elk onderdeel door een specialist op dat gebied werd uit gevoerd. De terreinaanleg en het heiwerk door Haitsma uit Harlingen, de metaalcon structie door De Vries Robbé Co uit G0rinchem, het betonwerk door een bedrijf uit Kampen en de afwerking van de be bouwing door J.G. Visser uit Leeuwarden. In 1961 werden ruim 2400 betonpalen aangebracht als fundering. Door de strenge

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2017 | | pagina 11