LeoVdlr^ LA.il gezonden, uiteindelijk naar Duitsland. Hij mocht Nederland niet in, omdat hij in vreemde krijgsdienst was geweest. Voor de geallieerde bezettingsmacht in Duitsland kreeg hij echter een verklaring dat hij 'goed' geweest was in de oorlog. Direct na de oorlog huurden Hans en zijn vrouw Tiny een kamertje van 3x3 vierkante meter in het dorp Fürth (Odenwald) nabij Heidelberg. Hier is in 1947 dochter Yvonne geboren. Ze zijn daar drie jaar gebleven en in 1948 naar Voorburg verhuisd. In mei 1949 verhuisde het gezin naar Leeuwarden en kwam te wonen in een huis aan de Leeuwe rikstraat, het huis waar de familie Louis Cohen had gewoond. Vader, moeder en twee kleine kinderen Cohen werden in de oorlog weggevoerd. Hans Lehmkuhl in Leeuwarden Hier startte de loopbaan van Hans Lehmkuhl bij V&D in Leeuwarden. De leiding van de V&D zaken in Leeuwarden en Sneek waren beide in één hand: bij Johannes K. Girisch, ook van Duitse afromst. Mede door de mede werking van de directie kon Hans Lehmkuhl ook buiten 'de zaak' voor menig doel zijn gaven inzetten. Zo was hij betrokken bij 'Het mirakel van Oenkerk' in 1953, de geboorte van de Siamese tweeling. Ook bouwde hij in 1963 een groot podium bij het bezoek van de Sjah van Perzië, Het Mirakel van Oenkerk, november 1953 Collectie Lyklema-Lehmkuhl Mohammad Reza Pahlavi (1919-1980) en bij het bezoek van koningin Juliana en prins Bernhard bij hun 25-jarig huwelijk. In oktober 1963 was de grote tentoonstel ling de Frisiana in Leeuwarden. Voor de Frico maakte hij een grote koe die (volgens overle vering) Rivella plaste. Hij bouwde elk jaar de kerststal in de Dominicuskerk op. Zo ont wierp hij het jacht Marijke Meu, een omge bouwd vrachtschip dat Leeuwarden in mei 1954 binnen voer als onderdeel van een grote historische optocht. De bovenbouw was in hoofdzaak uit hardboard opgetrokken. Alles compleet met een heuse draagstoel met daarin mevrouw Girisch als Marijke Meu. Hans Lehmkuhl deed zijn ideeën op tijdens vele dienstreizen naar Parijs, Düsseldorf en Keulen. Tot aan zijn pensioen heeft hij bij V&D gewerkt. De etalage- en decoratieafdeling Meerdere jongens kwamen - na de ambachts school- aan het eind van de jaren '50 in het zestiende- of zeventiende levensjaar binnen bij de etalage- en decoratieafdeling van Vroom en Dreesmann. Vaak konden zij via de rooms-katholieke parochie van de Domini- cuskerk door bemiddeling van de heren Girisch en Lehmkuhl een werkplek bemachti gen. V&D vormde een familie, waar vaak een plaatsje binnen het bedrijf voor de kinderen te vinden was. De etaleurs bij V&D hadden in die tijd niet alleen een technische, maar ook vaak een kunstzinnige achtergrond. De am bachtsschool was een degelijke opleiding tot schilder, timmerman of tekenaar. De jongens werden verder gevormd op de etalage- en de coratieafdeling van de altijd enthousiaste Hans Lehmkuhl. De jongens leerden het decoratievak bij het grote decoratieatelier van V&D. Het was hier hard werken, want op zaterdagmiddag moes ten ze ook werken op de afdeling Verkoop. Het overwerken gebeurde vaak, bijvoorbeeld in de 'Italiaanse Week' en bij Sint Nicolaas. Zij ontwierpen destijds geen advertenties. Die werden gemaakt door de heren Vermeu len en Catier. Zoals de stempelkaart van de Friese Elf Stedentocht en andere reclame- Schouwstuk voor de Kerst, ca. 1953 Collectie Lyklema-Lehmkuhl uitingen in de Leeuwarder Courant. In 1964 zijn de etalages 'op safari' geweest. Twee stekelvarkens van 65 centimeter lang, 30 centimeter hoog en met stekels van 40 centimeter, die bij de levende have behoor den bij een actie die het warenhuis voerde, slaagden er tot twee keer toe uit de kooi te ontsnappen. De dieren, die een zeer groot knaagvermogen hebben, waren gehuisvest op de tweede etage maar werden een etage lager achter het huishoudvak in een moeilijk te bereiken hoekje teruggevonden. Er ging een lange zoek- en vangtijd aan vooraf, voordat de gestekelde vrienden weer in hun kooi zaten. Vier kraanvogels en vier flamingo's slaagden er eveneens in de hun toegewezen plaats te verlaten. De leerling-etaleurs Nogal wat leerlingen ontwikkelden zich later tot vooraanstaande en zelfs internationaal bekende kunstenaars. Sommigen van de me dewerkers richtten later een eigen reclame bedrijf op. Wat hen ook bond was het lidmaatschap van It Boun fan Fryske Kunst- ners en It Fryske Palet. En niet te vergeten hun liefde voor Frankrijk. Ze gingen vaak met elkaar naar dat land om te schilderen. Dan trokken ze lopend naar Frankrijk en bleven

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2017 | | pagina 5