LeovAr^LA.^
zowaar 'geavanceerd' tot Eerste Schrijver. Hier
mee behoorde hij tot de hogere onderofficie
ren aan boord en zorgde voor administratieve
zaken en uitbetalingen aan de bemanning.
Inmiddels was de vierde Engelse Oorlog uit
gebroken. Het in 1774 in Harlingen gebouwde
fregat De Eensgezindheid, voorzien van 38
stukken en bemand met 230 koppen, zeilde op
5 augustus 1781 in een eskader onder Van
Kinsbergen en schout bij nacht Zoutman ter
bescherming van een vloot koopvaarders in de
buurt van de Doggersbank. Hier ontmoette
men een Engels smaldeel onder bevel van Par
ker, waarna de strijd losbarstte. De grootste
schepen gingen het gevecht aan, de kleinere,
waaronder De Eensgezindheid, zorgden voor
de koopvaarders.
De 'Zee-Bataille' op de Doggersbank ein
digde onbeslist, maar het zou de tijd er na
moeilijk worden om uit te zeilen, vanwege een
Engelse blokkade van de zeegaten. In 1782
werd kapitein Bouricius met zijn schip de
Eensgezindheid naar Suriname gestuurd. Het
lukte om ongezien te ontkomen aan de Engel
sen. Omstreeks eind 1782 moet het schip met
Frans aan boord in Suriname zijn aangeko
men, tegelijk met het schip de Enkhuizen van
kapitein Frykenius.
Kort voor aankomst van de Eensgezindheid
in Suriname moet zich nog een tragische ge
beurtenis hebben afgespeeld, door de dood op
4 oktober 1782 van de eerste luitenant Pier
Hylckama, bekend van het rouwbord in de NH
kerk te Sloten. Hij stierf volgens het bord op 7
graden noorderbreedte, dus tamelijk dicht bij
de kust van Suriname.
Door de oorlogstoestand was het verblijf
van de schepelingen in Suriname langdurig.
Het kon haast niet anders of de verveling sloeg
toe, wat mag blijken uit het bijna dagelijks in
de boeien slaan van iemand van de mensen
aan boord. Frans heeft dankzij zijn hogere po
sitie aan boord, gepoogd met 'negotiëren' de
tijd nuttig door te brengen. En als we mogen
geloven wat hij in diverse brieven schreef,
heeft hij in zijn Surinametijd aardig geboerd.
Op 25 september 1783 werd de sleur van alle
dag doorbroken door de bekendmaking van
het overlijden van de gouverneur van Suri
name, generaal Bernard Texier. De volgende
dag werd de overledene naar zijn laatste rust
plaats in het Fortresse Zeelandia overgebracht.
Een lange lijkstatie werd geformeerd, die zich
door de straten van Paramaribo bewoog, ter
wijl de bemanning van de oorlogsschepen er
voor zorgde dat regelmatig saluutschoten wer
den afgevuurd.
De kapiteins van de oorlogsschepen 'ter
Rheede Surinamen' hadden ieder een plaats in
een rijtuig gekregen. Dit waren niet alleen de
kapiteins Frykenius en Bouricius, maar ook de
kapitein Jan van Oldebarneveld, die twee
dagen eerder op 24 september met 's lands fre
gat van oorlog De Castor de haven was binnen
gelopen.
Uit het scheepsjournaal van De Castor
blijkt, dat vanaf eind 1783 de drie kapiteins
aanstalten maakten voor een gezamenlijk ver
trek uit Suriname. Ook in Suriname waren in
tussen de vredesbesprekingen tussen
Engeland en de Republiek bekend geworden.
De terugtocht werd pas aanvaard nadat de
schepen danig waren opgeknapt. Er werd nog
enige maanden geverfd, geschaafd, geteerd,
gebreeuwd, de schepen werden gekrengd om
de scheepshuid te inspecteren, enzovoorts.
Maar op 'den 20 february 1784 ten drie
uuren' gingen de drie schepen onder zeil voor
de terugtocht naar het vaderland. Uit het jour
naal van De Castor blijkt dat De Eensgezind
heid nog vijf dagen met de andere schepen
opzeilde, maar daarna kennelijk een andere
koers heeft gekozen. Voor De Eensgezindheid
zou het echter een reis worden met veel tegen
slag en Frans zou onprettige ervaringen op
doen met zijn kapitein Bouricius.
Frans vertelt hierover in een, zoals hij het
noemt, Kort Narrée, als onderdeel van een uit
vijftien bladen bestaande door hem geschre
ven brief, gedateerd 18 augustus 1795, gericht
aan de Burgerrepresentanten van Friesland,
om uit te leggen wat hem in 1784 is aange
daan: (nb: 'de supplt' is Frans Dillingh)
A. Rooland - Zeegezicht van twee groepen oorlogsschepen: links Engelse schepen en rechts Hol
landse. 'De Hollandse en Engelse Flott in de Schlagt Ordre voor het Zeetreffen op Doggersbank, ge
schied den 5 Augustus 1781. De Hollandse Flotte waar van de Contre Admiraal I.A. Zoutman, en de
Engelse van de Vise Admiraal H. Parker gecomandeert'
Collectie Fries Scheepvaartmuseum