Warenhuis Vroom Dreesmann (deel 2)
over hoelahoepende Pieten en Marklin treinen
Lcovo.'in} LA.il
2 Rienk Terpstra
Sinterklaas en Piet. Hans en Tiny Lemkuhl met
hun dochter Yvonne
Collectie Lyklema-Lehmkuhl
In Leovardia 51 van september 2016 schreef
ik over de ontstaansgeschiedenis van het
warenhuis V&D in Leeuwarden. En passant
haalde ik daarin de activiteiten van de eta
lage-afdeling aan. De etalages van het wa
renhuis waren telkenmale weer een lust
voor het oog, waarbij kunstzinnige voor
stellingen en zelfs levende have niet wer
den geschuwd. Wat nu volgt is het verhaal
van de inspirerende leider van deze afde
ling en wat die heeft voortgebracht.
Op 24 mei 1908 werd Hans (Jo-
hann) Lehmkuhl geboren in Keu
len en hij overleed in februari
1992 in Beetsterzwaag op 83-jarige
leeftijd. Hij was getrouwd met Stientje Mar
tha (Tiny) Lehmkuhl-Vrijenhoek (1906-1987).
Zijn moeder, Gretchen (1877-1952), had de
kenmerkende Joodse achternaam Leeuwar
den. Deze naam betekende, dat in een ver
verleden haar voorouders uit Leeuwarden
afromstig waren. Gretchen trouwde met Carl
Lehmkuhl.
Hans Lemhkuhl werd opgeleid in het be
drijf Karstadt te Bremen. In 1933 werd hij ont
slagen bij het Kauffiaus Julius Bamberger,
omdat hij van Joodse afromst was, tegelijk
met vele andere Joodse medewerkers. In die
tijd heeft zijn toenmalige verloofde het met
Hans uitgemaakt, vermoedelijk ook vanwege
zijn afromst. Om die reden hadden hij en zijn
moeder, Gretchen, besloten om naar Neder
land te verhuizen. In 1933 kwamen zij naar
Klaaswaal: Rose, zijn zuster, en zijn Neder
landse zwager, ds. Gerhard Hugenholtz.
Klaaswaal is een dorp en voormalige ge
meente in de provincie Zuid-Holland, gele
gen in de Hoekse Waard. Hans vond werk als
tekenaar en etaleur in Rotterdam en ook een
nieuwe vriendin, Tiny, die als afdelingschef
bij de Bijenkorf in Den Haag werkte.
Op 14 mei 1940 maakten zij het bombarde
ment van Rotterdam mee. Alles lag plat en
ook de zaak waar Hans werkte bestond niet
meer. Rotterdam was een 'gloeiende wal
mende berg puin'. Er waren mensen die te
hulp schoten waar ze konden en anderen die
- waar ze de kans kregen - spullen meena
men. Zelfs etalagepoppen werden uitgekleed.
Kort daarop verhuisden Hans en Tiny naar
Voorburg, vlak bij Den Haag.
Elk weekend bezocht Hans samen met Tiny
zijn zuster Rose. Altijd bracht hij wat mee
voor zijn nichtje en neeQes. Meestal iets wat
hij zelf had gemaakt, een meubel of een
lampje voor Margreths poppenhuis, een
paard-en-wagen of een ruiter te paard voor
Albert, of voor zijn naamgenoot, Hans. Onkel
Hans hield erg van dieren en wist er veel over
te vertellen. Ook kon hij ze goed schilderen.
Vooral in paarden blonk hij uit, ook omdat hij
Hans Lehmkuhl, Pasen 1949
Collectie Lyklema-Lehmkuhl
jaren had paardgereden.
Een pastoor in Duitsland bewerkstelligde
met valse papieren dat zijn moeder minder
Joods werd en daarom geen ster hoefde te
dragen en hijzelf werd vervolgens beoordeeld
als een kwart Jood. Maar daardoor moest hij
wel in het Duitse leger. In de herfst van 1943
kreeg hij een oproep van de Duitse Wehr-
macht. Tiny en Hans gingen in ondertrouw,
omdat ze officieel getrouwd wilden zijn voor
dat Hans naar Mannheim gezonden werd om
opgeleid te worden tot soldaat en artillerist
bij de Wehrmacht.
Op 24 maart 1944 trouwden Hans en Tiny
voor de Duitse burgerlijke stand in Den Haag.
Drie dagen later vertrok hij naar Mannheim.
Na verloop van tijd deserteerde hij, werd ge
pakt en daarna geplaatst in het Straffiataljon,
onderdeel van het Ardennenoffensief (1944).
Na vele omzwervingen is hij bij de Ameri
kanen als krijgsgevangene terecht gekomen.
Daar had hij het beter dan in het Duitse leger.
Hij versierde bij de Amerikanen extra rant
soenen door het fabriceren van cadeautjes,
die de Amerikanen naar hun geliefden stuur
den. Via Marseille voer hij als krijgsgevan
gene naar New York. Hij heeft alleen het
Vrijheidsbeeld gezien en werd meteen terug-