mw\*
SB
II
Lcovo.'in} LA.il
winter van 1963 gingen maar liefst veertien
werkweken verloren; een verlies dat later in
dat jaar goedgemaakt moest worden om het
oplevermoment (Frisiana!) te kunnen halen.
Voor de zes cafés waren elf gegadigden.
Eerder was toegezegd dat met de belangen
van de bestaande horeca-exploitanten aan de
Lange Marktstraat zoveel mogelijk rekening
gehouden zou worden bij de beschik
baarstelling van ruimte. Die toezegging werd,
deels, nagekomen: Chr. Goes jr., J.H.H. Goes,
H. Prins en T. Boekema werd ruimte gegund.
De Nederlandsche Middenstandsbank en
Kingma's Bank huurden ook ruimte in het
marktgebouw. Kiosken werden verhuurd aan
De Boers borstelfabriek, Tetman de Vries,
tabak en J. ten Hoeve, vis.
Over en sluiten
Bijna 90 jaar vond de veemarkt plaats op het
terrein ten zuiden van de Lange Marktstraat.
Niet alleen bepalend voor de inrichting en
het gebruik van dat terrein, maar zeker ook
van invloed op de functies aan en de sfeer
van de Lange Marktstraat. Dankzij de vrij
dagse veemarkt deden tal van horecabedrij
ven goede zaken. Zeker in de vooroorlogse
jaren was er veel aanloop. Al op donderdag
middag was de extra drukte in de stad merk
baar, donderdagavond waren de hotels en
cafés volop bezet met Hollandse veehande
laren.
Horecagelegenheden met illustere namen
als De Adelaar, later Chr. Goes en De Vier
Leeuwen, Klopma, Rusticus (Hollandia),
Van der Weide, Van Dellen (voorheen Piet de
Jong), (gezusters) Siderius (op de hoek van de
Snekerkade), Goes sr., Prins, Boekema, Kooi-
stra, Stroosma en anderen. Horecagelegen
heden met een eigen specifieke sfeer en een
eigen specifiek publiek van marktkooplui en
andere bezoekers.
1 november 1963, de laatste marktdag op de
oude locatie, wordt mooi verwoord in de
slotregels van een gedicht van Stef de Bruin:
'Voorgoed viel een stilte,
In herfstige kilte.
Op de vrijdag van heden
Is de markt overleden.'
mil
üïïfnnu.i.l.kl.lM.il
.1.1 ft
Oude Veemarkt en gevelwand Lange Marktstraat, 1968
Bodeterrein
In 1940 schetste de Kamer van Koophandel al
de problemen van het bodeterrein op het
Oldehoofsterkerkhof; te weinig ruimte, te
smalle toegangswegen en geen mogelijkheid
voor een goede indeling. De Wilhelminabaan
werd als mogelijkheid genoemd, later kwam
ook een terrein aan het eind van de Jelsumer-
straat in beeld, nog weer later de locatie
Tulpenburg. Met het besluit tot verplaatsing
van de veemarkt naar de rondweglocatie,
kwam de 'oude' locatie vanzelfsprekend direct
in beeld: 'Het terrein van de bestaande
veemarkt is, naar onze mening, hier als het
ware van nature voor aangewezen, mede met
het oog op de aan de Lange Marktstraat geves
tigde café's', aldus het college van B&W in
1953. De concentratie van het NS station, het
busstation, Van Gend Loos en een bodeter
rein werd als zeer aantrekkelijk beschouwd.
Met de bouw van de Provinciale Bibliotheek
aan het Oldehoofsterkerkhof werd de druk op
verplaatsing vergroot. Op 14 mei 1964 besloot
de gemeenteraad tot verplaatsing naar het
veemarktterrein voor een periode van vijf jaar.
Een keuze die werd ondersteund door de
Kamer van Koophandel en de vervoerders. Fi
nancieel leek het ook voordelig omdat het om
een bestaand terrein ging, deels met overkap
ping. Ruim een jaar later werd het besluit al
weer ingetrokken, omdat tijdelijke vestiging
toch te kostbaar zou worden en het verlies
aan parkeerruimte steeds bezwaarlijker werd.
Bovendien telden de voordelen van een lo
catie aan de rand van de stad: ruimte, goede
ontsluiting en mogelijkheden voor bouw van
een modern vervoerscentrum. In 1968 zou het
nieuwe bodeterrein, op het parkeerterrein ten
oosten van de Heliconweg, in gebruik
genomen worden. In gebruik tot 1997.
Nieuwe Veemarkt
De eerste veemarktdag op de nieuwe locatie
vond plaats op 8 november 1963. Een regen
achtige dag, waardoor handelaren en bezoe
kers direct het voordeel zagen van de
overdekte ruimte. Maar toch: 'Hoewel de
nieuwe veehallen uitstekend zijn, het
gebouw niet direct fraai maar zeker doeltref
fend genoemd kan worden en deze gehele
verplaatsing, uitbreiding en modernisering
in het kader van het verder ontwaken van het
Noorden ligt, zal menigeen straks toch een
ogenblik terug denken aan de oude markt,
de lange rij grote en oude cafés, de sfeer in
de open lucht met regen en zon, mist en
sneeuw, in de schaduw van oude bomen en
gezellige drukte. Dat alles maakt plaats voor
het ietwat steriel aandoende nieuwe gebouw:
zes glas-en-beton cafés, waar de borrel heel
anders zal smaken en de uitsmijter een cafe-
tariasmaak moet hebben', aldus dagblad Het
Vaderland.
Tussen 16 en 21 september van dat jaar was
het complex, genaamd Frieslandhal, om de
functie voor de gehele provincie te be
nadrukken, voor het grote publiek al toe
gankelijk. De Frisiana bleek een zeer
succesvolle manifestatie waarmee Friesland
werd gepresenteerd aan het (buiten)land. De