De zussen van Van Gogh Willem-Jan Verlinden 11 Op 17 februari 1872 wordt Anna van Gogh 17 jaar. Zij woont dan sinds een aantal maanden met haar ouders, jongere broers en zussen in de fraaie pastorie aan de Kerk straat in Helvoirt. De kinderen zijn op weg naar hun jong volwassenheid. Broer Vin cent verliet eerder al, op zijn zestiende, het ouderlijk huis. Hij trok naar Den Haag om daar opgeleid te worden tot kunsthande laar. Zijn oom en naamgenoot Cent van Gogh bood hem die gelegenheid. Nu is voor oudste dochter en tweede kind uit het gezin, Anna, (*1855) de tijd gekomen om, na steeds thuis onderwezen te zijn door gouvernantes en door haar eigen ou ders, twee stappen tegelijk te zetten. Zij zal klassikaal onderwijs gaan volgen, uitslui tend met andere jonge juffrouwen, maar gaat daartoe wel uit huis. Anna gaat in februari 1872 naar de Franse kostschool voor Jonge Juf frouwen in Leeuwarden. De afstand tussen het gezin in Helvoirt en Leeuwarden was natuurlijk aanzienlijk, maar ook in die tijd al goed per trein te overbrug gen. Anna wordt op dit moment eigenlijk als bijna volwassen beschouwd en een jonge vrouw uit haar milieu dient ter afronding van haar opvoeding niet alleen een goede oplei ding te hebben genoten, maar ook buiten de eigen kring van gezin en familie geleerd te hebben zich te handhaven en presenteren. Leeuwarden kwam in zicht omdat in de tijd dat dominee Van Gogh en zijn gezin nog in Zundert woonden (1851-1871), Anke Marie (An- nemie) Schuil als gouvernante voor de kinde ren in huis kwam. Zij was aftomstig uit Leeuwarden en had daar als dagleerling met goed gevolg de Franse kostschool voor Jonge Juffrouwen doorlopen. De Franse school, vaak voor jongens, maar dus soms ook voor meisjes zoals die in Leeu- warden al sinds 1817 bestaat, is dan gevestigd in een neoclassicistisch pand aan de Grote Kerkstraat. Het nieuwe gebouw kwam in 1870 gereed, voorzien van een grote statige binnen tuin aan de achterzijde en werd ontworpen door stadsarchitect Thomas Romein. De tuin speelt een essentiële rol in de opbouw van de schooldag. Als onderbreking wordt er name lijk tussen de lessen in, gedurende tien minu ten, verplicht door de tuin gewandeld. Die tuin is niet heel groot, maar geeft wel een plechtige indruk. Er staan prachtige grote beu ken in, maar ook heesters en bloemen. Op fo to's uit de jaren 1870, waarop Rebecca Plaat met eindexamenleerlingen in beeld wordt ge bracht, geeft het de indruk van een park. Om op de Franse kostschool voor Jonge Juf frouwen te worden aangenomen moet Anna aan een paar voorwaarden voldoen. Los van vaardigheden, kennis of aftomst dient zij een zogenaamd pokkenbriefje te kunnen overleg gen, als bewijs van het feit dat zij tegen de koe pokken is ingeënt door de Helvoirtse dokter Landman en derhalve zelf niet ziek kan wor den of andere leerlingen kan besmetten. In de negentiende eeuw hield een aantal ziekten, waaronder pokken maar ook cholera, stevig huis. Daar waar veel meisjes samen naar school gingen en ook onder een dak woonden, was voorzichtigheid geboden. Anna werd 'bui tenleerling', hetgeen betekende dat zij van buiten Leeuwarden kwam en in haar geval op de slaapzaal boven de school verbleef. Som mige andere meisjes gingen bij families in het centrum van Leeuwarden in de kost. De Franse kostschool Rebecca Plaat was behalve directrice van de kostschool, ook lerares geschiedenis. Zij stuurde een steeds verder groeiende school De mms, opvolger van de Franse Kostschool voor Jonge Juffrouwen, Grote Kerkstraat Leeuwarden, circa 1900

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2017 | | pagina 13