::JN4 m i'|T Lcovo.'in} LA.il I8 rende zijn 34- jarige loopbaan aan de Justitie diensten bewezen, die van groote waarde kun nen worden geacht. Als hij succes had, was dat hem voldoende. De hulde der menigte be geerde hij niet, maar de voldoening van het succes heeft hij vele malen genoten. Want hij verstond zijn vak en het aparte wereldje der beroepsmisdadigers kende hij van haver tot gort. En die kennis werkte preventief. De hee- ren hadden hier niet veel kans. Nauwelijks had zich een van zijn klanten in deze omge ving vertoond of de commissaris was er van op de hoogte. Die begreep bij intuïtie, wat hij in zijn schild voerde en zijn gangen werden nauwkeurig bewaakt. Dit maakte Leeuwarden tot een veilige stad. Van inbraken en diefstal len hoorden we hier slechts sporadisch. En als er eens wat aan de hand was, dan wist "Wes ser", zooals iedereen hem hier noemde, met vertrouwelijkheid, die waardemeter van zijn populariteit was, bijna altijd in welke richting hij had te zoeken en het zoeken duurde ge woonlijk niet lang. Ja, de commissaris was populair! De ingezetenen mochten hem, want hij had er bizonder slag van met het publiek om te gaan. Het politiekorps van Leeuwarder heeft, dank zij zijn taktvolle leiding, een uit stekende naam. De verhouding tusschen com missaris en korps was dan ook voortreffelijk. Als humaan en ruim denkend chef werd hij door het personeel zéér gewaardeerd. Een politieman met bizondere gaven. Die, ware hem een langer leven beschoren geweest, nog menigen dienst aan de gemeente bewezen zou hebben.' Ook het gerechtshof en het kantongerecht getuigden van Wessers inzet bij monde van Mr. F.F. Viehoff, Mr. Th. Semeijns de Vries van Doesburg en mr. J.W. Tijsma. Zij gebruikten eigenlijk dezelfde woorden als in de Leeuwar der Courant gebezigd en dat gold in wezen ook voor de toespraak van burgemeester van Beijma bij het graf van Wesser. De begrafenis Dat commissaris Wesser in Leeuwarden een populaire man was, bleek uit de enorme be langstelling voor zijn begrafenis. Reeds voor één uur, het tijdstip waarop de stoet het sterf- huis in de Sint Jacobsstraat zou verlaten, was het op straat een drukte van belang. Zo zag men aan de toen geheten Stienserstraatweg (nu Troelstraweg) het publiek al een rij vor men om de stoet te zien passeren. Om alle agenten in de gelegenheid te stellen hun chef de laatste eer te bewijzen, werd de politie dienst in de stad waargenomen door de rijks politie en de marechaussee. Op de Noorder Begraafplaats was om het graf heen een afge schutte ruimte gemaakt waarbuiten zich een dichte haag van belangstellenden vormde en waarbinnen verschillende autoriteiten waren samengekomen om te getuigen van hun hoog achting voor de man die als mens en als poli tieman door bijna iedereen werd bemind en geëerd. Om ruim één uur verliet de stoet het sterf huis. Achter de lijkwagen volgde het politie corps en vijf volgrijtuigen met familie en hoogwaardigheidsbekleders. Langs de weg tot aan de toegang van de Noorder Begraafplaats had zich langzamerhand een haag van men- sen, twee rijen dik, gevormd om de man die zij nog kort te voren door de straten van de stad zagen lopen, overal bekend als de commissa ris wiens scherpe blik niets ontging, nu naar zijn laatste rustplaats te zien gaan. Langzaam naderde daar de baar, gevolgd door een tweede, met enkel bloemstukken. Statig kwa men aangemarcheerd de leden van het politie corps, dat vooral dank zij het werk van Wesser zo'n uitstekende naam in het land had. In een halve cirkel stonden zij om de groeve. Toen werd de kist langzaam neergelaten, terwijl de aanwezige politiedienaren als één man met hun witgehandschoende hand salueerden. Een gebaar waarvan de eenvoud in overeen stemming was met de aard van de betrokkene en met de plechtigheid die uitdrukking gaf aan de gevoelens van hoge waardering en op rechte deelneming van de talrijke aanwezigen. Wesser werd opgevolgd door Cornelis Kool die ook de dienstwoning betrok, waardoor de weduwe Wesser was genoodzaakt te verhuizen naar Leeuwerikstraat 26. f -"V. De Hoofdwacht in gebruik als politiebureau ten tijde van commissaris Wesser. Schilderij Ids Wiersma

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2017 | | pagina 20